Volkslied in ere hersteld Broers Tony en Jean-Paul Klinkers zetten eigen dialectversie op cd
Zanger-animator Jean-Paul Klinkers en zijn broer componist Tony Klinkers willen het Diepenbeekse volkslied nieuw leven inblazen. “Toen we nog in de Sint-Servatiusschool zaten, kenden we het allemaal van buiten”, lachen de broers. “Maar daarna hoorde je het eigenlijk nooit meer zingen. Daar wilden we verandering in brengen. Ons grootste probleem? De tekst omzetten in Diepenbeeks van nu. Gelukkig konden we daarvoor rekenen op Armand Mesotten en Jef Castermans.” “We zaten allebei in de lagere school Sint-Servatius in het centrum”, vertellen de broers Klinkers. “Dat Diepenbeeks volkslied werd bij verschillende schoolfeesten en manifestaties door alle leerlingen uit volle borst meegezongen. Wij kenden niet alleen het Belgisch, Vlaams en Limburgs volkslied, maar ook dat van Diepenbeek. En dat is altijd in ons hoofd blijven hangen.”
Moeilijk
Ze wilden het lied in het Diepenbeeks brengen. “We gaan geregeld aan de slag met onze ‘moedertaal’. Zo zijn we zelf liedjes beginnen maken met onder meer enkele Diepenbeekse carnavalsliederen, we hebben verschillende stripverhalen in het Diepenbeekse dialect geschreven en Tony treedt geregeld op bij ‘Hesselse Loch’ als ‘Diepenbekenaar’.” Toch was het plan moeilijker dan gedacht. De oorspronkelijk versie van Sylvester Pipers uit 1875 is immers in het beschaafd Nederlands geschreven. En dus spraken we de Diepenbeekse taalvirtuoos bij uitstek aan, Armand Mesotten. Hij stuurde ons naar een andere ‘krak’ Jef Castermans en die begon meteen met veel enthousiasme aan een vertaling. Maar al snel bleek dat onbegonnen werk. En dus hebben we beslist om zelf een tekst in het Diepenbeeks van ‘nu’ te maken. Het rijmen en dichten was echt geen sinecure, maar het leverde wel hilarische momenten op.” “Eenmaal de tekst en arrangementen klaar, zijn we in de BM studio in Lanaken samen alles gaan inzingen. Om zeker te zijn hebben we Armand Mesotten meegenomen”, lacht Jean-Paul. “’Van waar komen die mannen?’, moet die gedacht hebben, want hij moest regelmatig onze uitspraak bijsturen. Maar we zijn bijzonder fier op wat er vandaag ligt. Een cd met een mooie en typische intro van Armand, de dialectversie in de originele wals maar ook de AN-versie en als surplus de dialectversie in een marstempo. En voor de karaoke, en om iedereen thuis te laten meezingen, de instrumentale versie van de wals. Daarvoor staan de teksten op de binnenkant van de cd-hoes. Onze droom? Dat het lied voortaan bij elke officiele gebeurtenis in de gemeente gebruikt zal worden.”
XDe cd kost 8 euro en is te koop in café Den Alver, Electro Pierre Leuraerts, bij Karel Ketelslegers en Kapsalon Firmin. Jaskaante van den Deëmer
’n Plak boe iech van haag De Catsbeek en de Stiemer En blumkes lengs de graach Kui graoz’n in het malse graos En Fump sjiet wir ’n dükke haos Dooë in dei sjunste streek Dooë likt oos Diepenbeek. De maïs wiegt zütsjes inne weind De terref rèèpt geël van kleur En op het Rèètsje ziengt e keind ‘ch
Ben blei da iech da heur Tonèilgrup geëve dèk petrol De zaole zitt’n altèèd vol
Weë hült van de natuur
De louch is hèè nog puur.
De a’en toon van het kestiel Kot bè ‘t Deëmerstrand
Op ’t Kèttelveld hült het kerdiel De pjedsjes inne haand De kèrrektoon kikt op oos daol En hèit zjeë cente in oer maol Dan drènkt zjeë tobbe bier En maoke veë plezier.
Zjeë koeint hèè leëre vör dektoer An d’universetèèt
Hèè kènt zjeë nog urre geboer En hèit zjeë allen tèèd
Zjeë koeint hèè villow jaoge Dör bem en tuisse haoge De allersjunste streek.
Da is m’n Diepenbeek