Pakmoment
De eindscène van de film ‘Boyhood’ is zo ontroerend dat je nekharen ervan overeind gaan staan. Twee tieners staren naar de rozepaarse hemelsluier over Big Bend Ranch State Park in Texas. Ze zijn meer dan opgezet met elkaars gezelschap. Hij en zij, dat is zo wij. Beiden zestien, staan ze voor het begin van hun hogere studies. “Het moment is constant. Het moment pakt ons”, glimlacht Mason een tik verwonderd naar Nicole, en hij sluit daarmee het tijdperk van zijn kindertijd af. Vanaf dan zal het ene moment het andere snel opvolgen, terwijl de herinneringen aan de groeipijnen van de kindertijd en de zorgen van de vreemde bekenden die de ouders zijn, op de achtergrond verdwijnen. Om pas decennia later weer op te duiken.
De jaren daarvoor waren Masons apenjaren geweest. De levensfase waarin jongeren het meest met zichzelf bezig zijn en hun brein nog in volle wasdom is. De ik-tijd. Rond 15, 16 jaar verandert dat, hoorde ik op de radio. Zoals een spinkrab zijn schild achterlaat voor een groter exemplaar, zo ruilt de jongere zijn ik voor een wij.
Uit een studie blijkt dat vijftienjarigen de groep zijn die elkaar het meest ondersteunen om problemen op te lossen. Niet de grote problemen die iedereen op latere leeftijd teisteren, maar de micro’s. Gsm kapot, huiswerk, de lekke band. The stuff of life. Sociale media doen op die leeftijd nog wat ze later niet meer doen: verbinden in plaats van tegen elkaar opzetten.
Eerlijk gezegd verraste de studie me hoegenaamd niet. Jongeren dromen, werken samen om hun dromen te realiseren. Uit de Generation What-enquête van vorig jaar bleek ook al hoe 16- en 17-jarigen veel meer dan andere leeftijdsgroepen van plan zijn om in het buitenland te gaan werken en het merendeel perfect gelukkig kan zijn zonder een auto. Ze kijken het meest positief aan tegen de toekomst en het leven van hun kinderen-in-spe, vinden meer dan andere groepen dat er liefde moet zijn om van een relatie te spreken. Kortom, ze dromen en blijven dat een tijd doen. Ze kijken ernaar uit om twintig te worden en volop in het leven te staan. Maar wat later slaat hun sentiment plots om. Ze klagen over te veel individualisme. Tegen dat ze 25 zijn, en de bedrijfsauto klaarstaat, is het gedaan met de oude dromen. Er moet gewerkt, er moet verdiend, er moet gekocht en geleefd. Het moment moet gepakt, maar niet om te geven. En dat is jammer. Jeugd moet activistisch zijn, ze moet de horizon openhouden en de grenzen breken die ons allen opgedrongen worden door de fluwelen kooi van het materialisme. Zodat we ons allen aan het moment kunnen blijven overgeven.