“Een machtig moment”
Dylan Teuns begon in Ronde van Wallonië aan zijn wonderweken
De historische sportmomenten waren ontelbaar in 2017. Daarom brengen we u met plezier een eigenzinnig jaaroverzicht. We kruipen niet zelf in de pen, maar gaan te rade bij twaalf Limburgse topsporters. Zij blikken terug op hun eigen straffe toeren en becommentariëren ook drie speciale momenten uit andere sporten. Er zijn weinigen die het hem voordeden: je eerste profzege pakken in een leiderstrui. Dylan Teuns (BMC) slaagde er echter in met brio. Op de steile flanken van de Côte Saint-Roch (900 m aan 11,7%) de Halenaar het hardst naar de top. Teuns’ explosie in Houffalize zou de kiem betekenen van zijn mirakelmaand. “Hmm, als een mirakelmaand zou ik het toch niet bestempelen”, kijkt de 25-jarige Halenaar lachend op de zomermaanden terug. “Ik heb geen mirakels verricht, hè. Mijn acht zeges in 23 dagen waren het resultaat van harde trainingsarbeid. En van mentale sterkte. Ik bleef ervan overtuigd dat talent uiteindelijk komt bovendrijven.”
Met diezelfde mix van werklust en branie vatte Teuns na een rust- en stageperiode ook de Ronde van Wallonië aan. “Vooraf had ik in de pers openlijk verklaard dat ik gebrand was op een ritzege en een zo dicht mogelijke plaats in de eindafrekening. Iedereen wist dus dat ik een doel had gemaakt van de Tour de Wallonie. Door mijn focus om geen steken te laten vallen mocht ik in de gele leiderstrui de koninginnenrit naar Houffalize aanvatten.” Daar zou Teuns toeslaan, hij had zijn aanval VDB-gewijs vooraf in de pers aangekondigd.
rockte
“Loïc Vliegen piloteerde me op de slotklim, maar ik voelde dat hij te vroeg zou afhaken. Dus pushte ik hem enkele keren om nog even vol te houden. Ik had in de verte een bord voor ogen. Aan het bord van 350m, zou ik vol aangaan. Maar wat bleek? Het was het bord van 500m (lacht). Toch ging ik ervoor. Man, heb ik afgezien. Achteraf gezien had ik op geen betere plek kunnen aanzetten. Daar, op die steilste fase, moest ik de kloof slaan.”
Ook de slotrit was een prooi voor Teuns. “Ik won bovenop de Mûr de Thuin nadat ik op en over naaste belager Tosh Van der Sande was gegaan. De aanval is nog steeds de beste verdediging. Enkele weken later in de Arctic Race of Norway pakte ik het ook zo aan. Ik won er de sleuteletappe en zette in de laatste rit de puntjes op de i. Tussendoor klopte ik ook Sagan in de Ronde van Polen (lacht). Maar die eerste rittenkoers, met zoveel overmacht winnen, dat blijft een machtig gevoel.”