“Lommel is mijn laboratorium”
Tongenaar graaft prehistorische werktuigen na drie jaar weer op
Doctoraatsstudent Dries Cnuts (33) uit Tongeren onderzoekt microscopische kleine deeltjes op prehistorische vuurstenen werktuigen om hun functie te achterhalen. Voor zijn doctoraat wil hij de huidige onderzoeksmethode verbeteren want volgens hem kunnen de deeltjes een schat aan informatie opleveren. Hiervoor begroef hij drie jaar geleden experimentele werktuigen in het Lommelse zand. Vorige week haalde hij ze weer boven. “Mijn doctoraat, dat kadert in een Europees onderzoeksproject over de oorsprong en evolutie van de montage van stenen werktuigen, focust op de oudste periode in de prehistorie, namelijk het paleolithicum of de oude steentijd”, situeert Cnuts die doctoreert aan het Traceolab van de Universiteit van Luik. ”Hiermee wil ik de methode verfijnen die de microscopisch kleine resten bestudeert die achterblijven op oeroude werktuigen. De met het blote oog onzichtbare deeltjes kunnen ons heel wat vertellen. Zeer kleine plant- of beenfragmenten vertellen niet alleen iets over de functie van de werktuigen, maar ook over de technologische tradities van onze voorouders gedurende een bepaalde periode. Zo is het belangrijk te achterhalen wanneer de mens zijn werktuigen begon te monteren op handvatten. Hout- of harsresten kunnen hierop wijzen.” De methode die deze restanten bestudeert, is niet nieuw. “Ze bestaat al veertig jaar, maar werd tot nu toe heel weinig toegepast in Europa. De hoofdreden hiervoor is dat onze bodem minder gunstig is voor de conservering van residu’s dan in bijvoorbeeld de droge bodems Dries CNUTS Doctorandus van Australië of Zuid-Afrika. In mijn doctoraat wil ik daarom nagaan welke residu’s in onze contreien goed of nauwelijks bewaren.”
Experimenten
Om dit proefondervindelijk vast te stellen begroef Cnuts in 2014 vijftig experimentele vuurstenen werktuigen die werden gebruikt op verschillende materialen en vijf verschillende locaties. “Dit gebeurde onder andere Lommel, waar ik de steun kreeg van de Erfgoedwerking. De verwachting is dat de hoge zuurtegraad van de Lommelse zandbodem de residu’s zwaar zal aantasten of zelfs geheel vernietigen. Vorige week heb ik de stukken na drie jaar weer opgegraven. Nu ga ik de effecten van de bodem microscopisch en chemisch onderzoeken. Het experiment zal ons inzicht verschaffen over hoe die kleine restanten bewaren.” Volgens Cnuts is het de eerste keer dat een begravingsexperiment zo veel jaren uittrekt om die effecten vast te stellen. “De conclusies van dit experiment zullen ons helpen om residu’s op werktuigen van Europese sites beter te identificeren en een bijdrage te leveren aan de grote vragen omtrent onze menselijke evolutie zoals het verdwijnen van de neanderthaler.”
Zeer kleine plant- of beenfragmenten vertellen niet alleen iets over de functie van de werktuigen, maar ook over de technologische tradities van onze voorouders