“Klein en concreet heeft beste kans op slagen”
Een klein dagelijks ritueel is een goed idee omdat het concreet en haalbaar is, zeggen psychologen. Maar er zijn nog valkuilen. Goede voornemens hebben meestal te maken met gedragsverandering en dat is niet eenvoudig. “Gewoonten zitten diep verankerd in ons brein”, zegt klinisch psycholoog Annemarie Van Engeland. “Je kunt het vergelijken met een ingesleten karrenspoor. Een nieuw spoor trekken is niet evident.” Concrete doelen verhogen de kans op slagen. “Bijvoorbeeld: ‘Ik ga dit jaar meer sporten’ is te vaag. Je doelstelling moet concreet en haalbaar zijn en in dat opzicht is een dagelijks ritueel een goede zaak. Je focust ook beter op gedrag dan op resultaat. Elke dag een kilometer wandelen is een beter voornemen dan tien kilo afvallen”, zegt Van Engeland. “Dat een klein ritueel haalbaar en concreet is, is zeker een pluspunt”, zegt ook klinisch psychologe en gedragstherapeut Anne Neyskens. “Als je iets elke dag doet, wordt het vanzelf een gewoonte. In het begin zal het moeite kosten, maar na verloop van tijd zal het bijna vanzelf gaan.”
Maar ze ziet ook mogelijke obstakels. “Je doel moet geïnspireerd zijn door een waarde die voor jou belangrijk is, zo niet zal het moeilijk worden om resultaat te halen. Als je iets louter doet onder sociale druk maak je weinig kans op slagen.”
Want zelfs een klein dagelijks ritueel is niet vanzelfsprekend. “Zelfs als je maar één keer per dag wil pompen is dat nieuw gedrag en dus niet gemakkelijk. Als het een keer niet lukt mag je dat niet als een mislukking zien en moet je de volgende dag gewoon de draad weer opnemen”, zegt Neyskens. Toch hebben beide psychologen wel oren naar het pleidooi. “Tenzij je enorm gedisciplineerd bent, heeft iets kleins en concreets sowieso de beste kans op slagen”, zegt Van Engeland.