“Wachtlijsten voor orgaandonatie zijn lang”
60 procent meer verwanten schenken nier of stukje lever
Orgaandonatie met een levende donor is de afgelopen tien jaar met 63,7 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers van Beldonor. Bij de nieren zijn vooral de partners en mama’s levende donor. Moeder staan ook het vaakst een stukje lever af. Het aantal niertransplantaties met een levende donor is tussen 2007 en 2016 met 59,5 procent gestegen. Voor de levertransplantaties is er zelfs een stijging van 65,3 procent. “Er zijn steeds meer mensen bereid om een orgaan te doneren”, zegt Luc Colenbie, expert orgaandonatie van de overheidsinstantie Beldonor. “De wachtlijsten voor een donororgaan zijn lang. Mensen zijn meer geïnformeerd en kiezen daarom bewust voor levende donatie. Je kan perfect leven met één nier. Ook een stukje lever kan je missen: de lever groeit terug aan. Levertransplantaties met een levende donor worden vooral bij kinderen gedaan, omdat het stukje lever dat iemand afstaat niet te groot mag zijn. Als een kind op de wachtlijst staat, er slecht aan toe is en er niet meteen een gepaste donor wordt gevonden, gebeurt het steeds vaker dat ouders of andere familieleden spontaan een stukje van hun lever willen afstaan. Bij de nieren kan de patiënt meestal wel verder leven met dialyse, maar de kwaliteit van het leven is niet optimaal. Daarom kiezen naasten bewust om een nier af te staan. Een bloedband is niet noodzakelijk. Er moet wel een match van bloedgroep en weefsel zijn. Voor een levende donor een orgaan mag afstaan, moet deze een hele procedure doorstaan. Het is belangrijk dat de donor weet dat hij nadien nog een normaal leven kan leiden.”