Vragen en meer vragen
MIST REST VAN HET SEIZOEN MET KRUISBANDBLESSURE
sures en vooral vijf kruisbandoperaties in anderhalf jaar tijd? Albert Stuivenberg gaat de vraag niet uit de weg maar heeft het eerst over de klap, die Bryan Heynen te verwerken kreeg.
“Ik weet heel goed wat hij meemaakt, omdat ik hetzelfde heb doorgemaakt op erg jonge leeftijd. Het is een aderlating voor de ploeg maar in de eerste plaats doodjammer voor Bryan zelf, omdat hij de rol van Sander Berge op een geweldige manier had overgenomen. Hij moet het nu eerst accepteren en daarna aan het herstel werken. Gelukkig staat de medische wetenschap al veel verder dan dertig jaar geleden, zeker op het vlak van dit soort blessures. De meeste spelers keren sterker terug, daar kan hij zich aan optrekken.” “Natuurlijk stellen we ons vragen bij al die kruisbandblessures, je moét je als club daar vragen bij stellen. Ligt het aan de ondergrond? Blijkt dat de spelers vijf keer op een ander veld zijn geblesseerd geraakt. Ligt het aan de manier van trainen? Wel, Malinovskyi, Vanzeir en Karelis blesseerden zich onder mijn voorganger, Dewaest en Heynen onder mij. Is het nog een gevolg van de zware belasting van vorig seizoen? Dan is het raar dat precies Bryan Heynen getroffen wordt, hij speelde toen zeker niet altijd. Ook de manier waarop ze zich blesseerden verschilt enorm, Heynen blesseerde zich aan zijn linkerknie bij een trap met links.”
Dat ook de medische begeleiding en vooral de manier waarop aan blessurepreventie wordt gedaan binnen de club onder de loep wordt genomen, ligt voor de hand. Iedereen moet in zo’n situatie zichzelf in vraag stellen. Bovendien werd de volledige medische staf in twee jaar vernieuwd.
Al kan de slotconclusie straks gewoon ‘brute pech’ luiden. Toeval in het kwadraat…