“De pijn maakt je zo moe”
Als profvoetballer bij KRC Genk, Seraing, Anderlecht en Patro Eisden was Stefano Ghiro (45) niet te houden, vandaag is zelfs de kleinste beweging de hel, door een rug die het compleet begeven heeft. “Maar ik vertel het niet tegen mensen, omwille van het onbegrip.”
GENK -
Ik vertel niet tegen mensen over mijn rugpijn. Er heerst nog te veel onbegrip
“Op mijn 28ste ben ik gestopt met profvoetbal, omdat ik voelde dat ik nooit de echte top zou bereiken. Er waren toen al veel blessures. Op scans van mijn bekken was beschadiging te zien, maar pijn had ik nog niet”, beschrijft Genkenaar Stefano Ghiro, die zijn schouders heeft gezet onder de Soccer Arena in Genk. “Kinderen opleiden, met de clubs bezig zijn, dat boeit me. Ik heb me daar altijd de volle 100 procent voor ingezet. Tot negen maanden geleden. Opeens ging het heel snel achteruit met mijn rug. Je ziet het: ik ga compleet krom.”
Onbegrip
Het onbegrip rond rugproblemen heeft Stefano als geen ander ervaren. “Het heeft tot nu geduurd voor men wist wat ik had: de ziekte van Bechterew, een aandoening die generaties kan overslaan. Ik heb gehoord dat mijn overgrootmoeder het ook had. Via medicatie, rugschool
Tandpijn
Stefano GHIRO Rugpijnpatiënt en beweging zou de pijn draaglijk moeten worden. Je kan ermee leren leven, maar voor een zelfstandige is dat niet evident. Ik kan niet zomaar een paar dagen vrij nemen.” “Rugpijn wordt vaak niet ernstig genomen, maar je hebt geen idee hoe het je leven verandert”, zucht Ghiro. “Zie het als voortdurende, hevige tandpijn. Ik zit intussen aan dik twee dozen vol medicatie. Het maakt je zo moe, zowel de pijn als die medicatie. Erover spreken doe je ook niet makkelijk. Er is veel dat ik niet meer kan. Zelfs papier oppakken voor de printer durf ik niet meer”, beschrijft Stefano, die nu begonnen is met behandelingen in de pijnkliniek en volgende week start met de rugschool. “Ik voel wel al verschil na de eerste infiltratie op de plek waar het probleem zit. Dat is nu de enige plaats waar ik geen pijn heb. Hopelijk blijft dat duren.”