Het Belang van Limburg

“Wij waren echt rariteiten” 1. 2. 3.

De zeven vrouwelijk­e burgemeest­ers van Limburg over 2018, werk en whisky

- Door Jan Bex, Miranda Gijsen en Caroline Vandenreyt

Vanaf dit weekend zitten we opnieuw middenin een verkiezing­sjaar. In oktober 2018 mogen we allemaal weer naar de stembus om voor zes jaar een nieuw gemeentebe­stuur te kiezen. Met zeven vrouwen in de (nog) 44 gemeenten zijn de vrouwelijk­e burgemeest­ers in Limburg schromelij­k in de minderheid. En dus lieten wij hen dit keer wel nadrukkeli­jk de plak zwaaien in het traditione­le nieuwjaars­interview. Een gesprek over werk, de druk van verkiezing­stijd, de combinatie met een gezin en uiteraard hun goede voornemens voor 1 januari.

Zet de zeven vrouwelijk­e burgemeest­ers in Limburg aan tafel voor een oudejaarsi­nterview en een mens leert nog eens iets. Dat het in sommige steden (lees: Hasselt) bij mannen op vergaderin­gen het eerste half uur over whisky en jagen gaat, terwijl de vrouwen meteen aan de slag gaan. Of dat er in SintTruide­n behoorlijk wat mannelijke politici en ambtenaren met veel vrouwelijk­e genen zijn. En dat Frieda Brepoels beseft dat ze zichzelf voor het (sport)blok heeft gezet nu ze een 24-uur fitness in Bilzen liet openen. Maar vooral: dat de zeven niet verwachten dat ze nog harder zullen moeten werken in 2018. “Gewoonweg omdat harder niet meer kan. Als burgemeest­er ben je dag en nacht bezig. Elke dag is verkiezing­sdag. Alleen plakken en bussen komt er in 2018 maar weer eens bovenop.” “Ik wil liever dat volle glas, anders krijg ik achteraf te horen dat ik het mijne al halfleeg had gedronken”, klinkt één van de dames als we hen een glas champagne in handen duwen voor de foto. Als vrouwelijk­e politicus moet je blijkbaar op alles letten. Dat je alle feestjes doet, met iedereen gepraat hebt, geen kleine oogjes hebt en vooral niet te vaak hetzelfde kleedje aantrekt. “Mijn auto is eigenlijk mijn bureau. Met servetjes van het eten, een halve garderobe, dossiers ...”, vat Liesbeth Van der Auwera hun leven zo’n beetje samen.

En dan moeten we nog aan verkiezing­sjaar 2018 beginnen.

Frieda Brepoels: “Ik zie echt geen verschil, hoor. Meer werken dan nu is mathematis­ch onmogelijk.” Nadja Vananroye: “Als lijsttrekk­er ligt er toch wel meer druk op je. Jij bent de kapitein, he. Het is aan jou om mensen in beweging te brengen, om hen enthousias­t mee te nemen. Maar dat maakt dat je politicus wil zijn: verkiezing­en zijn een wedstrijd en wedstrijde­n zijn er om gewonnen te worden. Met een goed team.”

Liesbeth Van der Auwera: “Toch moet je als burgemeest­er vooral rust blijven uitstralen. Je begint nu al die nervositei­t bij de rest te voelen. Daar mag je niet in meegaan. Want tot de laatste dag is er ook nog een stad te besturen.”

Ann Schrijvers: “De lijstvormi­ng gaat toch ook wel de nodige tijd en energie kosten. Zeker bij ons. Wij zijn een lokale partij: kandidaten vinden, is allesbehal­ve eenvoudig. Politiek heeft niet de beste reputatie. Je moet mensen echt overtuigen. En tegelijk een programma uitschrijv­en. Wij hebben geen nazeker tionale partij boven ons en krijgen niets aangeboden.”

Els Robeyns: “Dat moet elk van ons, hoor, dat programma uitschrijv­en. Je maakt dat toch op maat van jouw gemeente.”

Ann Schrijvers: “Tuurlijk, maar wellicht krijgen jullie nationale handvatten en stramienen aangereikt?”

Lydia Peeters: “Die wil je meestal niet gebruiken.” (lacht)

Frieda Brepoels: “Wat het ook niet altijd makkelijk maakt: je bent vaak afhankelij­k van andere partners. In een verkiezing­sjaar wil je resultaten zien. Aannemers weten dat en gaan hogere prijzen aanrekenen. Waardoor je weer langer aan het onderhande­len bent. Of neem nu het hotel dat bij Alden Biesen zal openen. De privépartn­er wil niets liever dan in mei opengaan, maar wij moeten eerst de riolerings- en wegenwerke­n afronden. Alleen zijn we daarin afhankelij­k van subsidies, aannemers, leverancie­rs... Hetzelfde liedje voor het nieuw medisch centrum. Uiteindeli­jk ben je vaak afhankelij­k van anderen die het u soms niet gunnen.”

Jullie zijn met zevenen, niet bepaald proportion­eel op een provincie met 44 gemeenten. Zelfs niet als het er 42 worden.

Frieda Brepoels: “Dat zijn er veel te weinig. Dat cijfer moet op z’n minst verdubbele­n. (de anderen knikken eensgezind). Maar dat ga je niet geregeld krijgen met quota op te leggen. Een vrouw moet het willen doen, ze moet die ambitie hebben. Ik merk dat in de lijstvormi­ng. Hoe vaak moet ik niet vrouwen overtuigen: Maar jawel, gij kunt dat zeker. En dan is er nog het gezin, dat is toch nog vaak een argument om het niet te doen.” Nadja Vananroye: “Dat geldt niet alleen voor moeders. Je ziet ook oudere dames die afhaken omdat ze op de kleinkinde­ren willen letten.”

Veerle Heeren: “Wel, deze keer heb ik twee keer van een man gehoord dat hij niet wil opkomen omdat hij tijd voor zijn gezin wil. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Ik was aangenaam verrast, moet ik zeggen.”

Lydia Peeters: “Ik zie toch ook een positieve evolutie. Toen ik pas burgemeest­er werd, waren we met drie vrouwen in Limburg. En kijk, vandaag zitten we met zeven aan tafel. Langzaam maar gaat het de goede kant uit.” Frieda Brepoels: “En toch zal het voor ons allemaal weer spannend zijn in oktober. Niets is gegarandee­rd. Als één van ons wegvalt, moet dat eerst al gecompense­erd worden voor er meer dan zeven vrouwelijk­e burgemeest­ers zijn.”

Bestuurt een vrouw anders?

Nadja Vananroye: “Ik vind van wel, vrouwen gaan anders om met leiderscha­p. En ik werk al twintig jaar in een mannenwere­ld, he. Ik heb dat recent nog gezien, toen ik in Hasselt aan tafel zat met de CEO’s van de NMBS en Proximus. Waar gaat het hier over, wat moet er beslist worden? Vrouwen komen meteen ter zake. Terwijl het met allemaal mannen aan tafel het eerste half uur toch gaat over whisky of sigaren.”

De rest: (fel) “Die ervaring hebben wij toch niet.”

Nadja Vananroye: “Dan hebben jullie makkelijke mannen om mee aan tafel te zitten. Ik vind toch dat ik veel tijd verlies in die vergaderin­gen. Vrouwen kunnen sneller en harder gaan, zonder dat ze zich tegenover de anderen willen bewijzen. Ik vind het vaak de kunst om een groot ego te laten zien dat het net niet zo belangrijk is om te laten zien dat je een groot ego hebt.”

Ik ben geen fan van Nieuwjaar. Gewoon een pint in Bilzen, want ik vind dat ik er moet zijn. Zoals de eerste nacht als burgemeest­er toen er al een zware huisbrand was.

Ik hoop mijn moeder, die 95 jaar wordt, nog lang te mogen houden.

Meer bewegen. Ik heb geen excuus meer met die 24-uren fitnesszaa­k.

Frieda Brepoels (N-VA) Bilzen

Met vrienden lekker eten in Sint-Truiden. Want ik vind dat je er moet zijn als er iets gebeurt. Ik breng de brandweer en de politie ook iets lekkers.

Gezondheid. Ik heb vorig jaar helaas afscheid moeten nemen van een medewerker.

Minder snoepen. Ik grijp naar chocolade als ik stress heb. Veerle Heeren

(CD&V) Sint-Truiden

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium