Werkloosheid in getroffen Maasland daalt spectaculair
Wel met dank aan aanwervingen in Nederland
De Vlaamse regering vergadert vandaag in het Terhills Hotel in Eisden (Maasmechelen) waar ze de halfjaarlijkse resultaten van het SALK-plan presenteert. Opvallendste vaststelling is de spectaculaire daling van de werkloosheid in het Maasland, traditioneel de zwakste economische regio van Limburg. Het herstel van de Limburgse economie en arbeidsmarkt gaat voort. Eind oktober klokte de werkloosheidsgraad af op 6,84%. Daarmee blijft Limburg het beter doen dan het Vlaams gemiddelde (6,88%). Het meest opvallende signaal komt uit het Maasland, dat zwaar getroffen werd door de Ford-sluiting. De werkloosheidsgraad is er gedaald tot 7,84%, het laagste niveau sinds juli 2008. In Maasmechelen is de daling het spectaculairst. Van 15 procent in januari 2015 naar goed 10% nu. Kanttekening is wel dat de meeste jobs gecreëerd worden in Nederland (vooral bij autofabriek VDLNedcar in Born) en niet aan onze kant van de grens.
Zwak punt van het SALK-plan blijft de vertraging van alle belangrijke mobiliteitsdossiers, zoals de Noord-Zuidverbinding, het Spartacusplan en het investeringsplan van de NMBS.
Vijf jaar na de aankondiging van de sluiting van Ford Genk gaat het herstel van de Limburgse economie en arbeidsmarkt onverstoorbaar verder. Op verschillende vlakken is de achterstand tegenover de rest van Vlaanderen zelfs ingehaald. Maar voor een hoerastemming is het nog te vroeg. Dé zwakke flank van het SALK-plan blijft de ontsluiting van Limburg. Van alle belangrijke mobiliteitsdossiers is nog altijd niets in huis gekomen.
Het statige Terhills Hotel in Eisden (Maasmechelen) is vandaag niet toevallig het toneel van de halfjaarlijkse evaluatie van het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK). Het hotel is een van de realisaties op de enorme Terhills-site, die met hulp van SALK-middelen wordt ontwikkeld. Tegen 2020 moet het uithangbord, een vakantiepark met 250 huisjes, plechtig worden geopend.
En er is nog een tweede reden dat de Vlaamse regering vandaag naar het
Maasland afzakt. De traditioneel zwakste economische regio van Limburg zeker na de sluiting van Ford - vertoont opvallende tekenen van beterschap. Daarmee volgt de regio de al eerder in gang gezette heropleving van de Limburgse economie en arbeidsmarkt.
Maasland doet het goed
Eind oktober klokte de werkloosheidsgraad af op 6,84%. Daarmee blijft Limburg het beter doen dan het Vlaams gemiddelde (6,88%). Ter vergelijking: in januari 2015, net na de definitieve sluiting van Ford Genk in december 2014, lag de werkloosheidsgraad nog op 9,1 procent. Dat was toen een verschil van 1,1 procent met het Vlaamse gemiddelde.
Ook het Maasland volgt nu dat goede voorbeeld. Daar ligt de werkloosheidsgraad nu op 7,84%. Nog altijd fors boven het Vlaamse gemiddelde, maar wel het laagste niveau sinds juli 2008. De heropleving is vooral te danken aan de gemeente Maasmechelen, waar de werkloosheid op het laagste niveau in negen jaar tijd staat. Ter vergelijking: in januari 2015 stond de werkloosheid er nog op 15,09%, nu is dat 10,04%.
Met dank aan Nedcar
Kanttekening is wel dat het Maasland dit herstel grotendeels te danken heeft aan de Nederlandse buren. In de heropgestarte autofabriek VDL-Nedcar in Born werken intussen ruim 1.000 Belgisch-Limburgers. De helft daarvan werd aangetrokken door bewuste inspanningen van de VDAB in het Maasland. Er wer-
den met een eerste grensinfopunt in Maasmechelen ook bijkomende inspanningen gedaan om werknemers en werkgevers te informeren over werken aan de overkant van de grens.
Dat is geen luxe, want hoewel het aantal vacatures in Limburg het afgelopen jaar 18,7 procent hoger lag dan het jaar daarvoor, zijn er in het Maasland nog altijd veel te weinig jobs. Voor elke vacature zijn er 20,2 niet-werkende werkzoekenden, dat is bijna vier keer meer dan het Vlaamse gemiddelde van 5,8.
Mobiliteit mangelt
Het Terhills-project op de voormalige mijnterreinen van Eisden is een van de SALK-projecten die in gang werden gezet om lokaal jobs te creëren. Van de in totaal 134 projecten die in het SALK-plan werden opgenomen, zijn er vandaag 42 gerealiseerd en zitten er 68 op schema. Dat is samen 82 procent. Van het budget van 317,5 miljoen dat daartegenover staat, is intussen 89,3% toegewezen of besteed.
Geen slecht resultaat met het oog op het einde van het SALK-plan in 2019, ware het niet dat alle belangrijke mobiliteitsprojecten enorme vertraging hebben opgelopen. Net die ontsluiting van Limburg is volgens het SALKrapport samen met onderwijs de belangrijkste randvoorwaarde voor de heropleving van Limburg. Toch is het nu al jaren wachten op beweging in deze dossiers. Het belangrijkste dossier, het Spartacusplan, zit voorlopig muurvast omdat Infrabel niet langer 31 miljoen euro wil investeren in de afschaffing van 14 bestaande overwegen langs het tracé in Bilzen en Diepenbeek. De SALKtaskforce roept de federale regering nu zelfs officieel op dat geld vrij te geven. In het beste geval zal de eerste tram dan ten vroegste in 2023 rijden.
In het al generaties aanslepende dossier van de Noord-Zuidverbinding is het ook wachten. In dit geval op een decreetswijziging waardoor het project een zogenaamde ‘complex project’ kan worden en het dossier via het Vlaams Parlement kan worden gerealiseerd. De SALK Taskforce had de Vlaamse regering gevraagd de startbeslissing in september te nemen, maar die deadline werd niet gehaald.
Investeringen NMBS
Ten derde is het wachten op het nieuwe meerjareninvesteringsplan van de NMBS. Ook in dit dossier roept de SALK-Tasforce de federale regering op om vaart te maken. Maandag overleggen de vier ministers van Mobiliteit en moet er witte rook komen. In de plannen die in de wandelgangen circuleren, zitten potentieel zeer positieve zaken voor Limburg.
Het gaat onder meer om de volledige elektrificatie van het Limburgse spoorwegennet (Mol-Hamont en MolZonhoven) en de verdubbeling van het traject BalenZonhoven. Ook voor de voor Vlaanderen belangrijke reactivering van lijn 18 HasseltNeerpelt zijn middelen voorzien om het project klaar te maken voor uitvoering. Vlaanderen eist garanties dat het tot een uitvoering zal komen, maar zonder budget zijn die er niet. Geert Bourgeois noemde lijn 18 ooit de prioriteit der prioriteiten voor de Vlaamse spoorstrategie, maar het blijft dus afwachten of dit project verder zal komen dan de tekentafel.