Lezen met verrekijker
De steun van Licht voor de Wereld gaat veel verder dan de financiering van oogklinieken. De ngo steunt ook scholen voor blinden en projecten voor inclusief onderwijs voor kinderen met een visuele beperking.
Op weg naar enkele lagere schooltjes rijden we door de concessie van Gécamines waarvan de mijn gesloten is. Grote trucks met mansgrote banden staan stil langs de enorme zandweg. Stilgevallen transportbanden en verroeste fabriekshallen zijn de stomme getuigen van het rijke verleden. Pal naast de mijn liggen kleine arbeidershuisjes uit de jaren dertig en veertig, met zwarte betonrotvlekken. Hier en daar heeft een huisje een lik verf gekregen.
In het Quartier Kasulu ligt het Complexe Scolaire Kimbanguiste, een school in de traditie van de Congolese profeet Simon Kimbangu die in het begin van de twintigste eeuw een eigen Afrikaanse invulling aan het christendom gaf. Esthère Kazuza (7) zit op de eerste rij. Ze is dit jaar nog aan beide ogen geopereerd. In de klas zitten wel 60 tot 70 leerlingen, per drie of vier op stalen bankjes, voor een houten lessenaar die voor twee kinderen bedoeld is. Als Esthère tot vijftig telt, krijgt ze een oorverdovend applaus.
Even verder, in de Ecole Maternelle Gécamines Mosonoïe, zo genoemd naar de rivier in de buurt, wacht een klas met wel vijftig kinderen, die luid zingen en klappen in de handen. Milgrat (5) is in 2015 geopereerd wegens cataract aan beide ogen. Milgrat, die in de derde kleuterklas zit, zag voor haar operatie niets meer, ze kon enkel het verschil tussen licht en donker waarnemen.
Nu zit het meisje, met een blauwe bril, op de eerste rij en volgt aandachtig de les. Kleuters leren hier in de maternelle de beginselen van rekenen en schrijven. Visueel therapeute Lydia is mee op de afspraak. Zij is een van de schakels in het inclusieve onderwijs, waarbij kinderen met een visuele handicap in het gewone onderwijs worden ingeschakeld. Milgrat lijkt niet bijzonder tuk als vedette van de dag.
“We kijken of de lichtinval in de klas wel in orde is. Het licht moet van beide kanten en van boven komen, opdat de leerling goed kan volgen”, zegt Lydia. Terwijl Milgrat ijverig enkele cijfers voorleest uit haar schrift en notities neemt, meet Lydia met een liniaal de afstand van haar ogen tot het blad. “Normaal lezen wij op een afstand van 30 tot 35 centimeter van het blad”, zegt Lydia. “Milgrat leest op minder dan 10 cm. Dit is niet zo goed, dat betekent dat ze hulpmiddelen nodig heeft voor het lezen. Wij bezorgen haar dan een loep of een monoculaire, een kijker waarmee ze op het bord kan volgen.”