2.0: de nieuwe versie van alles
‘Collega’s 2.0’ luidde de titel van het hoofdartikel in de zaterdagkrant. Een verwijzing naar de biosoopversie van de veertig jaar oude tv-serie die eraan komt. 2.0 is een veel gebruikt synoniem voor ‘de nieuwe’, ‘het nieuwe’. Het zijn geen cijfers die verband houden met de cilinderinhoud van een auto. Ze komen rechtstreeks van de benaming Web 2.0 uit de computerwereld. De term is rond 2001 bedacht door de Ierse computertycoon Tim O’Reilly, de stichter van een mediaconcern dat handelt in software, trainingen en computerboeken en eind jaren negentig betrokken was bij een stel grondige internetvernieuwingen.
De evolutie van softwareprogramma’s werd vanaf het begin met Web 1.0, 1.1 , 1.2, etc. aangeduid, en dat is vandaag nog zo. Met Web 2.0 benoemde O’Reilly in 2001 de grootste revolutie: manieren waarop doorsneegebruikers zelf informatie konden uploaden (inladen, invoeren) en niet alleen downloaden (afhalen). Internet werd interactief, bracht iedereen aan het schrijven. Denk aan Wikipedia, YouTube, Twitter of Facebook.
Het overmatige gebruik van die 2.0 voor minder schokkende vernieuwingen in marketing, media, bankwezen, overheid, godsdienst (dominee 2.0) en restaurants heeft de kracht uit het hippe beeld weggezogen. Je kunt het nu ook al hebben over een 2.0-terras (met infraroodverwarming), het nieuwe pinnen (zonder kaart), maar ook over mensen: een comeback (Federer 2.0), een kopie (Whitney Houston 2.0), zelfs over teruggekeerde Syriëstrijders (met zwaardere wapens). Zo ontstaat de weeïge geur van het cliché. Alleen ironie, humor, kan 2.0 redden, wat met ‘De Collega’s 2.0’ ook gebeurt: ze zijn met een smartphone uitgerust.