“Ik denk weer dat ik kan winnen”
LUCA BRECEL vindt vertrouwen terug voor start van zijn eerste Masters
Hij zat diep. Heel diep. Er klonk zelfs een vleugje paniek in zijn stem, vlak na zijn kansloze nederlaag (5-1) op 21 december tegen godbetert Hammad Miah, nummer 79 van de wereld. Pijn aan de schouder, maar vooral twijfels in het hoofd: de start van de winter leek voor Luca Brecel eerder op het begin van een nachtmerrie. Goed drie weken later is de hemel gelukkig opgeklaard. “Sinds begin deze week denk ik weer dat ik de Masters kan winnen”, lacht de 22-jarige Limburger, die zondagavond tegen Mark Allen zijn debuut viert op het op één na grootste tornooi ter wereld, waaraan de top 16 mag deelnemen. De meeste analisten zijn het roerend eens: de wedstrijd tussen Mark Allen (WR 8) en Luca Brecel (WR 11) voorspelt vuurwerk. Twee aanvallende spelers, die zwaar kunnen uithalen en mekaar waard zijn. “Ik denk dat het een heel spannende wedstrijd kan worden”, beaamt Brecel. “Allen klopte me de voorbije seizoenen al in Shanghai, op het UK Championship en op een kleiner tornooi in Duitsland. Ook al is hij een goeie vriend, dat reeksje wil ik stoppen.”
Kan je daarvoor opnieuw het beoogde niveau halen?
Luca Brecel: “Sinds begin deze week denk ik van wel. Ik moet toegeven dat ik even diep heb gezeten. Ik was het volledig kwijt aan de snookertafel. Omdat ik technisch dingen verkeerd deed, kreeg ik ook last van de schouder. En dat kroop dan weer in mijn hoofd.”
Wat bracht de oplossing?
“Verschillende bezoeken aan de kinesist om de schouder los te maken en een sessie bij mijn ex-coach Chris Henry in Brugge. Hij filmde me, terwijl ik aan het spelen was. Bleek dat ik verkeerd aan de tafel stond. De reden? Waarschijnlijk ben ik de jongste jaren gegroeid en heb ik meer spieren gekweekt. Waardoor die afwijking er onbewust beetje bij beetje is ingeslopen. Het was geen gigantisch verschil, maar wel genoeg om mijn ritme en gevoel helemaal kwijt te spelen.”
Speelde ook de keuproblematiek een rol? Nadat je keu verdween op de luchthaven van Shanghai heb je een paar keer veranderd.
“En nu opnieuw. Ik blijf terugkeren naar mijn oude Acuerate, omdat ik er veel makkelijker long pots mee maak. Op mijn nieuwe Maximus zit een te grote afwijking op verre ballen. Sinds deze week vliegen ze echter weer vlotjes binnen. Ik heb elke dag getraind en spring ook zaterdag en zondag even binnen in de club van mijn manager Django Fung in Romford. Die ligt vlak bij het Alexandra Palace, waar de Masters gespeeld worden.”
Ik moet toegeven dat ik even diep heb gezeten. Ik was het volledig kwijt aan de snookertafel
Romford is ook de thuishaven van Ronnie O’Sullivan. Bij winst zondag wordt hij mogelijk donderdagmiddag je tegenstrever in de kwartfinales.
“Spelen tegen Ronnie op de Masters zou fantastisch zijn. Niemand wordt in het Alexandra Palace luider aangemoedigd dan O’Sullivan. Dat is het soort uitdaging waar ik van hou. Het voordeel van de Masters is dat je slechts drie matchen moet overleven om in de finale te geraken. Daarom moét je in je kansen geloven om het tornooi te winnen.”