“Meneer de minister, uw soldaten geloven u niet meer”
een publieke tribune is er nog een andere zaak die uw militairen betreuren, geachte minister: uw perceptiebeleid. Met name het beeld dat uzelf creëert bij de bevolking. Uw boodschappen dat ‘het tij aan het keren is’ en van ‘meer investeringen en rekruteringen’, mogen dan wel bij het publiek de indruk geven dat het best losloopt bij defensie. Feit is echter dat uw soldaten dagelijks het omgekeerde ervaren. Zoals daar zijn: onvoldoende werkingsmiddelen, krakkemikkige infrastructuur, de ontmanteling van het personeelsstatuut of matig leiderschap. En perceptie, geachte minister Vandeput, is nu juist iets waar soldaten van balen. Ze hebben een grondige hekel aan holle slogans en loze beloften. Ze hebben immers te dikwijls in hun loopbaan tevergeefs geloofd in de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van de vijf broden en twee vissen. Eigenlijk voert u een Potemkin-beleid: u richt een hoge façade aan plannen en maatregelen op, maar als uw stoet voorbijgetrokken is, blijft er niet meer dan een hekje van concrete zaken over. En daarachter ligt nog steeds de woestenij. Vandaar dat uw militairen niet meer geloven in uw Strategische Visie. Ze vragen zich immers af met welk geld die betaald gaat worden. Er is niets zo gemakkelijk als een plan te tekenen dat de volgende regeringen moeten uitvoeren. U stelt dat ‘als de volgende regeringen de inspanningen van de huidige ploeg doorzetten, dan kan het legerbudget verdubbelen tegen 2030’. Oh ja? De inspanningen van deze ploeg komen immers neer op een besparing van 600 miljoen, dixit uw eigen legerchef. Dus het voortzetten van bezuinigingen zou leiden tot een budgetverdubbeling. Hallo? Dit kan dus enkel maar als Harry Potter-politiek bestempeld worden, tovenarij dus. Die 600 miljoen bezuinigingen rijmen bovendien niet echt met de regeringsbelofte om, ook deze legislatuur al, ‘aan defensie weer de middelen te geven om haar taken naar behoren uit te voeren’. ‘Contractbreuk’ heet zoiets in het zakenleven; als voormalig zakenman zou u dat toch wel moeten weten.
U geloven doen uw soldaten niet meer, geachte minister. Maar u loyaal verder dienen, daar kunt u vanop aan. En neen, in de grond van hun hart willen uw soldaten zo’n glimmend winnaarsgala niet. Maar een zeker professionalisme en enige geloofwaardigheid zouden ze daarentegen wel erg appreciëren.