“Ik ben heel diep gegaan”
Saartje Vandendriessche probeert mannen te verslaan op hun eigen terrein
BRUSSEL - Mannen verslaan op hun eigen terrein. Dat is de uitdaging die ex-omroepster Saartje Vandendriessche (42) uitprobeert in een programma waarin ze het telkens opneemt tegen een bekende man in een discipline die hij zelf mocht voorstellen. “Ik wilde onderzoeken of je als vrouw de fysieke achterstand kunt compenseren met techniek, strategie en mentale kracht.” Vandendriessche kon daarbij rekenen op professionele begeleiding door sportpsychologe Els Snauwaert, die o.m. triatleet Frederik Van Lierde en de Belgische damesvolleybalploeg mentaal coacht. En op Hanna Mariën, die deel uitmaakte van de Belgische estafetteploeg die in Peking goud behaalde in de 4 x 100 meter en vier jaar geleden met Elfje Willemsen zesde werd in het bobsleeen op de Winterspelen in Sotsji. “De afspraak was dat de mannen de uitdaging mochten bepalen”, zegt Saartje Vandendriessche. “Ik was daar redelijk gerust in, ik ben goed in duursporten zoals lopen, fietsen en zwemmen en rekende op mijn goede basisconditie. Ineens kreeg ik uitdagingen binnen die ik niet kende en waarvan ik niet wist hoe ik ermee moest omgaan. Louis Talpe koos bijvoorbeeld voor crashed ice: een schaatswedstrijd waarbij je tegen hoge snelheid van een berg afdaalt en onderweg over een rotspartij moet springen. Mathias Vergels koos voor de beklimming van de hoogste klimmuur ter wereld: 165 meter, steil omhoog. De angst sloeg me om het hart. Ik ben geen goede vriend van hoogtes en wat er in je hoofd omgaat kan je onderuit halen en je lam leggen. Daar heeft Els me goed in begeleid: focus niet op de man, niet te veel op winnen, focus niet op het einddoel maar op tussentijdse doelen, haal energie uit de evolutie die je doormaakt. Die dingen helpen je om door te doen.”
Heb je nooit gezegd: ‘Bedankt, maar daar begin ik niet aan.’
Saartje: “Ik had in het begin tegen de redactie gezegd: ‘Ik spring niet uit een vliegtuig. Dat is voor zotten, want daar heb je totaal geen controle over.’ Ik wist toen niet dat Dieter Coppens voor formatiespringen had gekozen. We zijn toen in dialoog gegaan en Els heeft me helpen onderzoeken waar mijn weerstand vandaan kwam. Ik vond het vreselijk om van 400 meter hoogte uit een zeppelin te springen, ik geef dat eerlijk toe. Maar voor het programma was dat mooi, dus dan doe je het toch maar. Je zoekt je grens op een probeert eroverheen te gaan.”
Heb je geen blessures opgelopen?
Saartje: “Daar moet je voor kijweg: ken, ik wil daar later wel iets over zeggen. Ik ben heel diep gegaan. Voor de zomervakantie was mijn batterij helemaal leeg. We hebben een jaar gedraaid. Om de vier weken een wedstrijd. Voor de zomer waren er twee redelijk zware wedstrijden die door mekaar liepen: de obstacle run tegen Maarten Vangramberen: 32 km lopen en onderweg meer dan 200 obstakels overwinnen. En daarnaast het muurklimmen. Ik moest voor beide wedstrijden trainen. Mijn armen waren zo verzuurd dat ik in mijn auto niet meer kon schakelen. En dan nog lopen. Mijn enkels kregen een zware impact te verwerken door van die obstakels af te springen.”
Hanna Mariën: “We hebben gewerkt op preventie van blessures, er mocht in de voorbereiding niks fout lopen. Je zoekt de grenzen op maar de boog mocht niet constant strak gespannen staan.”
We krijgen zeven wedstrijden te zien. Je zou zeven keer kunnen verliezen.
Saartje: “Dat had gekund. Ik wilde vooral de nul van het bord. Met 0-7 had ik niet kunnen leven. Soms zei de redactie langs de neus ‘Van die zou je moeten kunnen winnen.’ Dat legt een druk op je. Mensen zijn met je bezig, steken tijd en energie in je. Je wilt die mensen niet teleurstellen en presteren naar de verwachtingen. Het was niet altijd even makkelijk om met die druk om te gaan.”
Het ligt niet in de aard van de man om een vrouw te laten winnen. Anderzijds is dit televisie. Enige achterdocht bij de kijker is altijd gezond.
Els Snauwaert: “Toen ze me vroegen om mee te doen aan dit programma heb ik eerst hard getwijfeld, ook omdat ik er niet van houd om in de schijnwerpers te staan. Het ging me vooral om de echtheid van het programma: we gaan Saartje mentaal begeleiden en halen het onderste uit de kan. Je krijgt een traject naast televisie en dat vond ik tof. Veel mensen denken: een vrouw kan sowieso niet winnen. Wij proberen dat te doorprikken en te laten zien dat je geen spierballen moet hebben om te kunnen winnen. Mentale kracht en strategie zijn ook belangrijk.”
Wat is de uitdaging van de eerste aflevering?
Saartje: “Het WK Bangerstox, autorodeo tegen Rik Verheye op een speedwaycircuit. Ik ben frontaal tegen een muur geknald. Complete waanzin. Maar daarover wil ik niet klagen: ik had het zelf gezocht.” ‘Op de man af’, Eén, 20.40 uur