Vanaf 2019 loopt niemand verhoogde kinderbijslag nog mis
Kruising databanken moet euvel verhelpen
Vandaag zijn er nog heel wat kinderen met een handicap die geen verhoogde kinderbijslag krijgen. “Met de kruising van de Vlaamse databanken zou dat euvel in 2019 verholpen moeten zijn”, zegt Vlaams parlementslid Vera Jans (CD&V). Vanaf dan zou niemand die er recht op heeft de verhoogde kinderbijslag nog mislopen. Exacte cijfers zijn er niet, maar dat de databanken nog niet gekoppeld zijn en gezinnen die er recht op hebben de verhoogde bijslag niet automatisch ontvangen, verklaart volgens CD&V-welzijnsexperte Jans mogelijk de regionale verschillen. “Van de 62.159 kinderen met een aandoening die vandaag een verhoogde kinderbijslag krijgen, komt slechts 7 procent uit Limburg. Dat is het laagste percentage in Vlaanderen. De meeste kinderen met verhoogde toeslag vinden we terug in West-Vlaanderen, namelijk 15,6 procent.” In afwachting van de kruising van de Vlaamse databanken raadt Jans alle ouders aan om een aanvraag in te dienen als ze denken dat hun kind recht heeft op een verhoogde kinderbijslag.
“Vandaag zijn er nog heel wat kinderen met een handicap die geen verhoogde kinderbijslag krijgen. Dat zal veranderen als de Vlaamse databanken op 1 januari 2019 aan elkaar worden gelinkt.” Dat zegt Vlaams Parlementslid Vera Jans (CD&V). Dit “mankement” verklaart mogelijk ook de regionale verschillen: van de 62.159 kinderen met een handicap die een verhoogde bijslag krijgen, zijn er slechts 4.503 afkomstig uit Limburg (7,2 procent) tegenover 9.687 uit West-Vlaanderen (15,6 procent). Vorig jaar ontvingen 2.753.745 kinderen en jongeren in ons land kinderbijslag, en dat voor een totaalbedrag van 6,37 miljard euro. In Vlaanderen gaat het over 1,5 miljoen kinderen en 3,5 miljard euro. Koploper is de provincie Antwerpen waar een op de zes rechthebbende kinderen (444.465 of 16 procent) woont. In Limburg gaat het om 195.628 kinderen (7,1 procent).
Sinds de zesde staatshervorming van 2011 is die kinderbijslag een Vlaamse bevoegdheid. Vlaanderen benutte deze overheveling van het federale niveau om de kinderbijslag te hervormen. De vijf belangrijkste principes zijn:
1. Vanaf 1 januari 2019 zal ieder kind eenzelfde bedrag van 160 euro per maand krijgen, ongeacht het statuut van de ouder (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het hoeveelste kind in het gezin hij/zij is. Vandaag bedraagt de gewone kinderbijslag 92,09 euro voor het eerste kind, 170,39 voor het tweede kind en 254,40 euro voor het derde en elk volgend kind.
2. Leeftijdstoeslagen (een verhoging bovenop de gewone bijslag) worden vervangen door participatietoelagen om deelname aan kinderopvang en onderwijs te stimuleren.
3. Sociale- en zorgtoelagen voor kinderen in armoede, wezen, pleegkinderen of kinderen met een handicap blijven behouden. Dat percentage stijgt van 3,8 naar 12 procent.
4. De hervormde kinderbijslag geldt voor kinderen die worden geboren na 1 januari 2019.
5. Kinderbijslag wordt automatisch toegekend. Ouders moeten dus niets aanvragen.
Regionale verschillen
In het hele land genieten 62.159 kinderen en jongeren een bijkomende toeslag omwille van een handicap (2,25 procent). Die toeslag varieert van 80,75 tot 538,36 euro per maand bovenop de gewone kinderbijslag en dient om tegemoet te komen aan de meerkosten zoals medische onderzoeken, behandelingen, therapieën, hulpmiddelen, aangepaste kledij en speelgoed of speciale voeding. Uit de cijfers die Vlaams parlementslid Vera Jans bij Welzijnsminister Jo Vandeurzen heeft opgevraagd, blijkt dat de regionale verschillen groot zijn. “Zo telt Limburg amper 7,2 procent van de kinderen met een verhoogde kinderbijslag omwille van hun handicap. Dat is het laagste percentage in heel Vlaanderen”, zegt Jans. “De meeste kinderen met verhoogde toeslag vinden we terug in West-Vlaanderen, namelijk 15,6 procent.”
Mankementen
In het nieuwe systeem zullen de sociale en zorgtoeslagen meer soortelijk gewicht krijgen. “Kinderen en jongeren tot 21 jaar die een verhoogde kinderbijslag hebben van minstens 12 punten, krijgen sinds september 2017 ook een basisondersteuningsbudget van 300 per maand om hun zorg te organiseren”, zegt Jans. “Dit bedrag komt bovenop hun kinderbijslag en zorgtoeslag. In totaal gaat dit momenteel om ongeveer vijfhonderd kinderen en jongeren.”
Het basisondersteuningsbudget wordt automatisch toegekend. “Toch zijn er nog heel wat kinderen met een handicap die nog geen verhoogde kinderbijslag krijgen, onder wie zelfs kinderen die al door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap zijn erkend”, zegt Jans. “Exacte cijfers hierover zijn er niet. Als op 1 januari 2019 de Vlaamse databanken aan elkaar worden gelinkt, gaan we hier alvast een veel beter zicht op krijgen zodat we het systeem van automatische toekenning kunnen verfijnen. Tot het zover is, raad ik alle ouders die denken dat hun kind hier recht op heeft, aan om een aanvraag in te dienen.”
Als op 1 januari 2019 de Vlaamse databanken aan elkaar worden gelinkt, gaan we het systeem kunnen verfijnen
Vera JANS