906 kinderen in pleegzorg
In Limburg leven op dit moment 906 pleegkinderen bij 692 pleegouders. Dik tachtig kinderen staan op de wachtlijst, om een eigen pleeggezin te vinden. “En dan tellen we de nietbegeleide minderjarige vluchtelingen nog niet mee. Of zelfs maar de pubers, want daar vinden we heel moeilijk pleeggezinnen voor. We hebben het dus echt over nul tot zesjarigen”, zeggen directeur Ann Vandersanden en Ilona Zawadka van Pleegzorg Limburg. De meeste kinderen in een Limburgs pleeggezin blijken zelfs jonger dan twee jaar.
Wie zijn die pleegkinderen?
“Kinderen (of volwassenen met een verstandelijke beperking) die om de een of de andere reden niet bij hun ouders kunnen wonen. Bijvoorbeeld omdat mama of papa met drugs of alcohol kampt, wegens psychiatrische problemen, omdat de ouders een mentale achterstand hebben of soms zijn het gewoon zelf zeer gekwetste mensen die heel graag een kindje wilden maar er uiteindelijk toch niet voor kunnen zorgen. Het merendeel is geplaatst door de jeugdrechter. Elke ouder is anders, daarom zijn er ook verschillende vormen van pleegzorg en ondersteuning.”
Waarom kiezen voor pleegzorg?
“We proberen natuurlijk in de eerste plaats om thuis een oplossing te zoeken, om kinderen en ouders samen te houden. Maar soms lukt dat gewoon niet meer. En dan is pleegzorg vaak de beste oplossing voor het kind. Niet dat het altijd kan, er zijn nog steeds te weinig pleegouders. Oudere kinderen moeten we meestal in een voorziening een nieuwe plek geven, die krijgen we moeilijk geplaatst bij pleeggezinnen. Maar daar proberen we zo veel mogelijk aan ondersteunende pleegzorg te doen: ze gaan dan een paar dagen per maand of zo naar een pleeggezin, om ook het gewone gezinsleven te leren kennen”, beschrijft Ann Vandersanden. “Daarnaast zijn er de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen, die hebben hier helemaal niemand. Er zitten nog zoveel jonge mensen in de asielcentra, maar we vinden veel te weinig mensen
die hen in huis willen nemen.”
Wie kan pleegouder worden?
“Uiteraard moet je meerderjarig zijn. Daarnaast zijn er drie belangrijke voorwaarden. Zo moet je een attest van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen, een uittreksel van het strafregister dus. Het betekent niet dat het strafregister per se blanco moet zijn, maar er mogen natuurlijk geen zware feiten opstaan die een gevaar voor de pleegkinderen kunnen betekenen. Denk maar aan agressie of zedenfeiten. Alle inwonende kinderen van het gezin moeten trouwens het attest kunnen voorleggen”, beschrijft Ilona Zawadka. “Daarnaast moeten alle gezinsleden achter pleegzorg staan, dat wordt expliciet gevraagd. Pleegzorg is heel ingrijpend: als niet iedereen het ziet zitten, is het gedoemd om te mislukken. En tot slot moet het gezin genoeg draagkracht hebben om pleegzorger te worden: open kunnen communiceren, ouderschap willen delen, het kind een veilig gevoel kunnen geven, goed inschatten wat het allemaal voor het gezin en de omgeving betekent. Ook moet je in Limburg wonen. Want neem, bijvoorbeeld, dat een kind uit Dendermonde hier geplaatst wordt. Wat gaat dat voor het kind betekenen? Het gaat alle contacten met z’n omgeving verliezen. Hun kind blijven zien, wordt voor de ouders zo ook nog eens extra moeilijk.”
Kan het alleen met een ‘traditioneel’ gezin?
“Neen, helemaal niet. Iedereen mag kandidaat-pleegouder worden: alleenstaande mannen of vrouwen, holebikoppels, nieuw-samengestelde gezinnen. Alle gezinsvormen, want we willen dat pleegzorg een afspiegeling is van onze samenleving.”