Professor over Belgische buis: “Begroting is geen grabbelton”
Professor Wim Moesen: “De politiek wil te veel mensen plezieren, iedereen doet iets voor eigen achterban”
De Europese commissaris Pierre Moscovici is erg kritisch voor onze ontwerpbegroting van 2018. We zitten samen met Italië, Spanje en Portugal in het groepje van de Club Med-landen, de slechtste leerlingen van de klas. “We zijn voorlopig niet geslaagd”, zegt professor Wim Moesen (KU Leuven). “Al weten we dat pas in mei van volgend jaar heel zeker. Probleem is dat de politiek te veel mensen wil plezieren. Iedereen doet iets voor de eigen achterban. Wij beschouwen de begroting als een grabbelton en we zijn expert in blinde navigatie.” “Europa heeft vier categorieën in het beoordelen van de begroting”, zegt Moesen. Die gaan van helemaal geslaagd tot gebuisd. Wij zitten in de vierde groep, we lopen het risico op een buis. “In mei 2018 krijgen we de definitieve beoordeling”, zegt Moesen. Wat nu voorligt, zijn ramingen, in mei volgt de controle. België heeft half oktober zijn ontwerpbegroting naar Europa gestuurd en Europa heeft nu alles nog eens goed uitgeplozen. Nu blijkt dus dat Europa dat structurele tekort raamt op 1,5% van ons bruto binnenlands product (of 7 miljard), terwijl België zei dat het 1,1% was. We dringen ons structureel begrotingstekort ook niet met 0,6% per jaar terug zoals Europa vraagt. Integendeel, tegen 2019 verslechtert het zelfs tot 1,7%. Een begrotingsevenwicht zoals deze regering van plan was, is dus nog erg moeilijk te halen.
“En de 2,9 miljard euro die we wel structureel verbeteren, komt er voor 40% door technische correcties, voor 20% als gevolg van een betere conjunctuur, voor 20% door hogere ontvangsten zoals vooral de effectentaks en tot slot slechts voor 20% ook door onze uitgaven te beperken”, zegt Moesen.
Schuldgraad
Het nominale begrotingstekort dat wij hebben ingediend, klopt ook al niet. België ging er van uit dat dit 1,1% zou zijn, Europa komt aan 1,4%. Europa heeft namelijk vragen bij de financiering van de vennootschapsbelasting die volgens de regering budgetneutraal zou zijn. Onze schuldgraad daalt wel: van 106,8% in 2014 naar 102,2% in 2017. “Dat komt onder meer omdat we een stukje van BNP Paribas hebben verkocht. Dat soort meevallers mag je niet in de begroting steken, maar daar kan je wel je schuld mee doen dalen”, zegt Moesen.
Uitgaven stijgen te sterk
“Maar er is ook nog een derde punt waar Europa naar kijkt en dat is de toename van de uitgaven”, zegt Moesen. Die moet in verhouding zijn met de economische groei. Voor 2018 wordt een groei van 1,6% voorzien, maar onze uitgaven stijgen sterker dan de groei. “Met zo’n 2%. Wij hebben de reputatie om een belhamel te zijn die goed in de gaten moet worden gehouden. Dat heeft te maken met ons verleden, wij hebben tussen 2010 en 2014 drie keer op het strafbankje gezeten omdat ons tekort hoger was dan 3 procent. Wij beschouwen de begroting als een publieke grabbelton. Iedereen doet iets voor zijn eigen achterban. De wetgeving op de ontvangsten is zeer gecompli-
ceerd: op onze belastingbrief staan meer dan 800 rubrieken. Allemaal om een of andere groep mee te plezieren. Zo stijgen onze uitgaven en dalen onze inkomsten en zitten we met tekorten. In Scandinavië hebben ze schuldgraden van 40 à 50%, toch hebben ze daar ook een grote sociale bescherming. Maar daar grabbelen ze minder. Wij vinden gewoon dat we van de overheid moeten profiteren, terwijl een begroting er moet zijn voor het algemeen welzijn.”
Vooral ’s nachts gemaakt
Ander probleem is de waarde van onze infrastructuur, onze scholen, onze wegen, enz. “Die zijn maar 36% van ons bbp waard, terwijl dat gelijk zou moeten zijn met onze schuldgraad.”
Die infrastructuur laat dan ook nog te wensen over. Moesen verwijst als voorbeeld naar de betonrot in de Brusselse tunnels. “We wachten tot er een probleem is, dan grijpen we pas in. De manier waarop wij ons budget opstellen, laat ook te wensen over. Wij beginnen er laat aan, begrotingen worden ook vooral ’s nachts gemaakt. Die beslissingen zijn dan niet duidelijk maar moeten toch worden uitgevoerd. Een amateuristische werkwijze. Europa ergert zich daar aan. Bovendien schatten we onze inkomsten altijd optimistisch in.”
“Sanering voortzetten”
Minister van Begroting Sophie Wilmès (MR) benadrukt ook dat het nominaal tekort en de schuld “aanzienlijk” gedaald zijn sinds de start van deze regering in 2014. Het nominaal tekort is gezakt van -3,1% naar -1,2% en de schuld van 106,8% naar 102,2%. Bovendien heeft Europa onlangs de prognoses voor de groei bijgesteld waardoor de cijfers zullen verbeteren. De minister verzekert ook dat de regering rekening zal houden met de opmerkingen van de Commissie. “De sanering wordt voortgezet.”
Wake-up call
Parlementslid Peter Dedecker (N-VA) vindt in elk geval dat er in de uitgaven moet worden gesnoeid. “Want de inkomsten zitten wel op schema”, zegt Dedecker. Voor die inkomsten is zijn partijgenoot minister van Financiën Johan Van Overtveldt verantwoordelijk. “Maar voor de uitgaven is de hele regering verantwoordelijk.” Hij denkt daarbij ook aan de uitgaven van de langdurig zieken die fors zijn gestegen. “De hervormingen zijn anders wel bezig. In het rapport staat trouwens nergens dat we een onvoldoende krijgen, maar het is wel een wake-up call.” Peter Vanvelthoven (sp.a-oppositie) wijst wel richting Van Overtveldt. “Hij haalt de nodige inkomsten niet, waardoor het tekort groter wordt. Daardoor zitten wij nu in het clubje van de ZuidEuropese landen.”
Ook meerderheidspartij CD&V is kritisch. “Te verwachten, heb genoeg gewaarschuwd”, twittert Hendrik Bogaert. “Twee derde van de zeer minimale verbetering is dan ook nog dankzij de daling van de rentelasten. Geen duurzaam beleid voor onze kinderen en kleinkinderen. Een zwak punt van een anders sterke regering”.