Sportman zonder sport
Wat moet je doen om als ereburger van een gemeente te worden uitgeroepen? In het geval van Overpeltenaar Michel Umans is dat veel, heel veel tijd steken in de op- en uitbouw van gemeentelijke sportfaciliteiten. Geheel belangeloos bovendien, en dat jaren aan een stuk. “Het slorpte al zijn vrije tijd op.” ‘Erevoorzitter van de Overpeltse sportraad en van de Limburgse provinciale sportraad, initiatiefnemer en bezieler van talrijke sportieve activiteiten in de gemeente Overpelt en de provincie Limburg’, zo meldt zijn overlijdensbericht. Maar dus ook dat Michel Umans ereburger was van Overpelt. “Daar was hij fier op”, zegt zijn zoon Louis Umans. “Hij kreeg een oorkonde en een beeldje van de Pelter mulder, een houten creatie van een molenaar die een zak graan op zijn rug draagt. Maar uiteraard was het de appreciatie die hem deugd deed: papa heeft zijn hele leven de sport in Overpelt mee vormgegeven. Dat de gemeente hem daarvoor in de bloemetjes zette, vond hij chique.”
Willem II
Michel Umans was één van de oprichters van De Bokkenrijders, een organisatie waaruit verschillende sportclubs ontstonden: die van het badminton, basketbal, tafeltennis en volleybal. Zelfs vandaag houden de Overpeltse wandel- én wielerclub met hun naam de traditie in ere - ze heten allebei De Bokkenrijders. Omdat Overpelt vroeger maar één sporthal had, die van het Technisch Instituut, bleek er al snel nood aan een tweede. In 1977 ging sporthal De Bemvoort open, die intussen is uitgegroeid tot een complex met vijf sportzalen waar 34 sportclubs en scholen onderdak vin- den en waar vroeger het zwembad van Overpelt was gevestigd. De uitbating van de sporthal en het zwembad gebeurde door de vzw Sportcentrum, waarvan Michel vanaf de oprichting tot in 2002 voorzitter was. Hij heeft er ook voor gezorgd dat verschillende sportverenigingen hun eigen terrein kregen, zoals de tennisclub in Lindel-Hoeven en de ruitervereniging LRV.
Zelf was Michel niet zo’n sporter hij was een sportman zonder sport. “In zijn jonge jaren deed hij aan kanovoren bij de Neerpeltse Watersport Club”, zegt Louis. “Papa is ook lang lid geweest van de volleybalclub in Overpelt, waar hij dertig jaar lang secretaris was. Daarnaast was hij scheidsrechter en lid van de beroepscommissie bij de Limburgse volleybalbond, maar zelf heeft hij nooit gespeeld. Toen de club werd opgericht in 1966, toen nog onder de naam De Bokkenrijders, was papa al de dertig voorbij.” Toch is de invloed van Michel Umans in het Overpeltse volleybal niet te onderschatten. In de jaren zeventig speelde de herenploeg enkele jaren na elkaar kampioen, waardoor de club het tot in tweede nationale schopte. Michel heeft er destijds mee voor gezorgd dat er een lucratief sponsorcontract kwam - de club ging in zee met Willem II, een sigarenfabrikant in Valkenswaard.
Vaandelvlucht
Zijn engagement voor de sport en voor Overpelt nam Michel volledig in beslag. “’s Avonds was hij niet vaak thuis”, herinnert Louis zich. “Twee, drie keer per week moest papa naar vergaderingen. Overdag was hij aan de slag als bediende bij Union Minière in Overpelt, een fabriek waar destijds meer dan duizend mensen werkten. Omdat hij snel thuis was, had hij veel vrije tijd. En die werd volledig opgeslorpt door de sport.” Zijn moeder had het daar soms moeilijk mee, zegt Louis. “Het is eigenlijk zij die ons heeft grootgebracht. Niet dat papa er nooit was, maar tijd om zich met mij en mijn zus bezig te houden, had hij amper.”
Vzw Sportcentrum had een aantal mensen in dienst, waardoor Michel zich behalve met het terreinbeheer ook bezig diende te houden met het personeelsbeleid. “Er komt nogal wat kijken bij de uitbating van een zwembad en een sporthal”, aldus Louis. “Papa heeft dat allemaal onbaatzuchtig gedaan.”
Bovendien was Michel een graag geziene figuur in Overpelt. Hij kende iedereen, iedereen kende hem. “Dat maakte dat hij een speciale band had met de gemeente”, zegt Louis. “Toen papa en mama begin jaren 2000 van Overpelt naar een appartement in Neerpelt verhuisden, voelde papa dat aan als een soort vaandelvlucht. Vanuit Neerpelt is hij trouwens jarenlang betrokken gebleven bij het sportbeleid van Overpelt, maar door het ouder worden besefte hij dat hij de zaken stilletjesaan beter aan anderen overliet.” Het enige waar Michel nog aan hield, waren zijn zwempartijtjes. Tot drie jaar geleden ging hij nog twee keer per week baantjes trekken in de Dommelslag, het zwembad op de grens van Overpelt en Neerpelt.
Terechte eretitels
Michel Umans overleed in een woonzorgcentrum in Diest, waar hij na de dood van zijn echtgenote in 2016 naartoe verhuisde. Al was dat niet met de volle goesting, zegt Louis. “Papa had al een tijdje last van de ziekte van Alzheimer. Na de dood van mijn moeder was dat erger geworden, hij kon niet meer voor zichzelf zorgen. Omdat ik met mijn gezin in Scherpenheuvel woon en mijn zus in Parijs, besloten we dat het beter was om hem naar ons te halen.” In Diest kreeg Michel elke dag bezoek van zijn zoon, die tijdens zijn middagpauze en na het werk trouw bij hem langsging. “Ik voelde me een beetje schuldig omdat ik hem uit zijn habitat had gehaald, maar om eerlijk te zijn was mijn vader de laatste jaren niet meer zo contactvaardig. Zijn sociale aanleg waarvoor hij zo bekendstond, was er niet meer.” Michel leed aan chronische lymfatische leukemie, een type bloedkanker waarmee patiënten vaak tien tot twintig jaar overleven. Maar een opeenvolging van infecties werd hem uiteindelijk fataal. Na Michels dood kreeg de familie Umans verschillende condoleances uit Overpelt, onder meer van burgemeester Jaak Fransen, die Michel typeerde als “een minzame, supercorrecte man die op zijn eigen onnavolgbare wijze, streng maar vooral rechtvaardig, de Overpeltse sportgemeenschap mee vorm heeft gegeven. Niet alleen omwille van zijn vele realisaties, maar zeker ook omwille van de manier waarop, draagt hij terecht zijn eretitels.”