CD&V wil antikraakwonen promoten in Vlaanderen
In Nederland is antikraakwonen en leegstandsbeheer al jaren ingeburgerd. Grote gebouwen of individuele woningen die in afwachting van nieuwbouwprojecten of infrastructuurwerken tijdelijk leeg komen te staan, krijgen voor korte duur nieuwe bewoners. Die kunnen er voor een appel en een ei terecht, terwijl het vastgoed zelf gespaard blijft van vandalisme, verloedering of krakers. In Vlaanderen is die vorm van tijdelijk wonen veel minder bekend. Nochtans groeit het aantal leegstaande panden jaar na jaar. In mei 2012 waren er ruim 18.000, in mei 2016 was dat aantal al aangezwollen tot meer dan 23.000.
Niet flexibel genoeg
CD&V ziet in een beter leegstandsbeheer een van de oplossingen om het groeiende leegstandsprobleem tegen te gaan, maar dan moet er volgens de partij wel een beter wettelijk kader komen. “Wie vandaag tijdelijk ergens wil gaan wonen, kan beroep doen op de reguliere huurwetgeving, maar die overeenkomsten zijn niet flexibel genoeg”, zegt Vlaams parlementslid An Christiaens. “Een tweede optie, die meestal gebruikt wordt, is de ‘bezetting ter bede’, waardoor je iemand tijdelijk in een woning kan laten wonen in afwachting van een definitieve bestemming. Maar dit is een overeenkomst die niet wettelijk is geregeld en die uit de rechtspraktijk stamt. De regels van de huurwet zijn niet van toepassing, waardoor er geen garanties zijn rond kwaliteit, duur of opzegtermijn.”
Opbrengst vs. moeite
Christiaens heeft daarom een conceptnota ingediend in het Vlaams Parlement. “Ik vraag minister van Wonen Liesbeth Homans (N-VA) om het Agentschap Wonen te laten onderzoeken hoe er een beter kader kan worden uitgewerkt. De bezetting ter bede is een federale bevoegdheid, maar Vlaanderen is wel bevoegd voor de bestrijding van de leegstand en kan dus regels opleggen aan organisaties die aan leegstandsbeheer doen. Het onderzoek moet bekijken hoe we de contracten, prijsvorming, privacy en opzegmogelijkheden kunnen regelen.” Christiaens denkt ook aan een keurmerk voor organisaties die zich aan de regels houden, naar Nederlands voorbeeld. Vandaag zijn er in Vlaanderen al tal van bedrijven die aan leegstandsbeheer doen, maar het gaat voornamelijk om het opwaarderen van grote kantoorgebouwen en minder om residentiële projecten. “De nieuwe regelgeving zou zeker een antwoord bieden op een probleem dat zich vandaag stelt”, zegt Dries Vanneste van leegstandsbeheerder Entrakt. “We krijgen regelmatig de vraag van verbouwers die tijdelijk een onderkomen zoeken, maar veel panden blijven vandaag leegstaan omdat de opbrengst in het niets valt bij de moeite die je als projectontwikkelaar moet doen om tien huurcontracten af te sluiten voor amper een paar maanden.” “Zelfs met de nieuwe regels, zal de situatie in Vlaanderen anders blijven dan in Nederland”, voorspelt Vanneste. “Niet alleen wordt leegstand in Vlaanderen als minder problematisch ervaren, de woningnood in Nederland is ook veel groter.”
Gebrek aan bescherming
Het Vlaams Huurdersplatform waarschuwt voor een gebrek aan bescherming van de huurder. “Vandaag bestaan er al kortlopende huurcontracten, van twee, drie of zes maanden. Raken aan de minimale kwaliteitsvereisten is voor ons geen optie. In Nederland worden trouwens ook vragen gesteld bij de antikraakbedrijven. Opzegtermijnen van twee weken, een gebrek aan privacy door controles... Wij vinden dat het probleem van de leegstand beter bij de wortel kan worden aangepakt, door eigenaars te stimuleren. Daarom is het des te spijtiger dat Vlaanderen het hele leegstandsbeleid heeft gedecentraliseerd naar de gemeenten.”
De reguliere huurwet is niet flexibel genoeg voor tijdelijke bewoning An CHRISTIAENS (CD&V)
Vlaams Parlementslid