Anderlecht gekocht uit wraak
Coucke en vriend-miljonair rekenen af met Ghelamco-baas Paul Gheysens
Marc Coucke trok in zijn jacht op Anderlecht zijn vriend Joris Ide mee in bad. Of die ook niet twintig miljoen op tafel wilde leggen? De West-Vlaamse staalbaron moest er niet lang over nadenken. Graag, als hij er Paul Gheysens een hak mee kon zetten. Ide wilde destijds dertig hectare grond rond zijn hoeve in Knokke bijkopen, Gheysens probeerde ze listig te kapen. En dat is Ide nooit vergeten. Of hoe een ruzie om een lap poldergrond mee bepaalde wie de nieuwe eigenaar van Anderlecht werd. “Twee van mijn vrienden, Filip Balcaen van IVC en Marc Coucke van Omega Pharma, zijn onlangs miljardair geworden. Daarvoor moet ik toch nog wat werken, hoor. En ik vrees dat ik mijn geld te graag uitgeef om dat ooit te bereiken.” Dat zei Joris Ide (57) in 2015. Niet dat hij nog móét werken. De boerenjongen uit Zwevezele is 350 miljoen euro waard. Verdiend met zijn metaalbedrijf. Hij heeft nu met de glimlach weer wat van zijn miljoenen uitgegeven - twintig naar verluidt. Om het bod van Marc Coucke op Anderlecht te stofferen.
Coucke wilde Anderlecht heel graag. Omdat de chique club uit Brussel hem meer status brengt dan zijn ploegsje aan de zee. Vooral ook omdat hij een economische opportuniteit ziet. Zeker omdat hij voor de helft eigenaar is van bouwgroep Versluys, die nu een nieuw stadion voor Anderlecht kan bouwen. Daar zit de échte winst voor de medicamentenmiljardair. Dat zou wel willen zeggen dat Paul Gheysens het met zijn Ghelamco niet kan bouwen. En dat is mooi meegenomen voor Coucke. Al minimaliseert het kamp-Gheysens de troebels in hun relatie, de twee zijn geen vrienden. Toen Coucke zowat alle appartementen opkocht in een deftig pand aan het Albertplein in Knokke, kocht Paul Gheysens er ook twee. Hij ging dwarsliggen en Coucke moest zijn project van 34 appartementen van 1,5 miljoen euro per stuk opgeven. Dat stak.
Tijd voor een afrekening
De Ghelamco-man maakt met zijn listige manier van zakendoen wel meer onvrienden. Zoals dus Joris Ide. Die kocht zich in de polders van Knokke-Heist de statige Kapelhoeve uit de negentiende eeuw. Hij heeft ze laten restaureren door een vermaarde architect, heeft er zijn collectie oldtimers gestald en hij komt ernaartoe als het hem in Zwevezele te druk wordt.
Zijn overbuurman in de polders: Paul Gheysens. Toen Ide rond zijn herenboerderij een serieuze lap grond wilde bijkopen, probeerde zijn buurman – die hij nota bene al dertig jaar kent – die voor zijn neus weg te pikken. De man van het staal moest alles uit de kast halen om zijn dertig hectare toch binnen te rijven en bleef achter met een serieuze zak wrok voor Gheysens. Toen Marc Coucke hem wilde meekrijgen in zijn Anderlecht-bod wist hij heel goed welke snaar hij moest raken. Een kleine drie weken geleden vroeg hij zijn vriend of hij zin had om samen Paul Gheysens te “vloeren”. Reactie van Joris Ide: het zal wel zijn. In zijn entourage wisten ze meteen: “Dit is een pure afrekening.” Of hoe revanche een aardige rol speelde in wie de nieuwe eigenaar werd van Anderlecht. Want veel heeft Ide, in tegenstelling tot Coucke, niet met voetbal. Hij was ooit wel bestuurslid van KSKV Zwevezele, maar dat was uit heimatliefde. Hij is ook sponsor van KV Oostende, maar dat is omdat vriend Coucke het vroeg.
Halfblote danseressen
Natuurlijk brengt de aankoop van Royal Sporting Club Anderlecht ook voor Ide flink wat prestige mee. En daar houdt hij nogal van. De West-Vlaming stopt zijn geld graag in trofeeën. Voor zijn eigen 55ste verjaardag kocht hij de Zwitserse maker van zijn exclusieve lievelingshorloges op. “Er zijn wel tien Belgen met een wijngaard in Bordeaux. Maar er is er slechts één die dit heeft.”
Hij kocht ook een Belgische fabrikant van blinkende jachtgeweren op. Hij heeft fikse kunstcollectie, houdt van goede wijn en dikke sigaren. Toen zijn zoon achttien werd, gaf hij hem een zware Mercedes S-klasse cadeau, en een overdadig feest met alleen maar gasten in het wit, veel champagne en halfblote danseressen.
Het steekt af tegen zijn simpele boerenkomaf. Vader Achiel had hem indertijd de wijsheid bijgebracht om nooit zaken te doen in dingen die bederven. Dus begon Joris Ide met iets wat niet kapot kan: staal. Plaatstaal voor daken en wanden, meer bepaald. Hij bouwde zijn naar hemzelf genoemde bedrijf uit tot een wereldspeler en verkocht het twee jaar geleden aan een Ierse bouwmaterialenreus. Dan ben je een rijke mens, dan kan je stukken van chique voetbalploegen kopen. Al is het maar om wraak te nemen op je buurman-rivaal.