Protest tegen regime Iran groeit
Vrees voor gewelddadige repressie door overheid tegen manifestanten
Tienduizenden Iraniërs hebben in het weekeinde betoogd tegen de lamentabele economie, de corruptie van het islamitische regime en zijn Hoogste Leider Ali Khamenei. Iran staat voor een heruitgave van de ‘Groene Beweging’ van 2009, die mogelijk beantwoord wordt met hetzelfde geweld.
TEHERAN -
Sociaal protest sluimert in Iran al maandenlang, maar de beelden van de voorbije dagen zijn ongezien sinds 2009. Tienduizenden betogers verzamelden in tal van steden en dorpen, portretten van ‘Hoogste Leider’ Khamenei werden naar beneden gehaald, en slogans varieerden van ‘Dood aan de Revolutionaire Garde’ tot uitroepen over Reza Shah, de laatste koning van Iran.
De staatstelevisie meldde maandag dat er ‘in de evenementen jammer genoeg tien mensen zijn gedood in diverse steden’. Of dat cijfer klopt, is niet duidelijk. Om de verspreiding van video’s via sociale media en oproepen tot meer betogingen tegen te gaan, blokkeerde het regime intussen al apps zoals Telegram en Instagram, en het internet werkt er nu nog trager. De redenen voor de frustratie van de betogers zijn talrijk. Iran is machtig in het Midden-Oosten met zijn interventies van Irak en Syrië tot Jemen - maar die politieke en militaire invloed staat in schril contrast met het welzijn van de eigen burgers. Niet toevallig gaan sommige slogans in Iran ook over het stopzetten van al die regionale avonturen, zodat het geld in de economie kan worden geïnvesteerd. Een deel van de frustraties komt voort uit de alom aanwezige corruptie, vaak georganiseerd ten dienste van de ‘Islamitische Revolutie’ sinds 1979. De Revolutionaire Garde moet alleen verantwoording afleggen aan de ‘Hoogste Leider’ Ali Khamenei en controleert ook grote sectoren van de economie, buiten elke parlementaire controle om.
Jeugdwerkloosheid
‘Liefdadigheidsorganisaties’ in handen van moskeeën zijn eveneens economisch actief, van fris- drankfabrieken tot het uitbaten van toeristische hotels, en krijgen van het regime tal van belastingvoordelen. Intussen wordt de jeugdwerkloosheid geschat op zo’n 29 procent, terwijl de helft van de bevolking jonger dan dertig is. Anders dan in ‘seculiere dictaturen’ moeten jonge Iraniërs bovendien leven met tal van opgelegde regels, van kledingvoorschriften tot de hoofddoek en de scheiding van seksen in het openbaar vervoer, en het toezicht daarop door de ‘religieuze politie’. De Iraniërs verkozen Hassan Rouhani, een ‘gematigde hervormer’, twee keer tot president - de grootste macht blijft wel liggen bij de ‘Hoogste Leider’ - maar ook hij kon het tij van de onvrede niet keren. “De regering zal geen tolerantie tonen voor diegenen die publiek bezit beschadigen, de orde schenden en onrust in de samenleving creëren”, zei Rouhani zondag op de Iraanse staatstelevisie. Hij gaf wel toe dat “mensen volgens de grondwet mogen kritiek geven en zelfs protesteren, maar dan wel op een manier die uiteindelijk een betere situatie creëert in het land, voor het volk.”
Repressie
Hoe terughoudend het regime omgaat met de nieuwe betogingen, wordt afwachten. Tegen de ‘Groene Beweging’ van 2009, toen Iraniërs op straat kwamen tegen de volgens hen frauduleuze herverkiezing van de toenmalige president Ahmadinejad, werd opgetreden met bruut geweld. De dodentol wordt geschat op tientallen.
De vrees is nu groot dat de repressie een stuk groter kan zijn, als het regime zich bedreigd zou voelen in zijn overleven. Tenslotte steunde Teheran in Syrië president Bashar al-Assad, toen die elke poging tot vreedzame demonstraties in 2011 met massaal bloedvergieten beantwoordde. Mee dankzij het Iraanse regime is Assad nog altijd aan de macht.