“Wout wordt écht beter”
VAN DER POEL opnieuw te sterk voorVAN AERT, al had hij al minder overschot
Eén sluw manoeuvre in het zand van Ruddervoorde volstond voor Mathieu van der Poel om voor de elfde keer dit seizoen te winnen. “Maar Wout wordt sterker hoor, hij heeft mij heel de koers cross onder druk gezet. Op de Koppenberg kan het gerust andersom zijn.” De fans van Van Aert zullen het graag horen. Ja, Mathieu van der Poel ging er in de eerste ronde weer alleen vandoor. Op de zandstrook ging hij snelle starter Quinten Hermans voorbij. Wout van Aert zat gevangen in het wiel van de Limburger en zag zijn rivaal meteen een kloofje uitbouwen. “Het was een sluw manoeuvre van Mathieu”, zegt de wereldkampioen. “In het zand kan je niet zomaar in dat wiel kruipen, en dat heeft hij natuurlijk zeer goed bekeken. En zoals het dit seizoen loopt, mag ik geen paar seconden verliezen op hem. Die drie seconden maakten meteen een verschil. Met een supersnelle ronde bouwde hij die voorsprong lichtjes uit, maar ik heb hem daarna toch de hele tijd onder druk kunnen zetten. Het is één van de eerste keren dit seizoen dat ik dat kan.”
De 22-jarige Nederlander, die zaterdag in eigen land ook de GP van Brabant in Rosmalen won, vond het inderdaad plezant in Ruddervoorde. “Eigenlijk ging ik iets te vroeg, op dit parcours en met zo veel wind. Ik had geluk dat Quinten in de weg van Wout zat. Ik ben gewoon om zo’n kleine voorsprong te verdedigen, maar ik moest wel volle bak blijven doorgaan. Wout rijdt echt niet slecht, hij bleef heel de koers druk zetten. Hij is echt beter aan het worden. Ik denk dat de grote duels er weer zitten aan te komen.” Te beginnen met woensdag op de Koppenberg, waar Van Aert drie jaar op rij de beste was en Van der Poel nog nooit kon winnen. “Zoals ik nu rijd, ben ik overal waar ik start favoriet, maar ik zal super moeten
Wout VAN AERT zijn om Wout te kloppen in Oudenaarde”, zegt Van der Poel. “De Koppenberg is nooit een cross geweest waar ik graag naartoe ga en dat zal woensdag niet anders zijn. Maar ik ga wel proberen te winnen.” Als hij maar geen slag in het gezicht krijgt. Gisteren kreeg hij in de tweede ronde de hand van een onvoorzichtige toeschouwer die een selfie aan het nemen was tegen het hoofd. “Ach, ik had een helm op, hé. Maar het kwam toch aan.”
Trainen in Lucca
Wout van Aert lacht als hij hoort dat Van der Poel hem naar voren schuift als de favoriet voor woensdag. “Zoals Mathieu nu rijdt, kan hij op elk parcours het laken naar zich toe trekken”, zegt de wereldkampioen. “Maar uiteraard zal ik strijden voor de zege. Dat deed ik vandaag ook. Ik kan alleen beter worden door elke koers voluit te gaan. Als ik iedere keer voor de tweede plaats kies, zal ik nooit dichter bij Mathieu komen. Ik ben ook de enige die probeert om met hem mee te gaan. Je ziet al weken aan een stuk dat de anderen zelfs rustig starten en mij dan bijhalen als ik mijn terugslag krijg. Maar vandaag was dat niet zo en kon ik die tweede plaats rustig vasthouden. Ik weiger op te geven, ik heb Mathieu in het verleden al vaak geklopt. Ik rij niet voor de tweede plaats. Ik voel ook wel dat ik nog niet de topconditie heb, dus zal ik de trainingsperiodes die eraan komen goed kunnen gebruiken.”
Na de Koppenbergcross trekt Van Aert samen met verloofde Sarah en verzorger Wesley en diens echtgenote naar het Italiaanse Lucca. Om er te trainen, maar ook om er even tussenuit te zijn en de batterijen weer op te laden. Hij keert terug in competitie in Gavere op 12 november. “Of ik beter zal zijn na mijn stage? Ik hoop het”, zegt Van Aert. “Maar misschien moet ik later op het seizoen mikken. Maar dat kan je mentaal ook zwak maken. Ik ga niet twee maanden zomaar wat rondrijden, ik wil er zo snel mogelijk weer staan.”
Het zou de cross in ieder geval deugd doen. Misschien dat ook de weersomstandigheden een handje kunnen helpen. “Laat het maar regenen, crossen in de modder is het leukste wat er is”, zegt Van der Poel. “Dat dat Wout beter ligt? Dat vind ik niet erg. Het is ook leuk voor ons renners om met twee voorop te rijden. Het is nu misschien wat eentonig, maar het zal niet het hele seizoen zo zijn.”
Ik rij niet voor de tweede plaats, ik weiger op te geven