“Ons prinsesje hoort gewoon bij het gezin”
Turks gezin vangt Marokkaans-Belgisch meisje op dat geplaatst is met negen broers en zusjes
“Zit mijn haar goed?”, vraagt ze als de fotograaf het gezin laat poseren. Waarop Layla (8) heel rijp begint te vertellen hoe ze met haar negen broertjes en zusjes op drie jaar uit huis is gehaald. “Omdat een stoute man mijn mama pijn deed, ze hing vol bloed en kon niet meer voor ons zorgen”, beschrijft het meisje. Mama ziet ze nooit meer, papa af en toe. Haar dagelijkse leven speelt zich in de leefgroep af, maar om het weekend is ze het energieke prinsesje in huis van de familie Baslik. “Ze hoort gewoon bij ons gezin, ik mag er echt niet aan denken dat ze niet meer komt. We hopen dat ze ooit voorgoed mag blijven”, zegt pleegmama Mihriban Yürekli (46). Op het nachtkastje van pleegmama Mihriban staat een potje badzout met muntgeur. Geknutseld door Layla voor moederdag. “Ik zie mijn mama niet, dus heb ik het aan haar gegeven. Je moet dat in het badwater strooien, dan ruikt het lekker. Maar dat doe je niet, hé”, kijkt Layla pleegmama Mihriban aan. “Neen”, schudt die, “ik wil het niet gebruiken. Want dan raakt het op. Dit is van jou, voor mij. Daarom staat het ook niet in de badkamer, maar naast me op het kastje naast mijn bed.”
Droom
“Mijn moeder heeft altijd gezegd, zo lang ik weet, dat het haar droom was om ooit voor een pleegkindje te zorgen”, vertelt dochter Betül Baslik (23), studentente orthopedagogie.
“Het idee is jaren geleden gegroeid nadat ik een moeder had ontmoet die net haar kinderen was kwijtgeraakt. Ze kon niet meer voor hen zorgen en huilde dat ze hen waren komen weghalen. Dat heeft mij heel erg geraakt en ergens heb ik toen al besloten dat ik pleegmama zou worden”, springt Mihriban bij.
Met vier dochters en intussen ook een kleindochter was het nochtans vrouwelijk druk genoeg in het Turkse gezin Baslik. “Ach, mijn ene dochter is getrouwd, Betül zat intussen op kot. Ik vond dat er genoeg ruimte voor een kindje in huis was en heb zelf de stap naar Pleegzorg Limburg gezet. Ook in onze gemeenschap wordt pleegzorg trouwens populairder. Ik heb zelf gevraagd naar een kindje met een migratieafkomst. En graag een meisje. Want jongens opvoeden, ben ik niet gewend. Dochters zijn gemakkelijk”, lacht de 46-jarige huishoudhulp.
Klikken
Mihriban Yürekli Toch zou het nog twee jaar duren voor het verlossende telefoontje kwam. “Het voelde lang aan, ja, omdat we er helemaal klaar voor waren. En dan kwam er de vraag of we Layla, een zevenjarig meisje van Marokkaans-Belgische afkomst, wilden opvangen. Om de twee weken, alleen in het weekend. De rest van de tijd verblijft ze bij De Oever (een voorziening voor kinderen, ze leven in leefgroepen in een huiselijke sfeer, nvdr)”, be- schrijft Mihriban. “Het klikte vanaf het eerste moment dat ik haar zag, die connectie was er meteen.”
Layla: “Je zei onmiddellijk dat je me kusjes wilde geven, dat je me wilde knuffelen, dat ik zo slim was.”
Betül: “Zo kwam mama ook naar huis. Het is zo’n lief meisje. We kregen nog tijd om te beslissen, maar voor mama was het gewoon duidelijk: ze wilde de pleegmama van Layla worden.”
Oever
Drie jaar was Layla toen ze naar De Oever in Hasselt kwam, de tien kinderen van het gezin werden geplaatst door de jeugdrechter. Haar mama heeft ze niet meer gezien, papa komt sporadisch op bezoek. Zij is Belgisch, hij is Marokkaans. “Ik kon niet meer thuis blijven. Vroeger was er een stoute man en die deed mijn mama veel pijn. Ze hing helemaal vol bloed en kon niet meer voor ons zorgen. Daarom zit ik nu in een leefgroep. Eén broertje zie ik nog, de rest al een tijdje niet meer”, vertelt Layla. “Vroeger was ik heel boos in de leefgroep. Om heel veel redenen. Nu valt het beter mee.” Zelden - nooit, om eerlijk te zijn zo’n heldere, volwassen spraakwaterval gehoord uit de mond van een meisje van acht jaar. “Bijna negen jaar”, corrigeert ze zelf meteen. “Ze is slim, hé”, knikken pleegmama Mihriban en pleegpapa Ramazan (55) opnieuw.
BFF
Ik wilde altijd pleegmama worden, nadat ik een moeder had zien huilen toen ze niet meer voor haar kinderen kon zorgen
Bijna twee jaar komt Layla in de weekends naar Leopoldsburg, van vrijdagavond tot zondagavond, nog steeds om de veertien dagen. Een beslissing van de jeugdrechter. Ondersteunende pleegzorg heet het, waarbij kinderen uit een voorziening de kans krijgen om ook even dat huiselijke gevoel van een gezin te ondervinden. En tegelijk krijgen ze toch de ondersteuning en begeleiding die ze nodig hebben van een voorziening. “Ik ben hier heel graag. Want mijn BFF - best friend forever, mijn beste vriendin voor altijd - woont hier natuurlijk ook: mijn pleegzus Erva (13). Maar ik noem haar liever zus. We kunnen heel fijn kriebelen samen als we gaan slapen. Zo leuk. Mijn pleegmama help ik in de keuken. Ik heb wel nog het liefst Belgisch eten, dat ben ik gewend. Maar die oranje Turkse soep met sliertjes was toch ook wel lekker.”
“Het is nog een beetje zoeken”, lacht Mihriban. “In de leefgroep maken ze natuurlijk Belgisch klaar, ik kook Turks. We proberen zo’n beetje een middenweg te vinden.”
Spannend
Alleen over haar aanwezigheid, daar willen ze liever niet meer een middenweg in vinden. “We willen Layla graag permanent in huis nemen. Ze maakt gewoon deel uit van dit gezin, zelfs mijn kleinkind vraagt al wanneer Layla weer komt. Ik mag er niet aan denken dat ze er niet meer zou zijn, ik wil er echt niet aan denken”, wordt de pleegmama een beetje emotioneel. “Binnenkort valt er een beslissing, je hebt geen idee hoe spannend dat het voelt. We hopen zo. Er gaan tranen vloeien als het lukt. Van geluk”, voegt ze meteen toe als Layla verbaasd opkijkt. “Ik wil hier bij jullie wonen. Als ze het mij vragen, ga ik dat antwoorden. Want dan hebben we elkaar”, knikt zij, terwijl ze rechtveert uit de zetel en artistiek begint te poseren voor de fotograaf. “Kijk, hoe zie ik er zo uit? Of ga ik