Guido Vermeiren, procureur van Limburg, vroeg vorige week meer middelen. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) reageert.
Een wildgroei aan motorbendes in alle kleuren, de eerste van de klas in drugslabo’s en wietplantages, de misdaad in Limburg bloeit en groeit. Procureur Guido Vermeiren luidde vorige week in onze krant de alarmbel. Hij wil meer middelen. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) vindt dat het parket in Limburg goed werkt, maar hij wacht al bijna 10 jaar op een objectieve meting van het werk van hoven en rechtbanken. “Dat zijn de magistraten zoals afgesproken - zelf aan het meten, maar ik heb hun huiswerk nog altijd niet. Als zij dat niet maken, moeten ze mij dat laten maken. Ja, ze zijn een beetje laat.”
Proficiat, u heeft Napoleon weggeduwd, zien we in een filmpje op uw website.
“Dat was een geintje. Nu, serieus.”
Dit is serieus, u hervormt elke week wel iets. Ook oeroude wetten uit de tijd van Napoleon of niet?
“Justitie is een lastig departement, dat na de Tweede Wereldoorlog niet genereus is behandeld. Welzijn en volksgezondheid hebben meer aandacht gekregen. Bovendien is justitie een heel eigen wereld met een eigen jargon. De medische wereld trouwens ook, maar die is ingekapseld in de sociale zekerheid. Sinds men gezondheid verzekerd heeft, is dat beleidsdomein er met ongelofelijke sprongen op vooruit gegaan. Daarom wil ik ook in de gerechtelijke wereld een verzekering. Die zijn we nu aan het uitwerken met de rechtsbijstandsverzekering.”
Hoe ver staat het daar mee?
“We zijn daarover nog aan het praten met de verzekeringssector en de advocaten. Ik heb geëist dat echtscheidingen en bouwgeschillen er in zitten, want dat zijn de zaken die vaak voorkomen. Bij een echtscheiding verdubbelen je kosten: auto, huis, opvoeding van de kinderen, enz. Er zou meer bemiddeld moeten worden, maar als dat niet lukt, heb je een advocaat nodig”
Hoeveel zal die verzekering kosten?
“Dat staat nog niet vast, maar je zal die verzekering fiscaal kunnen inbrengen. Een volgende regering zal dan het gat moeten dichten tussen wie recht heeft op een pro-deoadvocaat en wie een rechtsbijstand kan betalen. Want een dame met een pensioen van 1.200 euro zal nu geen verzekering nemen, maar ze zou zich ook een advocaat moeten kunnen veroorloven.”
Heeft die dat nodig?
“Vaker dan je denkt. Voor een ruzie met een buur of met haar zoon,... Het recht wordt nog altijd niet voldoende benut. Sommige mensen nemen nooit een advocaat, maar vroeger waren er ook die nooit naar een dokter gingen. Dat rechtsbijstand zoals gezondheidszorg verzekerd wordt, is een moeilijke cultuurwending, zowel voor verzekeraars als voor advocaten want die zullen moeten wennen aan controle op hun honorarium.”
Waarom wordt die verzekering niet verplicht, zoals bijvoorbeeld de zorgpremie?
“Dat is politiek niet haalbaar.”
Zo’n verzekering dicht misschien wel de kloof met wat men wel eens het ‘wereldvreemd’ gerecht noemt?
“De parketmagistraten die jullie deze week geïnterviewd hebben, komen met harde delen van de werkelijkheid in aanraking. En die weten dus veel beter dan andere mensen waarover het gaat in de wereld. Maar er is wel in de loop der jaren een slecht contact ontstaan tussen de juridische wereld en de politiek. Dat heeft te maken met een aantal incidenten: in de jaren 80 de Bende van Nijvel, in de jaren 90 Dutroux, in de jaren 2000 de Fortiszaak. Aan de andere kant zei professor Luc Huyse vroeger dat België meer uitgeeft aan de post- dan aan de rechtsbedeling. De juridische wereld vindt dat ze te weinig aandacht krijgt en de politieke wereld denkt: wat hebben we al
allemaal meegemaakt. Dat vertrouwen krijgen is dé grote uitdaging voor om het even welke minister van Justitie.”
De procureur van Limburg heeft deze week in onze krant gezegd dat ze kleine misdrijven niet kunnen vervolgen omdat ze er geen tijd voor hebben. Maar dan denken mensen toch dat straffeloosheid regeert.
“Ik heb deze week nog samengezeten met de 19 burgemeesters van Brussel over de rellen van 11 november en ook die hadden het over straffeloosheid, recidivisme en dat mensen niet meteen naar de gevangenis gingen. Ik heb me dan geïnformeerd en daaruit bleek dat iedereen wel lof had voor de procureur
van Brussel.
U verwacht van mij dat ik aan de hele wereld uitleg dat er overal rellen kunnen zijn,
heb ik de burgemeesters geantwoord.
Ik verwacht van u dat u aan de mensen uitlegt dat niet iedereen meteen naar de gevangenis moet en dat we ze daar ook niet op elkaar kunnen stapelen.
Ze moeten eerst voor de rechtbank verschijnen. Wat procureur Vermeiren eigenlijk zegt is dat een parket onmogelijk nultolerantie kan toepassen. Want we weten niet of de maatschappij de middelen die daarvoor op vlak van politie en justitie nodig zijn, wel wil betalen. Voor politie en justitie zijn er te weinig infrastructurele middelen, maar als de personeelskaders ook ingevuld zijn, dan weet ik niet of we met te weinig mensen zijn als we ze goed verdelen over het hele land. Er is een limiet aan hoeveel politie en justitie een samenleving kan verdragen. Dat geldt ook voor de medische wereld, want dan zou je niet ziek meer mogen zijn. Je kan niet - tenzij in een absoluut intolerante samenleving - elk kleinste misdrijf onmiddellijk vervolgen. Iedereen kan een fout maken. Dat moet ik durven zeggen, ook al klinkt dat niet aangenaam.”
Misschien dat de publieke opinie niet meteen verwacht dat het gerecht mensen op elkaar stapelt, maar wel dat ze een signaal geven.
“Limburg is anders een schoolvoorbeeld van hoe het parket samenwerkt met lokale besturen, van hoe men het snelrecht toepast,…”
Maar ze hebben wel – gezien de aard van de misdrijven - te weinig middelen.
“Ze passen in Limburg in elk geval wel de juiste technieken toe. Iemand uit zijn huis zetten bij een geval van familiaal geweld is iets wat alleen Limburg doet. Op het terrein moeten ze de technieken die de wetgever aanbiedt, wel willen gebruiken.”
Kan u dat als minister niet afdwingen?
“Nee, ik kan met de procureurs-generaal een aantal prioriteiten vastleggen, maar dan houdt het op. Er is veel mogelijk. Van die uithuiszetting zeggen ze in andere provincies bijvoorbeeld dat ze het niet toepassen omdat ze er te veel werk mee hebben. In Limburg doen ze dat wel, terwijl ik nog nooit een Limburgs magistraat ben tegengekomen die niet zegt dat hij te weinig middelen krijgt. Snelrecht, strafrechtelijke bemiddeling, werkstraf, het zijn manieren om problemen aan te pakken zonder dat je mensen meteen in de gevangenis stopt.”
In de Carma-politiezone is er een proefproject waarbij een magistraat op het politiekantoor aanwezig is. Waarom rollen jullie dit niet uit?
“Dat zijn typische bottom-upzaken die ook in New York perfect werken, zag ik vorige week. Het helpt niet altijd om iets op te leggen. Neem nu het schuldig pleiten, dat wordt bijvoorbeeld alleen in Luik toegepast. De rechterlijke macht is bovendien onafhankelijk.”
De Limburgse procureur zegt dat hij te weinig magistraten heeft en dat het systeem van zoveel magistraten per inwoner te oud is.
“Er spelen wel meer criteria mee voor het bepalen van het aantal magistraten. De grens met Nederland, de nabijheid van de Antwerpse haven, de aanwezigheid van radicalisme en van Calabrese maffia zijn ook objectieve redenen die een hoger kader voor magistraten verantwoorden. Maar daarom heb ik betrouwbare cijfers nodig over de werklast van magistraten en die heb ik nog altijd niet gekregen. Ik ben er heel hard mee bezig. In 2008 is dat toevertrouwd aan de magistraten, ze hebben daar ondersteuning voor gekregen. Van sommige rechtsmachten heb ik min of meer betrouwbare cijfers, andere willen niet dat we hun cijfers gebruiken.”
Dus wil u eigenlijk zeggen dat de magistraten in Limburg hun huiswerk moeten maken?
“Of ze moeten mij hun huiswerk laten maken.”
Mag u dat dan niet?
“Wel er is altijd afgesproken dat zij dat mochten doen. Ze zijn daar ook toe bereid, maar er is de laatste 10 jaar een beetje tijd verloren.”
En dus?
“Dus ben ik nu met rechtbanken en parket een transitie-overeenkomst aan het maken die ons moet toelaten om begin 2019 toch te starten met autonoom beheer. Dat betekent dat ze zelf zullen instaan voor hun organisatie, voor hun personeel en voor hun informatica. Alleen botsen we op hetzelfde punt: hoe gaan de middelen verdeeld worden. Het Nederlandse model waar Limburg graag naar kijkt - verdeelt die middelen niet in functie van vastgeroeste kaders, ook niet op basis van wat binnenkomt, maar wel op basis van wat men doet. Maar we hebben dus nog geen akkoord.”
Wie houdt dat tegen?
“Ik ben een beetje koppig, heeft iemand eens gezegd op de radio en zij zijn ook een beetje koppig. Ik wil dat degene die het meeste werkt heeft, de kans krijgt om dat zo goed mogelijk te doen.”
“Ik heb betrouwbare cijfers nodig
over de werklast van de magistraten en die heb ik nog altijd niet
gekregen”