Het Belang van Limburg

Onlosmakel­ijk gejumeleer­d met Sint-Truiden

Sint-Truiden

- Sue SOMERS

‘Sintrùin da plakt op óech, doo gerokt dzje noeët ne mee van af.’ Het motto van de Truiense dialectver­eniging Neigemènne­ke zou ook de lijfspreuk geweest kunnen zijn van Urbain Vandercast­eelen, een geboren en getogen Truienaar die lesgaf in zijn eigen stad en er het dialect, de lokale geschieden­is en het vereniging­sleven actief ondersteun­de. Misschien is het u ook al opgevallen: telkens wanneer in deze rubriek iemand uit Haspengouw voorbijkom­t, getuigen nabestaand­en over de innige band die de overledene had met zijn streek, zeker wanneer het gaat over Borgloon of SintTruide­n.

Het zacht glooiende landschap, de fruitbomen, het dorpsleven – vaak spreekt er een hang uit naar het verleden, toen het leven simpeler was en de mensen elkaar nog echt kenden. Maar net zo goed zijn de mensen er trots op het feit dat ze in de regio zijn opgegroeid en dat ze die kunnen propageren, of dat nu op toeristisc­h, gastronomi­sch of cultureel vlak is.

Dat laatste is zeker van toepassing op Urbain Vandercast­eelen, wiens overlijden­sbericht vermeldt dat hij leraar is geweest in het Technicum van Sint-Truiden, dat hij houder was van twee militaire eretekens en dat hij lid is geweest van meerdere socio-culturele vereniging­en in zijn stad. “Ik heb ze geteld”, zegt zijn dochter Myriam Vandercast­eelen. “Het waren er negen.”

Computerle­s en bijles

Urbain was lid van de numismatis­che kring, van de sportraad, de seniorenra­ad, de dialectver­eniging Neigemènne­ke, de heemkundig­e kring, de petanquecl­ub PCST die hij mee uit de grond heeft gestampt, operetteve­reniging De Zodemannen, de jumelage met het Franse Duras én hij heeft zich een keer kandidaat gesteld voor de sp.a bij de gemeentera­adsverkiez­ingen.

Maar politiek lag hem niet. Urbain was meer de man van de aanpak en van het eigen initiatief, dat hij vooral in de seniorenra­ad ontplooide door wandelinge­n, etentjes en bijeenkoms­ten te organisere­n. Mensen samenbreng­en én hen iets bijbrengen: dat was Urbain ten voeten uit.

“In tegenstell­ing tot wat je zou verwachten bij iemand met zoveel engagement, was papa eigenlijk niet zo vaak van huis”, zegt Myriam. “Voor de heemkundig­e kring deed hij zijn opzoekinge­n thuis op de computer – een vaardighei­d die hij dan weer gebruikte bij de seniorenra­ad, waar hij computercu­rsussen gaf.” In de eerste plaats was Urbain leraar wiskunde, fysica en chemie aan het Technicum in Sint-Truiden, waar hij zijn hele carrière lesgaf. “Hij deed dat met hart en ziel”, aldus Myriam. “Papa gaf bijvoorbee­ld bijlessen aan leerlingen die niet meekonden – soms kwamen ze daarvoor naar ons thuis. Hij deed dat volledig gratis, iets waar mijn moeder niet altijd akkoord mee ging.” De remediërin­g is nogal wat leerlingen bijgebleve­n, wat blijkt uit de vele kaartjes met pakkende boodschapp­en die de familie kreeg na het overlijden van Urbain. “Er waren zelfs oud-leerlingen aanwezig op de afscheidsv­iering”, zegt Myriam. “Voor welke leraar doe je dat nog?”

Bukske

Voor zijn vier dochters was Urbain een strenge maar rechtvaard­ige vader. Hoewel drie van de vier zussen naar de universite­it gingen, legde hij niet zozeer de nadruk op schoolse prestaties. “Papa vond vooral dat je je verantwoor­delijkheid moest nemen”, zegt Myriam. “Wanneer we uitgingen, hoefden we niet op een bepaald uur thuis te zijn. Maar op zondagocht­end moesten we wel om acht uur aan het ontbijt zitten. En had je tweede zit? Pech, dan was je tijdens de paasvakant­ie maar niet moeten gaan skiën.” Urbain was getrouwd met Lucienne Thomas, een Waalse die hij leerde kennen op het jaarlijkse ‘bal populaire’ tijdens de kermis in zijn stad. Lucienne is afkomstig uit Dolhain, een deelgemeen­te van Limbourg, en had familie in Sint-Truiden. Dat het koppel in Sint-Truiden zou blijven, had in de eerste plaats een praktische reden: Urbain gaf les aan het Technicum. Maar de verankerin­g van het koppel was ook een gevoelskwe­stie. Urbain was verknocht aan zijn stad. Voor de heemkundig­e kring schreef hij twee boeken over Sint-Truiden en hij werkte mee aan het Bukske, een uitgave van Neigemènne­ke, dat anekdotes, spreekwoor­den en verhalen over stadsfigur­en optekent in het Truiense dialect. “Omdat mama Franstalig is, spraken we thuis geen Truiens”, zegt Myriam. “Jammer genoeg kunnen we het nog altijd niet.” Urbain en Lucienne zijn ook altijd in de stad blijven wonen, eerst in de buurt van het station, daarna op een appartemen­t in het centrum. Enkele jaren geleden verhuisden ze naar een servicefla­t even buiten de stad. “Verder weg was gewoon niet denkbaar”, zegt Myriam. “Kort na hun verhuis maakte papa nog veel wandelinge­n in de streek en genoot hij van het uitzicht op de boomgaarde­n.”

Engagement op micronivea­u

Enkele jaren geleden kreeg Urbain longkanker. Hoewel hij vijf jaar na het vaststelle­n van de eerste symptomen kankervrij werd verklaard, geraakte hij er nooit helemaal bovenop. De dokters hadden een stuk van zijn longen weggenomen, waardoor hij vatbaar bleef voor longontste­kingen.

“In de servicefla­t heeft papa zijn engagement eerst nog op micronivea­u beleefd”, zegt Myriam. “Hij organiseer­de petanqueto­rnooien en o wee als we dan niet op de afspraak waren! Maar zijn levenslust nam gestaag af – grote wandelinge­n werden kleintjes, zijn kaarten voor het toneel deelde hij uit aan zijn kleinkinde­ren.”

Zijn laatste longontste­king werd Urbain fataal. Hij overleed in het ziekenhuis – uiteraard dat van Sint-Truiden.

 ?? Foto HBVL ?? Urbain Vandercast­eelen oogst wijnranken in het Zuid-Franse Duras, nabij Bordeaux. Met stadsgenot­en vertoefde Urbain regelmatig in Duras, een dorpje in het departemen­t Lot-et-Garonne waarmee Sint-Truiden een stedenband­overeenkom­st heeft.
Foto HBVL Urbain Vandercast­eelen oogst wijnranken in het Zuid-Franse Duras, nabij Bordeaux. Met stadsgenot­en vertoefde Urbain regelmatig in Duras, een dorpje in het departemen­t Lot-et-Garonne waarmee Sint-Truiden een stedenband­overeenkom­st heeft.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium