Het Belang van Limburg

“Een B&B is uitputtend”

Leen uit Diepenbeek

-

“Oh, ik zou voor geen geld terug willen”, zegt ze. Geen zweem twijfel klinkt in Helena ‘Leen’ Steukers’ stem als ze antwoordt op een van die sleutelvra­gen uit deze rubriek. “We merken aan onze gasten dat de werkdruk in Vlaanderen en Nederland zo hoog ligt dat het vaak niet meer leefbaar is. Op den duur leven mensen niet meer. Terwijl mijn man en ik hier in de Vaucluse vaak tegen elkaar zeggen: ‘Ach, wat leven we hier toch goed.’ Je mag veel verdienen. Maar op een bepaald moment in je leven weet je dat het niet om geld draait, maar om levenskwal­iteit. Je wil niet weten hoeveel gasten hier ’s zomers toekomen, letterlijk instorten en ziek worden omdat ze zich dat eindelijk kunnen permittere­n.” In Lutselus, waar ze een gelukkige jeugd had, was haar roepnaam Leentje. Anders dan de vier andere kinderen uit het gezin Steukers moeder huisvrouw, vader boekhouder bij Ford Genk - was Leentje de woelwater. “Ik was zeven en had mijn koffertje gemaakt. Ik ga bij Connie wonen”, zei ik tegen mijn moeder. Oh, dan ga je maar, zei mijn moeder. En ik vertrok wel degelijk. Via de voordeur nog wel. Connie was een vriendinne­tje. Toen ik al de hoek om was, was mijn moeder snel daar.” (lacht) “Nu nog zegt mijn moeder: Je was altijd weg. En toen ik in Antwerpen studeerde en mijn toenmalige man leerde kennen, verwonderd­e het hen niet dat ik in West-Vlaanderen ging wonen. Ons Leen is geen die rond de kerktoren blijft.”

Van B&B naar vakantiepa­rk

Met haar twee kinderen spreekt ze Nederlands. Onderling praten Laurens en Ann-Sophie, die allebei niet echt ver wonen, Frans. Ook dat verraadt dat de heimat precies niet meer in Limburg ligt. “Ze voelen zich meer Frans dan Belg, ja. Ze waren nog klein toen we in 1999 een bed & breakfast begonnen in het zuiden van Frankrijk.”

Waarom heeft u indertijd die stap gezet?

“Mijn toenmalige man had een eigen bouwbedrij­f. Op een bepaald moment was het krimpen of groeien. Maar hij had geen zin meer. We verkopen de boel en starten in Frankrijk een B&B.”

Was dat ook uw keuze?

“Oh ja. Het was ons beider idee. Ik zag dat echt zitten: mensen ontvangen en ze verwennen... Maar nu zou ik nooit meer een chambres d’hôtes starten. Het komt erop neer dat je altijd moet klaar staan. Dat is toch anders met wat ik nu doe: het mee uitbaten van een vakantiepa­rk met zeven vakantiehu­isjes en waar we zelf ook wonen. Het was best een grote switch tussen mijn eerste leven in die B&B en het leven nu in ons vakantiepa­rk Les Belles Heures.”

Wat is dan het verschil?

“Van ’s morgens tot ’s avonds klaar staan, werd op den duur uitputtend. Hoewel de zaak goed draaide, beleefde ik er na enkele jaren geen plezier meer aan. Gasten voelen als je toneel speelt. Op de koop toe liep mijn huwelijk mis. Terwijl in Les Belles Heures onze gasten elk een volledig uitgerust huis hebben. Eenieder kan voor zichzelf instaan. Maar als ik zin heb, en dat overkomt me regelmatig (lacht), organiseer ik wel iets: een happy hour, een cuisine d’été, een tuinfeest, een wijnproeve­rij door mijn zoon, een optreden van mijn dochter, een cursus schilderen… Al blijven de gasten in de eerste plaats vrij. Niets moet. Zelf organiseer ik ook enkel dingen als ik er voldoening en vreugde aan beleef.”

Wat hier te koop staat, wordt snel verkocht. Al vinden sommigen in de Provence dat hun kinderen de kans niet meer hebben om een huis in eigen streek te kopen want de buitenland­ers kopen alles op

Hoe is die switch naar een vakantiepa­rk gegaan?

“Toen het huwelijk mislukte, hadden mijn ouders graag dat ik terugkwam. Maar de kinderen liepen hier school. En intussen was de Provence ook mijn plek geworden. Eén jaar later ben ik Eric tegengekom­en, mijn huidige man. Zijn ouders hadden dat vakantiepa­rk in Roaix, maar ze hadden een bepaalde leeftijd. Hij zag dat ze het onderhoud niet meer aankonden. Hij stond voor de keuze. Of in Nederland blijven en het park laten verpaupere­n. Of hun levenswerk voortzette­n.” “In 2010 viel alles ineens op zijn plek. Eric had geen ervaring in dit vak en kende ook nauwelijks Frans. Ik had die ervaring wel en sprak Frans. Dat jaar snapte hij nog niet hoe je na twee weken grijs weer in België of Nederland kan snakken naar de zon. Nu weet hij wel beter.” (lacht)

Helena ‘Leen’ Steukers

Voor vele koppels is het nochtans een droom: een B&B in het zuiden van Frankrijk.

“Ja. Maar velen starten met een te zware lening. Niet alles wat binnenkomt, mag naar de schuldaflo­ssing gaan. Voor jonge mensen is die droom vaak niet meer haalbaar. Tenzij ze kapitaalkr­achtige ouders hebben.”

Heeft u ook een sociaal leven in Roaix?

“Zeker wel. Zowel met de mensen van hier als met Belgen en Nederlande­rs. We wonen op vijf minuten wandelen van het dorp. In de zomer telt het dorp, dat zo’n 600 inwoners heeft, toch zo’n twintig procent Nederlands­taligen.”

Oei. Zien de locals dat wel graag?

“In het algemeen wel. Het is zoals altijd: als je je correct gedraagt en je je aanpast, is er geen enkel probleem. Bovendien brengen we geld in het laatje. Al vinden sommige buurtbewon­ers dat hun kinderen de kans niet meer hebben om een

huis te kopen in de streek, want de buitenland­ers kopen alles op. In dit deel van Frankrijk is er weinig leegstand. Wat te koop staat, wordt inderdaad heel snel verkocht. In Roaix hebben bijvoorbee­ld nogal wat Belgen en Nederlande­rs een tweede verblijf.”

Trekt de Limburgse heimat nog?

“Hoe zal ik het zeggen? Uiteraard mis ik de familie op tijd en stond. En ook wel eens een goeie frietmosse­len. Of Belgische pralines. Kerstshopp­en in Hasselt is ook net iets anders dan in de steden hier. Alles is hier wat eenvoudige­r.”

“Ik zal niet zeggen dat het niet fijn is om af en toe opgekleed te zijn en juwelen te dragen, maar in het dagelijkse leven loop ik liever gewoon rond in mijn jeans en een T-shirt.”

“Misschien zullen mijn ouders het niet zo graag lezen, maar als god het belieft, blijf ik liever hier. Hier voel ik me gelukkig. Dit is mijn plekje: natuur, rust en zon.”

Is het niet te rustig? Bijvoorbee­ld in deze wintermaan­den?

“Neen. We zijn open van april tot eind oktober. In de winter ben ik een klusvrouw. Dan knappen we het domein op. Er is altijd wel een huisje dat een nieuwe keuken nodig heeft of waar nieuwe meubeltjes nodig zijn. Dan kan ik mijn creativite­it kwijt. Soms koop ik op de vlooienmar­kt een oud meubel voor 20 euro, knap dat helemaal op en zet het dan in een van de huisjes.”

“Het is me al meer dan eens overkomen dat ik dan zo’n zelfde meubelstuk, maar dan gerestaure­erd, ergens te koop zie staan voor vele honderden euro’s. Onze gasten vinden het ook fijn dat we regelmatig vernieuwen. Velen komen elke zomer terug en zijn dan benieuwd.”

Heeft u stemrecht?

“Enkel bij de lokale verkiezing­en. Niet nationaal. Dat kan alleen maar als ik de Belgische nationalit­eit zou laten vallen. De dubbele nationalit­eit kan niet in Frankrijk. Tenzij voor mensen die in Frankrijk geboren zijn, maar een ouder hebben met een andere nationalit­eit.”

Ooit gedacht om Française te worden?

“Neen. Ik wil mijn roots niet verloochen­en. Ik ben best trots op België, ook al werken we in België toch zo hard voor die uiterlijke schijn. Mooi huis, mooie auto, mooie jurk... Hier is dat anders. Hier heb je dat allemaal niet nodig. Hier zijn we gewoon ook met minder content. Véél contenter.”

 ??  ??
 ?? Foto HBVL ?? Een blije Helena: “2017 was ook het eerste jaar van onze eerste olijvenoog­st in ons domein: 30 bomen, goed voor onze eerste 30 liter olijfolie.”
Foto HBVL Een blije Helena: “2017 was ook het eerste jaar van onze eerste olijvenoog­st in ons domein: 30 bomen, goed voor onze eerste 30 liter olijfolie.”
 ?? FOTO HBVL ?? Helena en haar kinderen: Laurens en Ann-Sophie.
FOTO HBVL Helena en haar kinderen: Laurens en Ann-Sophie.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium