Match met twee gezichten
Invaller Stijn Molenberghs trekt Pelt over de streep
Een match met twee gezichten, zaterdagavond op de Roosen. In de eerste helft dicteerde de thuisploeg de wetten, na de rust nam Sterrebeek het commando over. Gelukkig had Pelt met invaller Stijn Molenberghs een
in huis.
joker
In de eerste helft was het dus eenrichtingsvoetbal. Klaps zorgde al in de zesde minuut voor de eerste bal richting Vandervorst, iets later kende Bahtiri pech toen zijn pegel tegen de lat uiteenspatte en iets voor het halfuur keerde Mertens een bal van diezelfde Bahtiri van de lijn. De gewettigde voorsprong van Pelt kwam er toch met dank aan diezelfde Mertens die handspel beging in de zestien. Ebobo liet die kans niet liggen.
In de tweede helft gingen de bezoekers met succes op zoek naar de gelijkmaker en zelfs naar meer. Tot ze met tien tegen elf kwamen te staan. Daarop nam Pelt het commando weer over. Eerst trof Bahtiri nog eens de lat, maar uiteindelijk besliste invaller Molenberghs de match met twee treffers uit de tweede lijn.
Verrassing
“Tweemaal de lat getroffen, één keer de paal en een bal van mij van de lijn gekeerd”, sakkerde pechvogel Benjamin Bahtiri na afloop. “Van die vier ballen had er wel eentje binnen gemogen, niet? Het zijn zo van die wedstrijden dat het niet wil lukken. Aan de rust hadden wij ruimer moeten voorstaan. De wedstrijd op zich was niet zo hoogstaand, maar de ploeg won en dat is het voornaamste.” Dé verrassing was natuurlijk de selectie van Stijn Molenberghs. “Stijn was goed bezig bij de beloften. Hij moest zijn kans krijgen”, vond T1 Rikie Broeckx, die hem vrijdagavond het heuglijke nieuws bracht. Al had hij, na negen maanden afwezigheid, zijn terugkeer naar de hoofdmacht wel anders voorgesteld. “Toch een beetje stress? Gelukkig kan ik teren op mijn traptechniek. Mijn eerste goal schoot ik binnen vanuit de tweede lijn, de tweede op pass van Giel Maris. Dat ik uitgerekend tegen Sterrebeek, de ploeg waar ik, toen nog met Leopoldsburg, uitviel met een meniscusblessure, heb kunnen scoren doet deugd. De laatste weken heb ik warmgedraaid bij de beloften, maar er is duidelijk een niveauverschil. Ik zal nog hard moeten werken om aanspraak te mogen maken op een vaste stek in de kern. Ik voel dat er nog veel ruimte voor verbetering is en hopelijk krijg ik nog invalbeurten om me te tonen.”