De hashtag is een eeuwenoud symbool
Elke week zoekt taalliefhebber Marcel Grauls naar de herkomst van een woord uit de actualiteit. Hashtag, het teken, het woord, brak in Limburg door op 17 mei 2011 toen KRC Genk (met een goal van Kennedy) tegen Standard Luik de derde landstitel won. ‘Het Belang van Limburg’ moedigde zijn lezers aan met de hashtag #krcstan het podium van de sociale media te bestijgen. Steun biedend met stimulerende vragen als: hoe leeft u naar de match toe, hoe is het in het stadion, wie heeft u daar al gezien, hoe druk is het in uw supporterscafé, wie gaat het halen? Eerder (2010) had de krant al uitgelegd dat de hashtag-aanduiding een manier was “om aan te geven over welk onderwerp een tweet gaat, zodat iedereen mee kan discussiëren.”
Twee maanden later sloeg op Pukkelpop het noodweer toe en kon je via hashtag #ppok (pukkelpop oké) laten weten dat je nog in leven was; via #hasselthelpt en #ppshelter dat je hulp wilde bieden, onderdak verschaffen. Snel leerden hashtag-makers dat je ook onheil over jezelf kon afroepen, daar waar je complimenten had verwacht. McDonald’s was een vroeg slachtoffer. Qua gebruik is elk jaar sindsdien een recordjaar, zeker met een wereld-tag als #metoo. Letterlijk betekent ‘hash’ ‘dubbelkruis’ en ‘tag’ ‘markering’, ofwel ‘dubbelkruisteken’. Het hekje is in oorsprong in het Engels een samentrekking van ‘pond in gewicht’. Het zijn in één teken versmolten letters, zoals ook het apenstaartje @ (komend van ‘at’) er een is. Ze stammen van eeuwenoude boekhoudkundige symbolen die rond 1900 een plaats kregen op het schrijfklavier, en in onbruik raakten. Slim gerecycleerd. In gebarentaal? Met de vingers van beide handen het vredesteken maken en dan kruisen.