“IS was onze moeilijkste vijand”
Klaroengeschal was er niet, wel veel lof van minister en baas van de luchtmacht voor het Belgische detachement F-16’s in het Midden-Oosten. Daarvan keerde de voorhoede - de piloten en vier F16’s - dinsdagmiddag terug na anderhalf jaar ononderbroken luchtoorlog tegen Islamitische Staat. Minister Steven Vandeput: “Blij dat een kleine luchtmacht van een klein land als België substantieel heeft bijgedragen aan het verslaan van IS.” Kleine-Brogel, dinsdag 12.40 uur. Na 6 uur vliegen en even bijgetankt te hebben boven Griekenland houden vier F-16’s nog heel even een mini-luchtshow boven de vliegbasis van Kleine-Brogel voor ze landen. Een symbolisch vreugdedansje. Aan anderhalf jaar ononderbroken luchtinzet boven Irak, en ook wat Syrië, komt zo voorlopig een eind. Nadat de Nederlanders midden 2017 onvoorzien een half jaar uitstel hadden gevraagd, nemen zij het nu opnieuw over.
Of de F-16’s in 2019 opnieuw zullen ingezet worden tegen Islamitische Staat is nog te vroeg. Minister Vandeput: “Als we ons operatieplan 2019 maken, zullen we aan de internationale coalitie vragen wat de behoefte is. Maar we gaan niet weg. Dertig militairen zullen als Force Protection het Nederlandse detachement in Jordanië beveiligen en verder zullen we Iraakse veiligheidstroepen blijven opleiden. En dat met meer instructeurs. Irak moet weer stabiel worden.”
Harde cijfers
Wat betekent dat voorlopig einde van 1,5 jaar luchtoorlog tegen IS in harde cijfers? België heeft 605 missies uitgevoerd. Daarbij steeg 1.235 keer een Belgische F-16 op van de Jordaanse vliegbasis Al Azraq voor een missie boven NoordIrak (76%, met vooral de bevrijding van Mosoel), West-Irak (12%) of Syrië ten oosten van de
Steven Vandeput (N-VA)
Minister van Defensie
Eufraat (12%). 675 keer werd daarbij gebombardeerd. 97% van die bommen troffen hun doel. De andere vluchten waren vooral verkenningsvluchten die 2.089 keer nuttige inlichtingen opleverden voor de internationale coalitie. Met wat als resultaat? Generaalmajoor en gewezen F-16-piloot Frederik Vansina, commandant van de luchtmacht, laat de kaart zien van het verkruimelde IS-gebied met nog wat zogeheten pockets in het westen van Irak (woestijn) en een strook Eufraatvallei in Syrië voor die ter hoogte van ISbolwerk Abu Kamal Irak binnenstroomt: “In onze eerste campagne, die van 2014-2015, hebben we IS vooral kunnen tegenhouden om niet Bagdad te veroveren. In onze tweede campagne, van midden 2016 tot eind 2017, hebben we het Iraakse leger geholpen met het heroveren van hun land. IS is zonder twijfel onze moeilijkste vijand geweest. Heel gewiekst en zonder scrupules: een gruwelijke vijand die alle regels aan zijn laars lapte.” België kan uiteraard niet alleen die pluimen op zijn hoed steken. Aan de internationale coalitie werken 74 landen mee. Maar Vandeput wil het Belgische aandeel ook niet minimaliseren: “België was een van de eerste naties die zich mee geëngageerd hebben tegen IS. Vier procent van alle luchtsteun was Belgisch. Er zijn niet veel landen die beter doen op de VS, het Verenigd koninkrijk, Frankrijk en Jordanië na. Toen ik het hoofdkwartier in Qatar midden december heb bezocht van waaruit alle luchtoperaties tegen IS gestuurd worden, heb ik van de verantwoordelijke Amerikaanse generaal felicitaties voor België in ontvangst mogen nemen. Er is wel degelijk goed werk geleverd.”
Burgerslachtoffers?
Goed werk ook zonder burgerslachtoffers? Vansina: “We hebben ons werk met veel terughoudendheid gedaan. Bij de minste twijfel breekt een piloot zijn aanval af.” Steven Vandeput: “Ik heb geen weet van een onderzoek dat onweerlegbaar aantoont dat wij verantwoordelijk zijn geweest voor burgerslachtoffers.” Of Belgische bommen in een stadsoorlog als Mosoel niet te zwaar waren? “Wij gebruiken uitsluitend precisiebommen en hebben die ingezet voor opdrachten die we op voorhand aanvaard hebben. Mag ik even aanstippen dat bij Russische wapeninzet maar 5 procent precisiebommen zijn?”
Guerrilla
Op uitdrukkelijke vraag mogen we geen namen - zelfs geen nickname geven van piloten. Zelfs hun pilotenhelm houden ze op. “Of onze Nederlandse collega’s nog veel werk zullen hebben, weet ik niet. IS valt nu terug op een soort guerrillaoorlog. Ze hebben geen bewegingsvrijheid meer. Maar het luchtwapen zal nog wel nodig zijn als ze ad hoc plots aanvallen uitvoeren.” Het laatste woord is aan generaal Vansina: “Ik ben vooral gerust dat onze mensen veilig terug zijn. Eindelijk hoef ik niet meer te slapen met die gsm naast mijn bed.”
Vier procent van alle luchtsteun was Belgisch. Er zijn niet veel coalitielanden in de oorlog tegen IS die dat kunnen zeggen. Er is goed werk geleverd.