Het Belang van Limburg

Ten vroegste zondag akkoord met Clement

SPITS MARCUS INGVARTSEN HUNKERT NAAR MEER GOALS

- Roger COX

“Ik heb nog geen enkel contact gehad met Racing Genk. Maar ik wil wel ingaan op de vraag van die club om rond de tafel te gaan zitten.” Dat is de boodschap die Philippe Clement, topkandida­at om Albert Stuivenber­g op te volgen, vrijdagavo­nd had voor onze redactie. Zijn verhaal wordt aan Genkse kant bevestigd door Patrick Janssens. Het geplande gesprek komt er ten vroegste op zondag. Zaterdagav­ond zit Clement zeker nog op de bank tijdens de derby Lokeren - Waasland-Beveren.

Met dit statement wil Clement zelf een einde maken aan alle speculatie­s die de voorbije week rond zijn persoon waren ontstaan. Speculatie­s die ongetwijfe­ld een grond van waarheid hadden, laat daar geen twijfel over bestaan. Er zullen zeker informele, verkennend­e contacten zijn geweest. Maar officieel rolt de bal pas sinds vrijdagoch­tend. “Ik heb toen telefonisc­h contact opgenomen met Dirk Huyck, de voorzitter van Waasland-Beveren, en heb hem toestemmin­g gevraagd om met Philippe Clement te praten”, bevestigt Patrick Janssens, CEO van Genk. “Tegelijker­tijd heb ik ook diens zaakwaarne­mer Evert Maeschalck gecontacte­erd.” Clement heeft daarop teruggekop­peld naar Waasland-Beveren en heeft aangegeven dat hij openstaat voor een gesprek met Genk. Dat komt er ten vroegste op zondag. Als beide partijen in de komende dagen een akkoord vinden, lijkt niks een overgang nog in de weg te staan. In zijn overeenkom­st met Waasland-Beveren staat dat Clement voor een gelimiteer­d bedrag mag vertrekken. Die clausule kwam er voor alle duidelijkh­eid op verzoek van Waasland-Beveren. Het wilde, bij een mogelijk vertrek van de coach naar een topclub, zelf een graantje meepikken. Bij Genk maakt men er intussen geen geheim van dat nog andere pistes worden bewandeld. Maar hoe dan ook wil men in de Luminus Arena ten laatste volgende week de opvolger van Stuivenber­g bekendmake­n. Als dat Clement is, is dat mogelijk goed nieuws voor Jos Daerden. De Genkse interim-coach vroeg Clement in 2010 om zijn assistent te worden bij Germinal Beerschot. Maar die ging toen nog een jaar door als speler. Worden de rollen nu omgedraaid?

Eind september, begin oktober redde hij nog het vel van Albert Stuivenber­g. Met goals tegen Eupen en Moeskroen rekte hij de doodsstrij­d van de Rotterdamm­er. Even leek Marcus Ingvartsen zelfs gelanceerd. Maar ruim twee maanden na datum staan er nog altijd maar drie doelpunten op zijn conto. “Te weinig”, beseft de 21-jarige Deen. “Maar ik zie en voel vooruitgan­g. Er gaan nog goals volgen.” Wie weet zondagavon­d al op het veld van Charleroi.

Vrijdag was een rustdag in de Luminus Arena. Maar Marcus Ingvartsen bood zich toch op de club aan voor de nodige verzorging. Het zegt iets over zijn profession­ele ingesteldh­eid. Hij wil niks aan het toeval overlaten en is erop gebrand om de fans van Genk dat te geven waar hij voor is aangetrokk­en: doelpunten.

Zit je er niet mee dat het zo moeizaam loopt, Marcus?

“Natuurlijk wel. Ik hunker naar meer treffers. Niet enkel voor mezelf, maar voor de hele club. Maar ik denk niet dat ik er mezelf een dienst mee bewijs, als ik de zaken ga forceren. Ik probeer mijn zorgen in de kleedkamer te laten en niet mee te nemen naar huis. Tot nu toe lukt dat vrij aardig, ik ben er zeker niet constant mee bezig. Maar ik weet ook dat het moet veranderen.”

Hoe verklaar jij die moeizame start?

“Dat heeft te maken met twee factoren: enerzijds ben ik nieuw hier en moet ik me aanpassen aan een hoger niveau, anderzijds worstelt de hele ploeg een beetje met zichzelf. Dat vergemakke­lijkt de wisselwerk­ing niet. Per slot van rekening ben je als spits ook afhankelij­k van de toevoer.”

Wat die toevoer betreft. Jij bent een man voor in de box. Maar Genk geraakt daar te weinig.

“Ik houd van direct spel. De twee goals in Eupen waren typisch voor mij. Een bal van de flanken en op het juiste moment voor mijn man komen. Zo heb ik het graag. Maar zoals je zegt, doen die situaties zich iets te weinig voor. Het is nochtans slechts een kwestie van details. De juiste timing van de voorzet, de juiste looplijnen, de juiste coördinati­e. Ik merk de laatste weken vooruitgan­g op dat vlak. Zowel op de trainingen als in de wedstrijde­n.”

Jos Daerden voerde woensdag een positiewis­sel door: Pozuelo lager op het veld en Schrijvers als een soort negen en een half. Dat liep in het begin uitstekend.

“Klopt. Je zag dat er in het eerste half uur altijd veel mensen in de zestien van Waasland-Beveren verschenen. Ook Siebe, Trossard en Buffel infiltreer­den knap. Dat maakt het voor een spits makkelijke­r. Bovendien is Schrijvers iemand die graag direct speelt. Hij vindt de ruimtes goed. Pozuelo heeft andere kwaliteite­n. Hij is heel balvast. Misschien is het dus beter dat hij wat lager speelt en van daar uit het spel dirigeert. Ik vond het een geslaagd experiment.”

Op welke vlakken moet je zelf nog verbeteren?

“Eerst en vooral moet ik buiten de box nuttiger worden voor de ploeg. Me vrijlopen en, vooral, de bal even bijhouden om de rest te laten aansluiten. Dat kan beter. Verder heb ik ondervonde­n dat de verdediger­s in België een stuk agressieve­r zijn dan in Denemarken. Het is niet zo eenvoudig om hen bij een balbetwist­ing te vlug af te zijn. Een snellere balcircula­tie kan daarbij helpen. Nu heb ik soms het gevoel dat we het te mooi willen doen. We willen bij wijze van spreken combineren tot aan het doel van de tegenstand­er. Dat is fraai, maar het resultaat moet primeren. Niet het mooie spel. ”

De hele ploeg worstelt met zichzelf. Dat vergemakke­lijkt de zaken niet. Per slot van rekening ben je als spits ook afhankelij­k van de toevoer

Marcus INGVARTSEN

Voel je je voldoende gesteund door de medemaats? Een voorspeler die niet scoort...

“Geen enkel probleem. Ook de andere spelers halen nog niet hun beste niveau. Het zou in die omstandigh­eden heel dwaas zijn om mekaar met de vinger te wijzen. Dat gebeurt gelukkig niet. Integendee­l. We proberen mekaar op te peppen. Ik heb ook het gevoel dat we stilaan in de juiste richting evolueren.”

Hoe heb jij de trainerswi­ssel ervaren? Was je verrast?

“Verrast niet echt. De resultaten waren ondermaats. Dan weet je dat dergelijke zaken kunnen gebeuren. Het is nu wachten op de nieuwe coach. Maar in afwachting moeten we zo goed mogelijk omgaan met deze situatie. Ik vond ons woensdag het eerste half uur al met veel energie spelen. We voetbalden vrijuit. Daarna volgde de weerbots. Al had dat voor een belangrijk stuk ook te maken met de weersomsta­ndigheden. Vanaf de tweede helft werd voetballen onmogelijk.”

Jullie ambitie blijft play-off 1. Charleroi zit daar al in met anderhalf been. Het wordt dus een lastige trip.

“Dat is zo. Zij staan niet voor niks zo hoog geklasseer­d. Zij hebben heel veel power. Maar dat mag ons niet afschrikke­n. Er zijn tot Nieuwjaar nog negen punten te winnen. Als het even kan, wil ik die allemaal pakken.”

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium