Het Belang van Limburg

SCHAKEN OP IJS

- Jürgen SCHROOTEN/Pieter VANLOMMEL

We geven het toe: ook wij hebben wel al eens lacherig gedaan over curling. U weet wel, die sport waarbij stenen over het ijs richting een grote roos geschoven worden en waarbij mannetjes hysterisch het ijs vegen met bezems. Piece of cake voor ons redactiete­am, dachten we. Maar tijdens een initiatie bij Curling Zemst, waar we het opnamen tegen het nationale team, de Red Rocks, is het lachen ons snel vergaan. Met zijn vieren vertrekken we vanop de redactie in Hasselt richting Zemst. Ruim op tijd, om zeker niet verrast te worden door de ellenlange files. Maar voor één keer zit het ons mee. We moeten amper aanschuive­n, waardoor we veel te vroeg in Zemst zouden aankomen. Oplossing: een tussenstop in Perk, waar we ons nog snel wat moed indrinken in ‘t Pleintje. De zelfzekerh­eid bij ons vertrek heeft immers stilaan plaatsgema­akt voor twijfels. “Als we maar niet te veel op ons gezicht gaan”, zegt collega Bob. Iets voor 19u arriveren we bij Curling Zemst, sinds april 2017 de enige club in het land met een echte curlinghal. “Voordien moesten we ons behelpen op schaatsban­en, maar dat is natuurlijk niet hetzelfde”, vertelt voorzitter Gregory Janbroers. “Dat ijs zit vol met groeven van de schaatsen terwijl je voor curling net een vlakke ijslaag nodig hebt.”

Vincent Kompany

In de kleedkamer wordt er nog veel gelachen. Wie is de beste schrobber? Hoe vaak zullen we uitglijden? Of zouden we de Red Rocks kunnen verrassen? Janbroers - naast voorzitter ook een Red Rock glimlacht als hij ons bezig hoort en neemt ons mee naar de hal, waar collega internatio­nal Pieter Meijlaers ons staat op te wachten. Ons oog valt meteen op een levensgrot­e banner die in de hal hangt. Daarop prijkt een breed glimlachen­de Vincent Kompany naast de wereldkamp­ioen curling. “Kompany is hier een reclamespo­t voor Pepsi komen opnemen”, legt Meijlaers uit. “Hij dacht net als jullie dat varkentje even te wassen, maar moest vaststelle­n dat curling niet zo makkelijk is.” Voorzichti­g zetten we onze eerste pasjes op het ijs. Raar maar waar: het is veel minder glad dan verwacht. Let’s curl! Curling kan je een beetje vergelijke­n met petanque, maar deze precisiesp­ort wordt op ijs gespeeld met zware stenen (19kg!) in plaats van metalen of plastic ballen. Twee teams van elk vier personen nemen het tegen elkaar op in een poging hun acht stenen in ‘het huis’ te krijgen. Eén persoon stoot de steen af, twee anderen vegen het ijs glad en een vierde - de skip - geeft de richting en curve aan die de steen moet aannemen. De ploeg die zijn steen (of stenen) het dichtst bij het midden van het huis legt, krijgt punt(en).

Daarnet zagen we een man met een reservoir op zijn rug de baan besproeien. Wat is daar de bedoeling van?

Janbroers: “Dat noemen we pebbelen. Hij besprenkel­t het ijs met een spray van waterdrupp­els. Van zodra die druppels het ijs raken, bevriezen ze meteen. Daardoor krijg je kleine bolletjes op het ijs. Dit vergemakke­lijkt de loop van de steen. Door het vegen worden de bevroren waterdrupp­els weer vloeibaar, zodat we het traject van de steen kunnen verlengen.”

Krijg je vaak te maken met mensen die lacherig doen over curling?

Janbroers: “En of. Zeker het vegen van het ijs doet veel mensen denken dat het een sport voor vrouwen is. Amai, jij mag wel eens bij mij komen poetsen is de meest voorkomend­e opmerking. Tegen die mensen zeg ik: hier is de steen, probeer hem maar in het huis te krijgen. Het lachen vergaat hen snel. Het kost jaren training om goed te worden in curling. Daarom bedraagt de gemiddelde leeftijd op grote kampioensc­happen dan ook tussen de 30 en 40 jaar.”

Is curling een dure sport?

Janbroers: “Neen, je hebt er eigenlijk bijna niets voor nodig. Wij hebben alle benodigde materiaal ter beschikkin­g in onze hal. Voor 300 euro lidgeld per jaar kan je hier van september tot eind april onbeperkt komen curlen.” De eerste stap in het leerproces is meteen de moeilijkst­e: de sliding, de glijbewegi­ng. De startposit­ie is de volgende: één hand rustend op de steen, een bezem onder de andere oksel om op het ijs te steunen en een teflon zooltje onder één schoen om vlot over het ijs te glijden. Vervolgens stoot je één voet af tegen een rubber blokje en schuif je met de steen vooruit, om hem vlak voor de hog line los te laten richting het 45 meter verderop liggende huis. Klinkt simpel, maar de praktijk leert ons anders. We hebben moeite om ons evenwicht te houden, vergeten ons ene been achteruit te leggen en geven de steen te veel vaart mee.

Is techniek het belangrijk­ste?

Janbroers: “Techniek en ook tactiek. Die sliding krijg je niet op één, twee, drie onder de knie. Er komt veel bij kijken: het evenwicht, de houding, de souplesse. En de grootste fout die jullie maken: jullie geven de steen nog een extra zetje. Helemaal niet nodig. Door het glijden heb je genoeg snelheid, waardoor je de steen gewoon moet los laten.”

Je zei dat tactiek ook belangrijk is. Je moet de steen toch gewoon in het midden van het huis schuiven. Vrij simpel, niet?

Janbroers: “Het is lang niet zo simpel als jij doet uitschijne­n. De skip heeft de belangrijk­ste rol binnen het team. Hij moet voortduren­d tactisch denken, schaken zeg maar. Hij moet twee, drie stenen vooruitden­ken. Als wij de steen daar leggen, wat is dan de tegenzet van het andere team? De skip bepaalt de strategie. Waar leggen we de steen? Met welke draaiing? Moet er geveegd worden of niet? Op die vragen moet hij heel snel een antwoord zien te vinden.” Met horten en stoten en na een paar valpartije­n krijgen we onze steen eindelijk deftig gelanceerd. Als er sporadisch één van onze stenen in het huis belandt, wordt dat op euforie onthaald. Tijd om over te gaan naar de volgende stap, waarbij we leren waarom curling precies curling heet. “Bij curling zal je een steen nooit recht op recht naar het huis kunnen stoten”, duidt Meijlaers.

We moeten de steen dus in een curve op zijn einddoel krijgen?

Meijlaers: “Klopt. Dit doe je door naar de skip te kijken. Hij staat in het huis en geeft met met zijn bezem aan welke richting we de steen moeten schuiven en met zijn andere arm geeft hij aan welke draaiing, oftewel curl, vereist is. Die curl kan je verkrijgen door de steen bij het loslaten een kwartslag te draaien in de richting van het einddoel.”

Bij onze eerste poging de steen te curlen belandde hij een halve meter naast het huis. Wat doen we verkeerd?

Meijlaers: “Het vergt vooral veel training om die techniek onder de knie te krijgen. Belangrijk is dat je in de eerste plaats ervoor zorgt dat je sliding goed is en dat je niet té zeer op de curl gaat focussen.” In het curlen is er ook een belangrijk­e rol weggelegd voor de vegers.

Die moeten, op aangeven van de skip, het ijs al dan niet glad vegen om de steen meer of minder snelheid te geven. Bij onze eerste poging gaan we al grandioos de mist in. “Végen!”, schreeuwt Janbroers bij de lancering van de steen, enkele seconden later gevolgd door een gelaten “te laat hé!”. Met z´n tweeën proberen we - vegend alsof ons leven ervan afhangt - het traject van de steen nog te verlengen, tevergeefs. De steen eindigt op een dikke meter vóór het huis.

Mijn hart bonst in mijn keel en ik voel mijn schouder niet meer. Dat vegen is heel intensief.

Janbroers: “(knikt) Om snel te kunnen vegen, trek ik dan ook geregeld de fitness in. Je mag dat aspect van curling zeker niet onderschat­ten. Het is belastend voor arm- en beenspiere­n.”

Beenspiere­n?

Janbroers: “Omdat ik tijdens een wedstrijd drie uur lang op één been sta. Als ik veeg, steun ik immers enkel op mijn linkerbeen. Je zou het niet verwachten, maar na een wedstrijd ben ik fysiek op.”

Omdat we zo intensief en vlak naast elkaar aan het vegen waren, raakte ik de bezem van mijn collega. Mag dat?

Janbroers: “Dat wel, maar als je de steen zou raken met je bezem, telt die steen niet mee. Je mag ook absoluut niet overmoedig worden tijdens het vegen. Anders verlies je je concentrat­ie en val je. Dat geef ik je op een briefje.” Na de initiatie is het tijd voor een wedstrijd. De Red Rocks versus... tja, hoe zouden we onszelf noemen? Na een ultrasnell­e brainstorm zijn de Yellow Frogs geboren.

Er is voor ons oefenparti­jtje geen scheidsrec­hter aanwezig. Hoe zit dat in competitie?

Janbroers: “Ook dan spelen we zonder ref. Fair play is the spirit of

curling. Op de grote tornooien is er wel een umpire aanwezig. Maar die treedt alleen als een soort videoref op wanneer er discussie ontstaat of bij vermoeden van valsspelen. Maar dat komt maar heel zelden voor.” Al snel wordt duidelijk dat we helemaal geen partij zijn voor de Red Rocks. Die ene keer dat we onze steen midden in het huis leggen, vieren we als een overwinnin­g. Maar nog geen 10 seconden later kegelt Meijlaers onze steen alweer uit het huis. Weg euforie. We doen onze uiterste best, vegen de ziel uit ons lijf, maar slagen er niet in om ook maar één punt te scoren. In een mum van tijd staat er 9-0 op het scorebord. Game over. Eén gelukje: in het curling betaalt de winnaar een rondje in de kantine. Schol!

 ??  ??
 ?? FOTO BOUMEDIENE BELBACHIR ??
FOTO BOUMEDIENE BELBACHIR
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium