“Sluit niet uit dat ik herbegin”
Genkse stripwinkel Bloomie’s sluit na 36 jaar
Stripwinkel Bloomie’s in Genk stopt ermee. “Vanaf volgende week kopen we geen nieuwigheden meer aan. Half januari zal de uitverkoop starten”, zegt zaakvoerder Luk Schrijvers. “Met pijn in het hart. Ik sluit niet uit dat ik ooit nog herbegin, maar ik kan geen twee dingen tegelijk goed doen. Onze stripuitgeverij Daedalus, die blijft groeien, heeft mij als voltijds uitgever ook hard nodig. Ik moest kiezen.”
Bloomie’s ligt al jaar en dag aan de Rootenstraat tussen Shopping 1 en Shopping 2, een intussen verkommerd pleintje waar de stad Genk best nieuw leven in zou blazen. Dat is niet de reden dat geboren en getogen Genkenaar Luk Schrijvers (54) stopt met zijn stripwinkel. “Ik heb er lang over nagedacht. Onze stripuitgeverij Daedalus wordt te groot. Heeft me te zeer nodig. Maar Daedalus zal wel in dit pand gevestigd blijven.” Terwijl een winkel runnen ook een voltijdse job is. Schrijvers: “Een waar je ook dag, en soms ook nacht, mee bezig moet zijn. We hebben echt over alternatieven nagedacht, zoals twee avonden per week openhouden. Maar uiteindelijk is dat knip- en plakwerk. Nu is de beslissing definitief. Vanaf februari gaat al mijn tijd naar Daedalus. Tot spijt van de klanten. Al zal ik dat contact hard missen. In al die jaren was niet mijn verzameling, of wat ik hier verdiende, het belangrijkst. Wel al die vriendschap. Het klinkt misschien melig, maar het is wel zo. Een goeie stripwinkel is zoals een café: daar wordt over alles gepraat. En daar wordt veel gelachen.”
Met de paplepel
Ruim zesendertig jaar geleden, in februari 1981, startte Luk Schrijvers, nog geen 18 toen, zijn eerste Bloomie’s, toen nog aan Shopping 2. “Genoemd naar winkelketen Bloomingdale’s in Amerika. Waar je alles kon kopen: van een speldenknop tot een Rolls. Ja, ik had veel fantasie toen.” Daarmee was Bloomie’s niet de eerste stripspeciaalzaak in Limburg. Wonderland in Hasselt bestond al. “Ik was zo’n échte stripliefhebber. Het is me met de paplepel ingegeven. Ma las me
Jommekes voor. Nero’s! Mijn moeder, Annie Biesmans, heeft me al die jaren hard gesteund. Ze heeft ook lang in de winkel gestaan. Nu is ze 88 en leest ze nog altijd strips.”
Tablet
De jaren tachtig? Gouden jaren voor het stripverhaal. Stripwinkels schoten uit de grond. Nu gaat de voorlaatste dicht in Limburg. Alleen Wonderland in Hasselt is er nog. “Geen concurrent. Collega’s”, zegt Luk. “Maar de wereld is wel veranderd. De oplages van toen zijn er niet meer. Niet omdat er nu te veel strips uitkomen, er is te veel ander tijdverdrijf. Toen had je de cinema, drie kanalen op tv, muziek, boeken en strips. Sinds de computer en internet is het eindeloos. Wie koopt nu nog cd’s?”
“Terwijl de echte stripliefhebbers, en ook mensen die rust zoeken, wel degelijk nog strips kopen. Wat is er zo gezellig in huis als een mooie stripcollectie tegen een muur? Ik ken er weinig die een strip op hun tablet lezen. De leesbepaal ervaring is toch niet hetzelfde. Van de collega-uitgevers in Frankrijk hoor ik precies hetzelfde. Al hoor ik dikwijls van mensen: De tijd is voorbij om zo’n winkel open te houden. Daarmee ben ik het niet eens. Als je service, kennis, passie en gezelligheid brengt, dan marcheert zo’n winkel. Maar daarvoor moet je tijd hebben. En die ontbreekt mij.”
Geen suikeroom
Die tijd gaat nu naar stripuitgeverij Daedalus, een geesteskind van Schrijvers. “Ik zag in Frankrijk met 4.000 striptitels per jaar veel verschijnen waarvan ik het jammer vond dat het niet vertaald werd. Plus: ik zag slordigheden bij andere uitgeverijen in ons taalgebied. Ik dacht: Dat kan beter. Zo is het begonnen in december 2006: met twee strips. Dankzij medevennoot Michel Croonen, die hier klant was, zijn we financieel comfortabel kunnen starten. Michel, die meerdere bedrijven heeft, helpt nog altijd met de zakelijke kant. Als er bijvoorbeeld moet onderhandeld worden met de verdelers, zal hij dat eerder doen. Ik dan weer wat Daedalus uitgeeft.”
Intussen is Daedalus zelfbedruipend. “We moeten al lang niet meer bedelen bij onze suikeroom. Daedalus is levensvatbaar gebleken. We maken winst. We hebben twee voltijdse werknemers en tien freelancers voor lettering, vertaling en correcties. En we groeien nog altijd. Toen was het idee 10 à 15 strips per jaar uit te brengen. Nu zitten we aan honderd titels per jaar. Volgend jaar aan honderdtwintig.”
Klanten
De klanten van Bloomie’s weten het intussen. “Hun reactie? Van verdriet tot boosheid. Nu ja, een beetje boosheid. In de zin van:
Waar moeten we nu naartoe? Ik heb zelfs een klant uit Den Haag die al 32 jaar komt. Eerst kwam hij alleen, dan met zijn kinderen en nu met zijn kleinzonen. Vrijdagavond komt hij een klapke doen, zaterdag doet hij zijn aankopen. In Den Haag kan hij uiteraard ook strips kopen. Maar hier is het gesélliger, zegt hij.”
Luk Schrijvers ziet wel meer klanten die intussen met grijzende slapen of kalende kruinen tussen de rekken snuffelen, al dan niet met kleinkinderen. “Ze zeggen dat het publiek verouderd is. Pfff. Ik heb toch nog altijd jonge mensen die komen en die het een geweldig medium vinden. Alleen de echte kinderen, de 7- 8-jarigen, de eerste lezertjes, zie ik minder. Ach, de strip zelf is ook veel meer een genre voor volwassenen geworden. Ik zal ze missen, de klanten. En ik sluit niet uit dat ik ooit nog herbegin.”
Een goeie stripwinkel is zoals een café: daar wordt over alles gepraat. En daar wordt veel gelachen Luk SCHRIJVERS
Zaakvoerder