“Wil jij mij een mooie jurk geven?”
Sint-Maarten ruimt puin na zwaarste orkaan ooit
“Wil jij me een mooie jurk geven? En schoenen. Asjebliieeft.” Kleine Sherailyn (10) staat samen met haar mama aan de poort van het Rode Kruis op Sint-Maarten te wachten. Sinds de verwoestende doortocht van orkaan Irma in september, deelt het Rode Kruis elke week gratis kleren uit voor wie het nodig heeft. Sint-Maarten kreeg het zwaar te verduren. De zware periode is nog niet voorbij. Want het eiland moet heropgebouwd worden. En dat vraagt tijd. September 2017. Het was bibberen en beven, toen orkaan Irma in enkele dagen tijd van tropische storm tot een monsterorkaan van categorie 5 uitgroeide. Niet Florida, zoals voorspeld, maar wel de Caraïbische eilanden Barbuda, Antigua en Sint-Maarten kregen de volle lading. Het oog van de storm, die zo groot was als Frankrijk. Irma veegde Barbuda volledig van de kaart. SintMaarten werd zwaar verwoest. Het eiland was na orkaan Luis in 1995 - ook categorie 5 - al wat gewoon. Maar dit was anders. Nog heviger. Nog intenser. De materiële schade is enorm. Mensen zijn alles kwijt. Hun huis, hun kleren, hun werk. Het eiland zit voor weken zonder elektriciteit. Een deel ook zonder stromend water. Het aantal dodelijke slachtoffers blijft steken op vier. Althans: volgens de officiële cijfers.
Blauwe zeilen
December 2017. We landen in Philipsburg, de hoofdstad van het Nederlandse deel van SintMaarten. Een tent doet dienst als aankomsthal, omdat het splinternieuw miljoenengebouw van de luchthaven te zwaar beschadigd is. Valiezen staan op een hoop bij elkaar, paspoortcontrole gebeurt in een container. Onze huurauto vertoont blutsen en barsten. Maar dat blijkt standaard. Geen enkele auto op het eiland is ongehavend. De superorkaan blies alles kapot. Huizen, bars, restaurants en hotels zijn zwaar beschadigd. Blauwe zeilen doen dienst als dak. Soms staan er nog wat muren. Soms staat er helemaal niets meer. Overal zijn bouwvakkers in de weer. Betonwagens rijden af en aan, kranen draaien overuren. Op het Nederlandse deel is
Maritza
er al veel gebeurd, zegt iedereen. Het ergste puin is geruimd. Hopen vuil zijn naar het stort gebracht. Hier en daar gaat een bar weer open. De stranden herleven, de eerste toeristen zijn weer daar.
Het Franse deel van het eiland is nog steeds een ware oorlogszone. Bergen vuil ontsieren de wegen. Overal liggen zwaar beschadigde boten en verroeste autowrakken. Op het strand kan je amper een voet verzetten, zonder op een stuk hout of spijker te trappen. Er staan nog een paar muren recht, van wat ooit een huis was. Tussen het puin zit een jonge vrouw. “De zee was helemaal weg. Vier uur na de orkaan kwam het water terug, net als een tsunami”, vertelt Carty Raïssa (30). “Golven van meters hoog. Alles liep onder water. We zijn alles kwijt. Toen het water weg was, heb ik mijn legerjasje een paar honderd meter verderop ge-
Arm, middenklasse, rijk: Irma heeft iedereen getroffen. Al hebben rijken wel geld op hun bankrekening om hun huis weer op te bouwen. Wij moeten wachten tot de regering iets doet
vonden. Het is één van de weinige kleren die ik nog heb. Maar we mogen van geluk spreken dat we er nog zijn. Er zijn veel mensen die het niet overleefd hebben: veel meer dan de overheid zegt. Een vrouw van de school van mijn kinderen is gestorven, ook een man uit de buurt zou het niet overleefd hebben. Ik heb beelden gezien van het ziekenhuis, waar je baby’s zag drijven. Het is vreselijk. En de overheid helpt ons niet.”
Carty heeft haar zoontjes van drie en vijf jaar al sinds september niet meer gezien. “Ze zijn bij hun vader in Guadeloupe”, vertelt ze. Ze wordt er stil van. Pinkt een traan weg. “Ze bellen elke dag om te vragen of ons huis al terug gemaakt is. Ik mis hen. Maar ik kan hier niet weg. Ik moet hier blijven voor mijn moeder.”
Ook in d e baai van Oyster Pond, op het Nederlandse deel tegen de Franse grens, lijkt het nog steeds alsof er pas een bom is ontploft. Een landhuis vlak aan het strand is er het ergst aan toe. “De jachthaven, mijn guesthouse The Great House, Mr Busby’s Beach Bar: alles is verwoest”, zegt Phil, die afkomstig is uit het Amerikaanse Philadelphia. “Ik weet niet waar beginnen. Toen Irma kwam, zaten we hoog op de tweede verdieping. We zagen gigantische golven op ons afkomen. Golven die reikten tot op de tweede verdieping. De kracht was enorm. We hebben niets meer. Maar wij zijn er nog. Ik heb geen schram. Onwaarschijnlijk.”
Maaltijdbonnen
Aan de Rode Kruis-post in Philipsburg worden elke zaterdagmiddag kleren van verschillende hulporganisaties uitgedeeld. Er staat een grote groep vrouwen en kinderen voor de poort te wachten. Ze lijken boos. Alleen kleine Sherailyn (10) lacht ons vriendelijk toe. Ze hoopt dat wij haar kunnen helpen. “Mijn huis is weg. Wij wonen nu samen met mijn neefjes en nichtje. Allemaal in één huis. Ik heb nog kleren, maar niet meer zoveel. Kan jij me een mooie jurk geven? En mooie schoenen”, vraagt ze lief. Eén van de vrouwen ontdooit en spreekt ons aan. Ook zij is haar huis kwijt. “Het Rode Kruis deelt op verschillende plaatsen op het eiland bonnen uit, waarmee we kunnen winkelen in vier supermarkten”, vertelt Maritza. “De kinderen krijgen elke dag op school een ontbijt en lunch. En één keer per week delen ze hier dekens en kleren uit. Die liggen per maat op hopen. Je kunt uitkiezen wat je nodig hebt: voor jezelf, je man, je kinderen.” “We zijn allemaal ons huis kwijt, maar omdat we bij familie terecht kunnen is niemand dakloos”, gaat ze verder. “Iedereen is gelijk nu. Irma heeft iedereen getroffen. Arm, middenklasse, rijk. Al hebben de rijken wel nog geld op hun bankrekening om hun huis weer op te bouwen. Wij hebben niets. Wij moeten wachten. Wachten tot de regering iets doet. Nu de regering gevallen is, is het nog erger dan voorheen.” Sinds de doortocht van Irma, ligt de plaatselijke regering onder vuur. Het eiland is opgedeeld in Saint-Martin, dat bij Frankrijk hoort, en Sint-Maarten, een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Eind november moesten premier William Marlin en vijf van zijn ministers opstappen, in de nasleep van de ramp. Zo was er discussie over het hulpgeld van Nederland voor Sint-Maarten. Intussen is Minister van Justitie Rafael Boasman waarnemend eerste minister. Tot aan de nieuwe verkiezingen, die in februari gepland zijn.
Ayumi Bervoets, de oudste dochter van Vlaams acteur Gène Bervoets (61), werkt als beleidsadviseur voor de Minister van Justitie van Sint-Maarten. Zij schuilde tijdens Irma bij haar vriend. “Samen met mama, met muziek in de oren, zat ik te wachten tot het voorbij was”, vertelt Ayumi, die Criminologie aan de VUB studeerde. Ze moest bijna meteen weer aan het werk. “Net na de storm waren er zware plunderingen. Het was zo erg dat de politie amper kon optreden. Na Luis zijn er ook plunderingen geweest, werd er eten meegenomen uit beschadigde supermarkten. Dat is nog te begrijpen. Nu was het anders. Ze liepen met televisies en wasmachines door de straten. Juweliers werden leeggeplunderd. Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt. De Nederlandse mariniers werkten samen met de politie en er is een avondklok ingesteld. Pas toen kregen ze de situatie onder controle. Een paar winkels zijn intussen terug open. Maar die plunderingen hebben wel gezorgd dat we het economisch extra moeilijk hebben.”
Sint-Maarten steunen? https://doneer.rodekruis.nl/orkaan-irma
Toen het water weg was, heb ik mijn legerjasje een paar honderd meter verderop gevonden. Het is één van de weinige kleren die ik nog heb.
Carty Raïssa