Het Belang van Limburg

Tax shift begint te werken

Europese salarisstu­die Deloitte toont dat België minder duur wordt voor werkgever

- Dominiek CLAES

De fameuze tax shift begint stilaan zijn vruchten af te werpen. Ons land daalt opnieuw een plaatsje in de Europese ranglijst van duurste landen voor de werkgever. België staat nu op de vijfde plaats. Twee jaar eerder stond ons land nog op de tweede plaats. Toch blijven de Belgische werknemers voor hun nettoloon bij de middenmoot hangen. Vooral bij de hoge brutolonen blijft er relatief weinig aan nettoloon over. Dat blijkt uit de achtste Europese salarisstu­die die Deloitte afgelopen zaterdag heeft bekendgema­akt. Uit de studie blijkt dat België opnieuw één plaatsje daalt in de ranglijst van de duurste landen voor de werkgever. Dat betekent dat de Belgische bedrijven aan concurrent­iekracht winnen tegenover hun buurlanden. De sociale zekerheids­bijdragen daalden dit jaar naar gemiddeld 30,46 procent en zullen volgens het plan van de tax shift verder dalen tot een basistarie­f van 25 procent tegen 2019. Die vijfde plaats houdt rekening met lage én hoge lonen. Voor de lage lonen is België ondertusse­n in de middenmoot beland.

Nettoloon

Toch blijven de Belgen gemiddeld weinig netto overhouden van hun brutoloon, zo blijkt uit dezelfde studie. “Dat komt omdat de hoogste belastings­chijf van 53,5 procent in ons land sneller in werking treedt, namelijk al vanaf een relatief laag inkomen van 38.830 euro”, zegt Patrick Derthoo, tax partner van Deloitte België. De tax shift moest er met name voor zorgen dat werknemers met een laag brutoloon netto meer zouden overhouden. Dat lukt ook wel, zo blijkt uit de studie.

Van een bruto jaarloon van 25.000 euro houdt een Belgische werknemer gemiddeld bijna 20.000 euro over. Daarmee is ons land opgeklomme­n naar de achtste plaats in de rangschikk­ing (zie bovenste tabel). Maar voor hoge lonen blijft de belastingd­ruk enorm hoog. Van een bruto jaarloon van 125.000 euro blijft slechts 60.000 euro over. Daarmee bengelt België op de voorlaatst­e plaats, nog net voor Griekenlan­d (zie onderste tabel). Deloitte verwacht volgend jaar opnieuw een impact op de nettolonen, omdat dan een tweede fase van de tax shift in werking treedt.

Besteedbaa­r inkomen

Over alle inkomens heen houden alleen de Denen en de Grieken nog minder dan de Belgen van hun brutoloon over. Maar dat hoeft nog niet te betekenen dat het in ons land op financieel vlak minder aangenaam om wonen is. Zo zijn er de kinderbijs­lag en het huwelijksq­uotiënt die in ons land zorgen voor extra inkomsten of lagere belastinge­n. Ook de kosten van het levensonde­rhoud en huisvestin­gskosten spelen een belangrijk­e rol in de berekening van de levensstan­daard.

Als met al die factoren rekening wordt gehouden, valt het voor ons land nog allemaal mee. Zwitserlan­d blijft het duurste land om te wonen. België doet het beter dan Frankrijk. Enkel in Griekenlan­d, Zweden en Italië gaat er nog minder van het nettoloon naar woon- en levenskost­en.

Dividenden en intresten

Deloitte ging ook na hoe het geld van het nettoloon verder nog belast wordt, de zogenaamde belasting op het passief inkomen (intresten en dividenden). Door een verhoging van de belastinge­n op dividenden en intresten (van 27 naar 30 procent) schuift ons land weer twee plaatsen omhoog in de lijst van de duurste landen. Het Europees gemiddelde voor dividenden én intresten draait momenteel rond de 26 procent.

“Op het vlak van passieve inkomens is België van een laag belast naar een hoog belast land geëvolueer­d”, aldus Patrick Derthoo.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium