Niel is het voorlaatste adoptiekindje uit Ethiopië
Diepenbeeks koppel wacht acht jaar op een kind
DIEPENBEEK - “Haddeg, Mark”, zegt Niel (2,5) als ik afscheid van hem neem. Het guitige jongetje uit Ethiopië is razendsnel geïntegreerd sinds zijn aankomst in Diepenbeek afgelopen zomer. Hij spreekt zelfs al een woordje dialect. Toch zag het er naar uit dat de adoptie van Mario Marting (46) en Greet Bielen (44) nooit rond zou raken. “We hebben op een bepaald moment erg diep gezeten”, vertellen ze. Eind 2015 begonnen de problemen met adopties in Ethiopië. De adoptieprocedure van achttien koppels werd opgeschort omdat de plaatselijke werking van de adoptiediensten en de herkomst van de kindjes onderzocht moest worden. Het was niet altijd duidelijk of alle kleuters wel echt waren afgestaan door beide ouders. Een jaar later onderging het plaatselijke Ministry of Women and Child Affairs een zware herstructurering die de adoptiedossiers opnieuw sterk vertraagde. Vorige maand sloot Ethiopië het adoptiekanaal definitief af.
Psycholoog
“We wilden graag kinderen”, vertelt Greet. “Maar door mijn gezondheidsproblemen was dat moeilijk. Mijn jongste broer had ook een kindje uit Ethiopië geadopteerd en dat leek ons een goede oplossing. De hele procedure had bij hem maar 4 jaar en 8 maanden geduurd.”
“In november 2008 zijn we de adoptieprocedure gestart”, vertelt Mario. “In 2010 hebben we 6 weken lang cursussen gevolgd en allerlei geschiktheidsonderzoeken ondergaan. Eind 2010 zijn we dan op de wachtlijst voor Ethiopië gezet. Maar door perikelen in België en Ethiopië heeft de procedure vaak stilgelegen.”
Na bijna zes jaar kregen 18 koppels – waaronder Mario en Greet – eindelijk een kindje toegewezen, maar eind 2015 begonnen de problemen. “Nadat er in de Nederlandse pers berichten opdoken over kinderhandel kwamen er telkens nieuwe onderzoeken naar de plaatselijke adoptiekanalen. In Ethiopië was het in die tijd ook woelig. Na de verkiezingen kwam er een herstructurering van de adopties in het thuisland – ze wilden kinderen liever in eigen land plaatsen – en werd onze procedure opgeschort.”
“Na al die jaren in spanning gezeten te hebben, leek het erop dat het allemaal op niets zou uitdraaien. Ondertussen waren we ook een stuk in de veertig en dan dalen je kansen om een kleuter te adopteren. We zaten toen erg diep”, ver- telt beroepsmilitair Mario. “Ik heb toen hulp gevraagd aan de psycholoog van het leger. Hij heeft ons er allebei bovenop geholpen en daar zijn we hem en het leger eeuwig dankbaar voor.” Greet knikt. “Dankzij de psycholoog hebben we de knop kunnen omdraaien. Toen hebben we ook besloten ‘als het nu niet lukt, dan stopt het voor ons’.”
Na al die jaren leek het erop dat het allemaal op niets zou uitdraaien. We zaten toen erg diep
Mario Marting
Hartverscheurend
Maar op 25 juli 2016, om half elf, belde de adoptiedienst naar Mario en Greet met de vraag of ze nog dezelfde avond naar Ethiopië konden vertrekken. “De volgende ochtend waren we al op weg naar Awash, het stadje waar Niel in een weeshuis zat.”
In Ethiopië kregen Niel en zijn toekomstige ouders een maand de tijd om elkaar te leren kennen. Ondertussen liep de gerechtelijke procedure en werden de Belgische papieren voor Niel geregeld. “We zagen veel armoede in dat stadje. De mensen woonden in golfplaten huisjes en de kleuters liepen er rond in veel te kleine rompers zonder luier. Hartverscheurend. Al heeft Ethiopië ook hele mooie kanten. Dat willen we Niel zeker laten zien als hij ouder is.”
Stamboompje
“De mama van Niel heeft bewust afstand van hem gedaan”, vertelt Greet. “Ze was een arme, ongehuwde moeder. Ze trok rond als nomade. Niel is van de stam Omoro (een etnische minderheidsgroep, nvdr.). Hij heeft ook nog familie in Ethiopië. Het zal later moeilijk zijn om dat uit te leggen, maar we hebben alle gegevens van zijn familie meegekregen. Als hij hen later wil opzoeken, zullen we hem daar zeker in steunen. Ik heb op de lokale markt een zak vol halskettinkjes gekocht met een boompje aan. Dat boompje is het symbool van zijn stam. Na ons is er nog één toelating gekomen voor een adoptiekindje uit Ethiopië. Het heeft dus echt aan een zijden draadje gehangen.” De aanpassing van Niel aan zijn nieuwe thuisland gaat ondertussen verbazend snel. Hij gaat al voltijds naar de kleuterklas, spreekt al heel wat woordjes Vlaams en kan dus afscheid nemen in het Diepenbeeks. “Na twee dagen noemde hij ons al mama en papa. Ondanks de lange weg kijken Greet en Mario toch positief terug op het hele verhaal. “Natuurlijk zouden we er niet voor getekend hebben als we op voorhand wisten dat het achteneenhalf jaar zou duren, maar het adoptiebureau heeft ons altijd goed ondersteund. Niel was het wachten waard”, vindt Greet. “Het enige minpuntje vonden we het gebrek aan psychologische steun tijdens die moeilijke jaren. De jaren voor je mag adopteren zit je voortdurend bij de psycholoog, maar tijdens de procedure moet je die tegenslagen vaak alleen verwerken. Gelukkig kregen we veel steun van onze familie, vrienden en kennissen. Alleen moeten we nu wel tien minuten langer uittrekken om te gaan winkelen in het dorp. Iedereen wil Niel even zien.” (lacht)