“Ik stond vroeger vaak te trillen op het podium”
Machteld Timmermans schippert tussen theater en ‘F.C. De Kampioenen’ op woonboot in Lier
Ze wilde graag ooit in een film spelen, vertelde de toen 27-jarige actrice Machteld Timmermans twintig jaar geleden in onze krant. Dat dat intussen gelukt is, kunt u momenteel in elke Vlaamse bioscoop vaststellen. Als Goedele Decocq gaat ze samen met haar Balthasar Boma en de rest van de Kampioenen opnieuw in de clinch met DDT in de derde Kampioenenfilm ‘Kampioenen Forever’. “Als ik terugkijk op de voorbije twintig jaar kan ik alleen maar heel, heel blij zijn. Het is soms een hobbelig parcours geweest, maar alles is goed gekomen. En ik ben nog altijd aan het spelen.”
Machteld TIMMERMANS
Actrice
In een bocht van het Netekanaal in Lier ligt de woonboot Sola Fide, thuisbasis van de Lummense actrice Machteld Timmermans (47) en haar partner, collega-acteur en naamgenoot Danny Timmermans. “Geen wonder dat we ons thuis voelen in Lier, de stad van schrijver Felix Timmermans”, lacht Machteld. De Timmermansen vormen een nieuwsamengesteld gezin met vier kinderen, Robin (21), Sam (20), Gloria (16) en Sid (9). Nadat Machteld Flo en Theo, de kat en hond des huizes, verbannen heeft naar het dek, schuiven we haar de krant van 24 december 1997 onder de neus. Toen Het Belang van Limburg 28 frank kostte, Paul Marchal aan een eigen politieke partij werkte en Machtelds haar zwart was.
In ‘De Kampioenen’ heeft u ook zwart haar. Wordt u vaak herkend met grijs haar en bril?
“Niet zoveel. Maar ik probeer niet bewust onherkenbaar te zijn, hoor. Als ik herkend word, is het vaak door mijn stem. Maar ik heb er zeker geen last van. Danny wordt vaker herkend. Als we met ons theatergezelschap Het Ongerijmde een voorstelling voor kinderen spelen, horen we vaak vanuit het publiek ‘Hey, Tom!’ (zijn personage in Ketnetreeks ‘W817’, nvdr.) roepen.”
Marijn Devalck, Boma in ‘F.C. De Kampioenen’, heeft over uw personage ooit gezegd: “Het is heel moeilijk om een karikatuur van Goedele te maken. Voor Machteld is het niet meteen een cadeau.”
“In het begin was het echt zoeken, maar ik heb het gevoel dat ik mijn weg heb gevonden. Zeker bij de opnames van de laatste film heb ik me echt wel geamuseerd. De Kampioenen zijn stuk voor stuk ongelofelijk fijne mensen met heel veel ervaring. Het is fantastisch om op de set te staan met mensen als Jaak Van Assche (Fernand, nvdr.) en Tuur De Weert (Maurice, nvdr.). Als kind keek ik vol bewondering naar hen in ‘De Collega’s’.”
Twintig jaar geleden had u een rol in de VTM-soap ‘Wittekerke’. Maar u vertelde in onze krant: “Vroeger was ik degene van de klas die zeker nooit soaps zou doen”.
“Als jonge, ambitieuze actrice heb ik ook in hokjes gedacht en was ik bezig met mijn imago. Heel lang is dat een conflict geweest binnenin mezelf. Toen ik enkele jaren geleden voor het MAfestival in Brugge een kameropera regisseerde, was er iemand de componist gaan inlichten: ‘Zeg, dat is wel de vrouw van Boma, hè’. Ik heb er een nacht van wakker gelegen. Ik was er zelf van overtuigd dat die twee werelden niet verenigbaar waren in één persoon, maar later dacht ik: waarom niet? Met ouder worden begin je ook andere waarden te zien dan enkel artistieke profilering. Op een gegeven moment heb ik beslist om niet meer te kiezen voor producties maar voor mensen met wie ik graag samenwerk. Ik speel nog altijd voor Ensemble Leporello, waar ik na het conservatorium mijn eerste professionele theaterrollen gespeeld heb. En binnen ons eigen gezelschap Het Ongerijmde kennen we mekaar zo goed dat er onderling nog weinig gêne is. Voor mij is dat belangrijk. Buiten mijn vertrouwde omgeving ben ik heel erg bang om op mijn bek te gaan of dom over te komen.”
Dat is een nadeel voor een actrice.
“Absoluut! Het is geen toeval dat ik voor deze job gekozen heb. Ik moest dat aanpakken. Onlangs zag ik ‘I’m still here’, de mockumentary waarin Joaquin Phoe-
Wie gaat er nog naar het theater? Dan heb je uiteindelijk je ticket gekocht en de files getrotseerd en dan begrijp je er niks van of is het ongelofelijk saai
nix stopt met acteren om rapper te worden. Allemaal geënsceneerd en opgezet spel natuurlijk. Onwaarschijnlijk hoe hij zichzelf te kijk zet als een complete loser. Ik ben een enorme fan geworden.”
Met ‘F.C. De Kampioenen’ bereikt u een enorm publiek. In het theater is dat vaak anders.
“Wie gaat er nog naar het theater? En vooral, naar welke voorstelling of welk gezelschap moet je gaan kijken? Dan heb je uiteindelijk een ticket gekocht, de files getrotseerd, zit je in de zaal en dan begrijp je er niks van of is het ongelofelijk saai. Geen wonder dat de meeste mensen liever thuis voor de buis blijven zitten. Het gebeurt regelmatig dat ik naar zo’n grote productie ga kijken die internationaal gehypet wordt en dat ik mij zit te ergeren omdat de voorstelling voor mij blijft steken in een soort van oppervlakkige effectmakerij die verschrikkelijk veel geld moet gekost hebben. Maar het gebeurt ook dat ik zo geraakt word dat ik van het begin tot het einde van een voorstelling zit te huilen. Dat zijn unieke momenten die je nooit meer vergeet. Dat is voor mij de fundamentele kracht van theater.”
Wat zijn voor u de hoogtepunten van de voorbije twintig jaar?
“Waar ik heel dankbaar voor ben, is dat ik zo vaak op de planken heb kunnen staan. Ik heb bijna nooit zonder werk gezeten. Maar ik heb ook nooit zitten wachten op werk. Ik ben niet iemand die opvalt, dus ga ik zelf op zoek.”
Moet iemand met uw staat van
dienst nog castings doen?
“Jammer genoeg wel. Maar ik ben er rustiger in geworden. Vroeger was de stress zo enorm dat het mij meestal niet echt lukte om het beste van mezelf te tonen.”
U bent zelfzekerder?
“Ja, maar het blijft een werkpunt. Vroeger keek ik naar mezelf door de ogen van het publiek, met als gevolg dat ik helemaal blokkeerde. Zeker als er iemand in de zaal zat van wie ik het oordeel belangrijk vond. Het ging zo ver dat ik de eerste tien minuten op scène niet meer kon stappen omdat ik zo stond te trillen. Nu gaat dat beter, het dwingt me telkens opnieuw om nog dieper te graven, nog persoonlijker te worden in de interpretatie van mijn rollen.”
An Swartenbroekx, Bieke in ‘F.C. De Kampioenen’ zei onlangs dat ze een job als actrice niet zou aanraden aan haar dochter omdat het zo’n “kleine, harde wereld” is. Uw dochter Gloria staat ook op de planken.
“Gloria is zestien. Ze zingt heel erg goed en heeft net in een productie gespeeld van het Leuvense theatergezelschap fABULEUS. Maar ze kan ook tekenen en schilderen, dus het is niet zeker dat ze in mijn voetsporen zal treden. Ik herken wat An zegt van die kleine, harde wereld, maar ik ben ook enorm dankbaar voor mijn job omdat ik er heel veel uit geleerd heb.”
Had u twintig jaar geleden
In Limburg zijn dit jaar zes onderzoeken naar moord of doodslag opgestart, heel wat minder in vergelijking met de voorbije jaren. De meest brutale moord vond in Diepenbeek plaats waar een man met zware psychische problemen zijn moeder onthoofdde. In het overzicht is ook de moord op een 82-jarige vrouw in Maastricht opgenomen. Een vrouw uit Vroenhoven bij Riemst wordt daarvan verdacht. Vier van de zes moorden die het voorbije jaar in de provincie werden gepleegd, konden worden opgehelderd. In de overige twee zaken zitten verdachten in de cel maar die ontkennen elke betrokkenheid: Bilzenaar Marc C. voor de moord op de nog altijd vermiste Genkenaar Ronald Vandereycken en de uit Diepenbeek afkomstige klusjesman Roger C. voor zijn betrokkenheid bij de moord op de succesvolle Nederlandse zakenman Marcel Van Hout in de Neerpeltse villawijk Grote Heide. Er werden in Limburg het voorbije jaar dan wel minder moorden gepleegd, maar wel enkele opvallende: In Diepenbeek onthoofdde een 35-jarige zoon met zware psychische problemen zijn moeder. Aanslepende conflicten tussen twee koppels ontaardden in een dodelijke steekpartij in Genk en in Lanaken ging een man zijn vrouw met een mes te lijf die na 16 jaar huwelijk de relatie wilde verbreken. De man pleegde enkele maanden later zelfmoord in zijn cel in de Hasseltse gevangenis. De meest recente moord dateert van november in Neerpelt. Het was de vijfde bewoner van de villawijk die de voorbije jaren om het leven werd gebracht. Het motief blijkt dit keer niet van criminele aard te zijn: de klusjesman en de ex van de zakenman belandden in de cel. De klusjesman zit nog in de cel, de ex is voorwaardelijk vrijgelaten.