De georganiseerde misdaad in Limburg
Te weinig mensen en middelen om georganiseerde misdaad te bestrijden
“Helaas, het Limburgs parket heeft te weinig mensen en middelen om de georganiseerde misdaad in onze provincie effectief te bestrijden.” Die harde conclusie trekt procureur Guido Vermeiren (foto) in een exclusief interview met Het Belang van Limburg. “Limburg is een ijsberg”, aldus de procureur. “Boven het oppervlak een mooie, groene provincie met vriendelijke mensen. Maar daaronder: tal van zorgelijke onfrisse praktijken.” Lees: een groot aantal criminele motorbendes en internationale drugshandel. Vanaf maandag brengen wij u een week lang het dossier ‘De georganiseerde misdaad in Limburg’.
Na Antwerpen, Brussel en Gent bekleedt Limburg de vierde plek op de lijst van plaatsen waar georganiseerde criminele bendes vaste voet aan de grond hebben. Die weinig benijdenswaardige stek heeft onze provincie te danken aan de wildgroei aan motorbendes, internationale drughandel, drugslabo’s en wietplantages. “Deze fenomenen aanpakken zijn een absolute prioriteit”, zegt procureur Guido Vermeiren, “maar helaas hebben het Limburgs parket en de Limburgse politie te weinig mensen en middelen om de zware georganiseerde misdaad in de provincie effectief te bestrijden.” En dat heeft gevolgen. “We kunnen niet garanderen dat we alle problemen kunnen aanpakken. We moeten keuzes maken. Zo vervolgen we sinds maart van dit jaar, onder bepaalde voorwaarden, geen ‘eenmalige kleine feiten’ meer, zoals fietsdiefstallen en kleine winkeldiefstallen. In totaal gaat het in 2017 om 3.500 kleine misdrijven die niet meer vervolgd worden, zo’n 10 procent van het totale aantal misdrijven dit jaar.” Het Limburgs parket zoekt ook naar oplossingen. “Sinds oktober loopt er een proefproject in de politiezone Carma (oa Genk). “Een magistraat werkt er in de kantoren van de politie zelf, om korter op de bal te spelen. Als dat werkt, breiden we het project uit naar de andere zones.”
Kempenaar Guido Vermeiren ging drie jaar geleden aan de slag als eerste procureur van Limburg, nadat de parketten van Hasselt en Tongeren samenvloeiden. Met het eengemaakte parket wil hij een open en snellere strijd voeren tegen elke vorm van criminaliteit. Maar hij vindt hindernissen op zijn weg.
“Als over Limburg gesproken wordt, ook buiten de provincie, klinkt het altijd lyrisch: de mooie, rustige, groene provincie waar het bijzonder aangenaam vertoeven is. Met zijn fantastische wandel- en fietsroutes, zijn mooie B&B’s. Waar de mensen vriendelijk zijn en gezelligheid troef is. Dat beeld klopt uiteraard, maar het is maar een deel van het plaatje. Als je het vergelijkt met een ijsberg, dan is dat gastvrije Limburg het mooie deel dat boven het wateroppervlak uitsteekt.” “Het deel dat eronder zit, oogt minder fraai, maar is ook een realiteit. Helaas een ernstige realiteit. Het gaat om tal van zorgelijke, onfrisse praktijken. Niet altijd overal zichtbaar, maar we moeten ze wel bestrijden. En daar hebben parket en politie onvoldoende middelen voor. Zeker als je kijkt naar de zware vormen van georganiseerde criminaliteit die in onze provincie heersen, door onder meer de lange grens met Nederland. Justitieminister Geens erkende bij de opening van het gerechtelijk jaar voor de balie Limburg ook dat het personeelskader van het Limburgse parket te klein is. Maar een verandering lijkt niet meteen op komst.”
We moeten dus luider roepen. Over de wildgroei aan motorbendes in anderhalf jaar tijd bijvoorbeeld. De toename zou te wijten zijn aan het verschil in aanpak tussen Nederland en België. Nederlandse criminelen zijn zich hier komen vestigen en zetten
hun duistere zaakjes verder.
“We hebben in Limburg een ongelooflijk groot aantal criminele motorbendes. Twintig procent van alle clubhuizen of afdelingen zijn in Limburg gevestigd. Als je de leden onder de loep neemt, dan blijkt dat twee derde van hen de laatste tien jaar ernstige, criminele feiten heeft gepleegd.”
“Net als de bestuurlijke overheden is het parket zich er van bewust dat voorzichtigheid geboden is. Er is een tijd geweest dat men zich minder zorgen maakte als er zich ergens een chapter of afdeling van de Hells Angels of Outlaws vestigde. Of als een motorclub een of andere activiteit organiseerde, al dan niet onder het mom van een goed doel.”
“Ik denk dat die tijd nu definitief voorbij is. Nu is het zaak om iedereen op dezelfde lijn te krijgen, ook de bestuurlijke overheden, om samen te zoeken naar de beste aanpak. Dat is onder andere de bedoeling van het pas gelanceerde ARIEC, het Arrondissementeel Regionaal Informatie- en Expertise Centrum. Daarbinnen gaan we specifieke informatie verzamelen en uitwisselen, zodat we van elkaar weten wat we doen. Doel is de criminaliteit aan te pakken op zowel administratief als gerechtelijk vlak.” “Nederland is al langer bezig met die bestuurlijke handhaving, daar draaien de RIECs op volle toeren. In Limburg is men ermee beginnen experimenteren in 2012, in Genk. Het ARIEC kan de gemeenten van het arrondissement ondersteunen, onder meer door hen mogelijke maatregelen aan te reiken: het intrekken van vergunningen, administratieve sancties, verzegeling van panden... We denken daardoor meer slagkracht te krijgen, maar we weten ook dat dat niet zal volstaan.”
“We hébben een enorm zwaar probleem met internationale drughandel. Als je Limburg vergelijkt met andere gerechtelijke arrondissementen, dan springen wij er op het vlak van motoren drugbendes ver bovenuit. Antwerpen zit, zoals algemeen bekend, met een gigantisch cocaïneprobleem in de haven. Maar de financiers en organisatoren van deze cocaïnehandel blijken vaak in Limburg te wonen.”
In 2015 werden maar liefst 11 drugslabo’s in Limburg ontdekt. Stijgt dat aantal nog altijd?
“Sinds 2013 was er een sterke stijging van de drugscriminaliteit op alle vlakken, met een absoluut hoogtepunt in 2015. Met de 11 ontdekte labo’s was Limburg dat jaar goed voor bijna 65 procent van alle opgerolde drugslabo’s in ons land. In 2014 was Limburg goed voor 45 procent van alle in ons land opgerolde labo’s, in 2016 voor 35 procent. Voor 2017 heb ik nog geen exacte cijfers. Maar ik vrees dat we aan de kop van de rangschikking blijven.”
Om niet te spreken over de cannabisplantages. Er zijn er dit jaar slag om slinger opgerold. Ligt daar nog iemand wakker van? Het lijkt dweilen met de kraan open.
“Zo lijkt het inderdaad, maar dat is niet zo. Als je niets doet, dan laat je criminele organisaties toe dat zij bijzonder veel winst maken én blijven maken. Elke keer als de organisatie kan oogsten, maakt ze ongelooflijk veel winst. Die criminele winst wordt effectief gebruikt in de maatschappij en ondermijnt onze economie. Een legale ondernemer kan nooit concurreren met de prijzen die criminele bendes betalen voor de aankoop van bijvoorbeeld restaurants of cafés. Die zaken kopen de bendes uiteraard enkel om ze te gebruiken als witwasmachines.”
“Hier moeten wij natuurlijk tegen op-
Limburg is een ijsberg. De mooie groene provincie met vriendelijke mensen, dat is het deel boven het wateroppervlak. Wat daar onder steekt, is minder fraai
“Helaas, wij kunnen de georganiseerde misdaad niet effectief bestrijden”
treden! Criminele bendes die niet genoeg winst maken, stoppen ermee. Omdat de winst via plantages op korte tijd wordt gemaakt, moeten we bovendien snel optreden. Want als we te lang wachten, hebben de bendes al meermaals geoogst en grote winsten gemaakt. Dan vinden ze het niet erg dat ze een paar plantages zijn kwijtgeraakt.”
“Als we een berekening maken van de winst die cannabistelers zouden gemaakt hebben indien we geen Cleanhouse-acties hadden ondernomen, kom je op basis van het totaal opgeruimde planten al gauw uit op meer dan 200 miljoen euro. Gerekend met straatprijzen en rekening houdend met vijf oogsten per jaar.”
“De kopstukken van de organistaties, veelal Nederlanders, zijn meestal moeilijk te klissen. Maar we kunnen hen raken door keer op keer plantages op te rollen, liefst voor de eerste oogst, en hun materiaal in beslag te nemen. Dan moeten ze immers steeds opnieuw op zoek naar een andere locatie. Als er een plantage is, zit er trouwens bijna altijd een criminele organisatie achter. Het is opvallend hoe vaak wij vingerafdrukken en DNA vinden van dezelfde mensen in verschillende plantages. Of een identieke inrichting van verschillende plantages.”
Het jaar is bijna om. Zijn er markante verschuivingen?
“Na een opvallende piek in 2015 heeft een combinatie van factoren geleid tot een daling van een aantal criminele fenomenen. Dat is een nationale tendens. Zo is het aantal inbraken verminderd. De ANPR-camera’s, de zogenaamde slimme camera’s die aan nummerplaatherkenning doen, vergroten de pakkans en hebben daardoor wellicht voor een afschrikeffect gezorgd. Maar er is ook een verschuiving naar andere vormen van misdaad, cybercriminaliteit bijvoorbeeld. De bevoorrading vanuit Nederland via jonge drugkoeriers is ook een nieuwe tendens. Hier zitten goed geoliede organisaties achter, die moeilijk te bekampen en te ontmantelen zijn.”
Voor elke uitgeschakelde drugkoerier die naar de heroïnepolen Hasselt of Sint-Truiden wordt uitgestuurd, heeft de organisatie een andere klaarstaan.
“Klopt. Je moet dan ook op meer dan één spoor werken. Je hebt het verhaal van de koeriers, maar ook van de gebruikers. Als je die enkel repressief benadert, zal je het probleem niet oplossen. We moeten trouwens realistisch zijn: die mensen gaan niet zomaar stoppen, dus we moeten proberen hen daartoe te stimuleren.” “Sinds enkele maanden doen we dat via een project dat voorlopig draait in Beringen en Sint-Truiden. Dat zal geleidelijk aan worden uitgebreid naar het hele arrondissement. Opgepakte gebruikers worden door de politie rechtstreeks doorverwezen naar de hulpverlening en ook verder opgevolgd. Ze kunnen binnen één week in de hulpverlening terecht, zonder wachtlijst of administratieve rompslomp. Binnen die week volgt een eerste van vier oriënterende gesprekken. Weigert de gebruiker dit gesprek, werkt hij niet mee of komt hij niet opdagen, dan wordt hij opgeroepen door het justitiehuis. Daar krijgt hij of zij te horen dat het parket maatregelen zal nemen. De druk wordt dus alsmaar verhoogd om mensen vrijwillig in behandeling te laten gaan. Als dat toch niet lukt, volgen een dagvaarding of probatiemaatregelen, zoals een verplichte begeleiding.” “Waarom we hen geen minnelijke schikking geven? Omdat je daarmee voor een verslaafde het probleem niet oplost. De samenleving schiet er op langere termijn ook niets mee op. Een minnelijke schikking is een snelle, zichtbare reactie en dient in deze context vooral om een signaal te geven. Dat doen we wél op festivals zoals Pukkelpop, op fuiven en grote evenementen. Om jongeren het signaal te geven dat drugs niet worden getolereerd en om hen te beschermen tegen de verleiding die een festivalomgeving biedt. Maar als we druggebruik effectief willen aanpakken, verwijzen we zo veel mogelijk naar de hulpverlening.”
De goegemeente vindt dat justitie veel te traag werkt, dat er straffeloosheid heerst. Het niet langer vervolgen van kleine feiten dreigt die beeldvorming te versterken.
“Er is in ons arrondissement veel georganiseerde misdaad. Maar tegelijk zijn er natuurlijk ook nog al die andere vormen van criminaliteit. We kunnen onmogelijk onze pijlen op alles richten. Maar we moeten wel op alle domeinen actief zijn, willen we bijdragen aan een veilige en rechtvaardige samenleving. Zo moeten we optreden op het vlak van verkeersveiligheid, goed voor meer dan 80.000 dossiers per jaar. Er is de jeugdbescherming, kleinere criminaliteit, leefmilieu, financiële misdrijven…”
“We moeten dus keuzes maken, alternatieven zoeken. Voor een aantal feiten hebben we samenwerking gezocht met andere partners, bijvoorbeeld met gemeenten die GAS-boetes uitschrij-
Het niet vervolgen van eenmalige kleine feiten is een tijdelijke maatregel, die kadert in het tekort aan magistraten
ven. Het gaat om kleinere feiten, eerder overlastproblemen zoals nachtlawaai, sluikstorten en kleine diefstallen, die het parket niet meer aanpakt.” “Daarnaast zijn er lichtere feiten, zoals winkeldiefstallen, waarvoor we onder bepaalde feiten niet meer vervolgen: indien het een eerste feit is, er geen sprake van organisatie is, de schade beperkt is én zo mogelijk vergoed werd… De politie controleert dat uiteraard allemaal.”
“Het niet vervolgen van eenmalige kleine feiten is een tijdelijke maatregel, die kadert in het tekort aan magistraten. Als zo’n dader echter een tweede keer wordt betrapt, dan wordt het eerste dossier uiteraard terug bovengehaald en dan zal hij voor beide feiten tegelijk worden vervolgd. Het gaat om ongeveer 3.500 dossiers, op een totaal van 35.000 correctionele dossiers.”
U hamert er zelf altijd op dat het allemaal wat sneller mag gaan bij justitie.
“Daarom hebben we de sectie LOKA opgericht, Lokale en Korte Afhandeling. Je kan die sectie vergelijken met de spoedgevallendienst van een ziekenhuis. Iemand komt binnen, wordt verzorgd en kan meteen naar huis. Andere patiënten hebben specifieke onderzoeken of gespecialiseerde behandeling nodig en worden opgenomen.”
“Op de sectie LOKA komen de nietgespecialiseerde dossiers binnen die we zo veel mogelijk onmiddellijk willen afhandelen. Dat gaat natuurlijk niet voor alle dossiers. Veel dossiers vergen nog verder onderzoek. Door de enorme toevloed aan dossiers is het voor de magistraten van die sectie een uitdaging om een evenwicht te vinden tussen snelle afhandeling en aandacht voor de inhoud.”
“Snel afhandelen is voor ons belangrijk. Als we willen dat mensen zien dat we iets doen, móeten we snel zijn. Een beslissing of maatregel die een halfjaar of een jaar na de feiten komt, wordt niet meer gezien en heeft dus veel minder effect. We willen dat de dader snel gestraft wordt en het slachtoffer snel vergoed.”
“Snel reageren doen we op verschillende manieren. Het meest bekend is het snelrecht, dat in ons arrondissement steeds vaker toegepast wordt. Dit jaar zullen 120 dossiers gedagvaard worden via snelrecht. In 2016 ging het om 84, in 2015 om 51 dossiers.”
“Daarnaast is er de onmiddellijke minnelijke schikking voor misdrijven zonder slachtoffer, die ook op grote schaal wordt toegepast. Na de vaststelling krijgt de dader onmiddellijk de rekening gepresenteerd, waarbij de tarieven variëren naargelang de ernst van de feiten. Wordt de rekening niet betaald, dan volgt een dagvaarding.” “Ook op het vlak van geweld binnen het gezin wachten we niet langer op een vonnis om maatregelen te nemen. We treden onmiddellijk op door uithuisplaatsingen van de agressor, om de kinderen en de partners te beschermen. Ondertussen wordt zo mogelijk de hulpverlening opgestart.” “Maar er zijn nog tal van dossiers waarvoor we op zoek zijn naar een snellere manier van reageren. Zo loopt er in de politiezone Carma (de zone As, Bocholt, Bree, Genk, HouthalenHelchteren, Kinrooi, Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek en Zutendaal, red) sinds oktober een proefproject. Elke dag werkt een magistraat in de kantoren van de politie, om meteen vanaf de vaststelling of aangifte van een misdrijf de afhandeling te sturen, duidelijke prioriteiten te stellen en korter op de bal te spelen. Het is te vroeg om dit al volledig toe te lichten, maar de eerste ervaringen zijn alvast positief.”