Geleefd volgens zijn eigen schilderswetten
Wanneer is een passie een verslaving, of omgekeerd? Elke dag, meestal ’s avonds en vaak tot een stuk in de nacht, moést Raoul Chanet schilderen. Hij kwam zelfs vervroegd terug uit vakantie en verdween meerdere uren tijdens familiefeesten om toch maar achter zijn ezel te kunnen plaatsnemen. Het was daar dat hij de ingang vond tot zijn sprookjeswereld.
Er is dat ene woord en verder niets, alsof niets anders ertoe doet. ‘Kunstschilder’, zo luidt de summiere omschrijving in het overlijdensbericht van Raoul Chanet. Een zoekopdracht op het internet leert dat hij een realistische, feeërieke manier van schilderen hanteerde. Dromerig, maar toch herkenbaar. “Papa heeft verschillende periodes gekend”, zegt zijn zoon Peter Chanet. “Vroeger schilderde hij in een kubistische, figuratieve stijl. Daarna is hij overgestapt op olieverf, die hij uitgoot op een doek dat hij thuis te drogen legde en waar mijn broer en ik als kind soms over liepen. Hij heeft ook materialen bewerkt, zoals glas en steen, om daarna uit te komen bij het magisch realisme.”
Precies die stijl weerspiegelde de wereld waarin Raoul zich het meeste thuis voelde: een romantische, sprookjesachtige omgeving die hij ook in zijn woning opriep – het raam van zijn thuisatelier was gericht op een klein stadstuintje dat hij fantasievol had ingericht, onder meer met sculpturen en bonsaiboompjes, die hij met veel toewijding verzorgde.
‘De Kat’
Leven van zijn schilderijen kon Raoul niet. In de eerste plaats gaf hij plastische opvoeding aan het KTA in Tongeren. Over zijn jarenlange carrière als leerkracht schreef Raoul ooit een boekje, ‘Boekentas achter tralies’, waarin hij op een humoristische manier zijn hekel aan het onderwijssysteem beschreef, maar waarin hij het ook had over zijn liefde over werken met jonge mensen – naast zijn job als leraar in dagonderwijs gaf hij ook les aan de Truiense academie.
Als kind had Raoul al een passie voor tekenen. Astma hield hem vaak binnenshuis, waardoor ravotten met vriendjes en zwerven door de natuur er vaak bij inschoot en er meer tijd was om te tekenen – al ging hij soms vissen in de beek van Schulen, het dorp waar hij opgroeide.
Nog voor hij twaalf was, gaf Raoul ‘De Kat’ uit, een weekkrant door hemzelf geschreven en vooral getekend. Met een niet aflatende regelmaat stopte hij het enige exemplaar van de krant, bestemd voor zijn huisgenoten, elke week thuis in de brievenbus. “Die gedrevenheid vind je ook terug in zijn schildersloopbaan”, aldus zoon Peter. “Elke avond, meerdere uren en vaak tot een stuk in de nacht, zat papa te schilderen.”
Op zijn achttiende wilde Raoul naar de academie, maar dat mocht niet van zijn ouders, die hem naar de normaalschool stuurden. Daar verveelde Raoul zich stierlijk: elke dag telde hij ongeduldig af naar het moment dat hij naar huis kon. Zijn examens op het einde van het eerste jaar maakten alles duidelijk: zijn wiskundeexamen gaf hij leeg af, enkel versierd met een tekening. Uiteindelijk mocht Raoul naar de Academie voor Schone Kunsten in Brussel, waarna hij alsnog een lerarenopleiding volgde aan het Provinciaal Normaalinstituut voor Tekenonderricht in Anderlecht, waar hij met grote onderscheiding slaagde.
Rebellie
Naast het schilderen was Raoul een fervent schrijver, zoals blijkt uit de grote collectie dagboeken die hij na zijn dood achterlaat. Op latere leeftijd kon hij zijn creativiteit ook kwijt in fotografie en nog later in het maken van videofilms, onder meer over zijn wandelreizen, waarvoor hij de natuur opzocht.
“Bij papa draaide alles rond schilderen en fotografie, dus ook zijn reizen”, zegt Peter, die min of meer in de voetsporen van zijn vader trad. “Als kind zat ik bij hem in de klas op de academie en op mijn zestiende mocht ik mee in de doka, waar papa me foto’s leerde ontwikkelen en afdrukken.” Later ging Peter werken in een fotozaak, tegenwoordig geeft hij fotografieles in het avondonderwijs. Toch zou Peter zijn vader niet omschrijven als een gids voor het leven. “Daarvoor leefde hij te veel in een sprookjeswereld. Als kind kregen mijn broer en ik vaak de opmerking dat het toch bijzonder moest zijn om op te groeien in een kunstenaarswereld. Maar zelf heb ik dat nooit zo ervaren – al kwamen er thuis vaak kunstenaars over de vloer, met wie papa tot een gat in de nacht zat te filosoferen. En altijd was er die schildersezel. Wij kwamen zelfs vervroegd terug uit vakantie, of papa verdween soms enkele uren van familiefeesten, om toch maar te kunnen schilderen.” Raoul hield ervan om buiten de lijntjes te kleuren en zijn eigen weg te gaan, zonder daarbij veel rekening te houden met anderen. “Er school een zekere rebellie en opstandigheid in hem”, zegt Peter, die moet toegeven dat zijn vader niet de gemakkelijkste echtgenoot was om mee samen te leven. “Mijn broer en ik zijn vooral opgevoed door mama. Papa gaf niet vaak uiting aan zijn genegenheid voor mama – hij reageerde vaak mopperend op haar goede zorgen. Maar de laatste jaren, toen het voor hem moeilijker werd, was hij milder gestemd en kon hij zeggen hoe goed mama voor hem zorgde. Het was papa die de kleinkinderen vanuit het ziekenhuis naar hun oma stuurde, omdat zij het bezoek meer nodig had dan hij.”
Drei Zinnen
Tien jaar geleden kreeg Raoul longkanker – zijn zoon Peter vermoedt dat zijn vader de ziekte kreeg omdat hij altijd in de terpentijngeur zat en met olieverf werkte. “Het roken had papa allang opgegeven.” Raoul herstelde volledig, maar kreeg daarna verschillende herseninfarcten die hem minder mobiel maakten en in een rolstoel deden belanden.
Enkele maanden geleden stelden de dokters een nieuwe tumor vast op zijn longen. Omdat Raoul wist dat hij niet meer lang zou leven, maakte hij een video over zijn leven, die op zijn crematie moest worden afgespeeld. “Het was een film van een uur”, aldus Peter. “Mijn zoon, die op de VRT werkt, heeft hem ingekort tot drie minuten.”
En er was die wens om te worden uitgestrooid in de Dolomieten, Raouls favoriete wandelgebied. Dus rijden zijn zonen en kleinkinderen binnenkort naar Italië, waar ze in de buurt van de Drei Zinnen, de beroemde rotspieken die de Dolomieten typeren, Raoul voorgoed in zijn sprookjeswereld zullen loslaten.