Giftige stoffen
Heel vermoeid, veel rusten, 32 pillen per dag, amper op stap, niet te ver reizen. Beperkt. Dat was het leven van Natasja Es (24) vóór 21 september, de dag van haar niertransplantatie. Haar mama Chris doneerde haar nier. “Ik heb haar voor de tweede keer het leven gegeven”, zegt Chris. Natasja lacht, heeft plots energie. “Hier zit een heel andere dochter naast mij”, zegt Chris. “Nog tot januari moet ze in quarantaine blijven. Door de medicatie om afstoting tegen te gaan, is haar weerstand heel laag. Natasja is vatbaar voor de minste infectie. Na drie maanden mag ze weer buiten komen. Dan wil ik samen met haar op reis. Ik wil mijn dochter opnieuw leren kennen.” “Dat doen we nu al een beetje: elkaar leren kennen”, zegt Natasja. “Soms zitten we uren met elkaar te praten, tot diep in de nacht. Met een wijntje erbij. Lekker gezellig. Dat ging vroeger gewoon niet. Daarvoor was ik altijd veel te moe.” Vlak na haar Natasja’s geboorte merkte haar moeder al dat er iets mis was. “Natasja was anders dan haar oudere broer”, zegt Chris. “De artsen zeiden dat we ons geen zorgen moesten maken, maar het moedergevoel liegt niet. Zes weken later waren de onderzoeken begonnen. We werden doorgestuurd naar het ziekenhuis van Leuven. Natasja had een erfelijke stofwisselingsziekte: cystinose. Dat is heel zeldzaam, 1 kans op 200.000. Vroeger zou zo’n kind het niet overleefd hebben. Gelukkig was het wel te behandelen. Natasja stoot giftige stoffen niet af, maar stapelt ze op, waardoor haar organen worden aangetast.”
“Vooral de werking van mijn nieren werd minder en minder”, zegt Natasja. “Al van bij mijn geboorte wist mama dat ik ooit een nieuwe nier nodig had.” Mama Chris, levende donor “Mijn reactie: hier ben ik, ik sta mijn nier af”, zegt Chris. “Als mama moest ik dat doen, niemand anders.”
12 procent
Drie jaar geleden werd de jonge vrouw op de wachtlijst geplaatst voor een donornier. “Sinds mijn zeventiende is het erg achteruitgegaan”, vertelt Natasja. “Ik was altijd vermoeid, moest heel veel slapen. Mijn school heb ik met veel moeite afgemaakt. Mijn hobby’s, paardrijden en acteren, zijn geminderd. Drie jaar geleden werkten mijn nieren nog maar voor 12 procent.” “Ik kon niet verdragen dat Natasja niet kon genieten van het leven”, zegt Chris. “Haar sociale leven ging achteruit. Mijn dochter kon niet op stap. Ze was altijd mijn zorgenkindje.” Toch wilde Natasja de transplantatie nog uitstellen. “Ik wilde dat mama niet aandoen”, zegt ze. “Ik had ook schrik: mama heeft 24 jaar lang naast mijn bed in het ziekenhuis gestaan. Nu moest ze zelf ook onder het mes.” “Op het moment dat haar waarden nog slechter werden en ze aan de dialyse moest, heb ik gezegd: nu gaan we het doen”, vertelt Chris. “Afhankelijk zijn van de machine. Dan waren haar leven en vrijheid beperkt.”
Champagne
Op 20 september, de dag waarop Natasja 24 werd, moesten moeder en dochter binnen in het UZ Antwerpen, voor de transplantatie. “Ik ben nog nooit zo blij geweest dat we naar het ziekenhuis moesten”, zegt Chris. “We hebben met haar arts zelfs nog champagne gedronken (lacht). Toen ik de volgende ochtend naar de operatiekamer werd gebracht, was ik happy. De chirurg zei nog: moeders, dat is toch iets speciaals. Je weet dat je van je kind houdt, maar het gevoel dat je letterlijk je lichaam geeft voor je kind, is onbeschrijfelijk.”
De operaties waren zwaar en de eerste dagen heeft vooral Chris veel pijn gehad. “Toch zou ik het onmiddellijk opnieuw doen”, zegt ze. “Orgaandonatie is zo belangrijk voor mensen die het nodig hebben. De wachtlijsten zijn veel te lang. Dit is het mooiste wat je voor je kind kunt doen. De eerste weken waren zwaar, maar nu voel ik me niet anders dan ervoor. Ik voel het niet dat ik maar één nier heb. Ik heb evenveel energie. En Natasja heeft nu ook energie.
Ze heeft weer een leven.
Ze kan eindelijk doen waar ze zin in heeft.”
“Ik wil me nu toeleggen op acteren”, besluit Natasja. “Maar eerst gaan we op reis. Samen shoppen in Thessaloniki.” (lacht)
Ik kon niet verdragen dat Natasja niet kon genieten van het leven