“Ik ga geen Frutosje
JOS DAERDEN blijft loyaal aan voorganger en clubfilosofie
Je bent nooit te oud om te leren. Jos Daerden werd vorige maand 63, hij heeft als trainer zijn zilveren jubileum al gevierd. Toch wordt hij in Genk geconfronteerd met een primeur: optreden als depanneur. “Ik heb wel al ooit moeten overnemen”, grasduint hij in zijn persoonlijke archieven. “Je kent dat, het vallen van de bladeren. Maar dat was dan wel voor langere tijd. Nu is het tijdelijk.” De Tongenaar zal vanavond in de bekerpot tegen Waasland-Beveren zeker andere accenten leggen. “Maar ik ga geen Frutosje doen.” Bij zijn intrede in de Genkse perszaal gisteren was de interimcoach een beetje op zijn ongemak. Drie camera’s en veel blikken op hem gericht, het was niet nieuw. Toch merkte je een zekere schroom. De eerste stappen verliepen schoorvoetend. Maar lang duurde die onwennigheid niet. Een paar kwinkslagen met Tongerse tongval later was hij weer helemaal zichzelf. Daerden bekende dat hij liever niet in deze positie was terechtgekomen. “Voor een trainer is het altijd gissen wat de toekomst brengt. Maar als de resultaten blijven tegenvallen, weet je dat dit kan gebeuren. Albert (Stuivenberg, nvdr.) wist dat ook. Zoiets voel je als coach. Je kan het draaien of keren zoals je wilt, de realiteit is dat de club de trainer heel lang gesteund heeft. Alleen moet je als bestuur op een bepaald ogenblik zoeken naar een uitweg. De omstandigheden kunnen je dwingen om een bepaalde beslissing te nemen.”
Zondag viel het doek voor Stuivenberg. Maandag heb je nog uitvoerig met hem gesproken. Hoe was dat?
“Rustig. Ik blijf loyaal naar hem toe, onze manier van samenwerken was voor mij verrijkend. Hopelijk heeft ook hij bepaalde zaken opgepikt van mij. Later, als de tijd rijp is, ga ik zeker nog eens met hem rond de tafel zitten. Ik zie een aantal elementen die hij in de toekomst misschien anders kan invullen. Het kan zijn toekomst als coach maar ten goede komen.”
Veel tijd om bij zijn vertrek stil te staan, is je niet gegund.
“Zo is dat, je moet weer vooruit. Het vreemde is dat dit voor mij een compleet nieuwe situatie is. Ik ben assistent geweest van Sef Vergoossen, van Co Adriaanse, van Michel Preud’homme, van Frank Vercauteren. Maar nooit heb ik tijdelijk moeten overnemen. Ik heb dus met goeie trainers gewerkt. Uiteraard ben ik wel eens ooit ergens ingestapt. Je kent dat, bij het vallen van de bladeren. Maar dat was altijd voor de lange termijn. Nu wil het bestuur snel een nieuwe T1 aanstellen. Ik moet die periode overbruggen. Ik ben en blijf assistent. Verwacht dus niet dat ik me nu plots anders ga gedragen of een masker ga opzetten.”
Domenico Olivieri is je T2. Heb je daar zelf op aangedrongen?
“Aangezien enkel Guy (Maartens, nvdr.) en ikzelf overbleven, moest er iemand anders bijkomen. Domenico kent het huis en de spelers. Ik ben blij dat ik kan terugvallen op zijn knowhow. Zoals Albert Stuivenberg zíjn keuzes altijd met mij besprak, zal ik nu mijn keuzes met Domenico bespreken. Alleen ben ik nu de eindverantwoordelijke.”
Ik blijf achter de visie staan die de club, Albert en ik tot nu toe hebben uitgedragen. Ik ga me niet anders gedragen.
Jos DAERDEN
Hoe ga jij proberen de spelers te prikkelen?
“Het is een huizenhoog cliché. Maar iedere coach is anders. Philippe Clement straalt rust uit, Michel Preud’homme is van een heel ander kaliber en zelf leg ook ik weer andere accenten. Gelukkig maar. Toch moet je geen drastische ommekeer verwachten. Ik blijf achter de visie staan die de club, Albert en ik de voorbije maanden hebben uitgedragen. Anders zou ik niet loyaal zijn en zou ik hier niet op mijn plaats zijn. Het zou dus heel raar zijn, als ik morgen een Frutosje zou doen. (Een verwijzing naar Nicolas Frutos, die bij Anderlecht René Weiler opvolgde en de ploegtactiek helemaal omgooide, met dramatische gevolgen tegen Celtic Glasgow, nvdr.).”
Hoe reageerden de spelers op het ontslag van Stuivenberg?
“Na een ontslag zijn er drie groepen, ik heb het nooit anders geweten. Eén, jongens die het om welke reden dan ook jammer vinden. Twee, spelers voor wie het geen sikkepit uitmaakt, van hen mag je Sinterklaas voor de groep zetten. En drie, gasten die opgelucht zijn omdat ze een nieuwe kans ruiken. Dat is altijd en overal zo. Zelfs toen wij de titel pakten met Sef, waren er spelers die ontevreden waren omdat ze niet speelden. Maar die moesten zwijgen, want we werden kampioen.”
Dat is nu een verre droom. Vreemd toch, als je Anderlecht en Club Brugge kan kloppen?
“Helemaal vreemd is dat niet. Tegen topploegen doet iedereen iets extra’s. Zulke prestaties vragen om bevestiging. Of die er ook effectief komt, is vaak een kwestie van details. Het is mijn ervaring dat je als team enkel kan groeien, als je lang samenspeelt. Ik verwijs naar mijn periode bij Germinal Beerschot. Ik kwam daar binnen, won met veel geluk mijn eerste match en de trein was vertrokken. We pakten 27 op 33. Met in totaal 13 spelers. Op dat vlak zijn we hier in Genk niet gespaard gebleven. Tel maar eens het aantal blessures.”
Vooral positie 6 is problematisch.
“Dat is bij ons een knelpuntberoep. Of ik mezelf daar niet kan zetten? Ik zou er nog kunnen gaan staan en de ploeg sturen. Maar daar houdt het ook mee op.”
Kan jij voor de kentering zorgen?
“Wondermiddelen bestaan niet. Het enige wat we kunnen doen, is duidelijke afspraken maken en woensdagavond de bende loslaten met de boodschap: ga ervoor!”
Heb je individuele gesprekken gevoerd met spelers?
“Met een aantal, ja. Ik weet dat er bepaalde gevoeligheden zijn. Dus vond ik het nodig om op sommige spelers in te praten. Niet over het verleden, laat dat duidelijk zijn. Wel over de toekomst en de match van morgen. Over het verleden spreken, is zinloos.”
De beker is voor Genk een hoofddoel. Maar Waasland-Beveren is een kwaaie klant. Hoe schat je hen in?
“Ik wil hen niet groter maken dan ze zijn. Maar het is een heel goed team. Tegen Standard kwamen ze vrijdag achter. Maar daarna waren ze de betere ploeg en gingen ze erop en erover.”
Hun coach heet Philippe Clement. Zou hij een goeie keuze zijn voor Genk?
(diplomatisch) “Ik weet het niet. Ik zie natuurlijk dat hij zijn ploeg graag dominant laat spelen. Net als wij. Ik wil Philippe Clement zeker niet tekortdoen. Maar vorig jaar stond er al een degelijk kader. De defensie is dezelfde, op het middenveld is Siebe (Schrijvers, nvdr.) weg maar kwamen Morioka en Angban erbij. Kortom, het is een ploeg met veel kwaliteiten. Aan ons om de onze te tonen. Een herkansing komt er niet.”