“Tussen realiteit en fictie”
Tuur Devens stelt novelle ‘Opa en meneer Martin’ voor in ccha
De Hasseltse auteur Tuur Devens (66) stelt volgend weekend in het cultuurcentrum van Hasselt ‘Opa en meneer Martin’ voor, een novelle waarin een Duitse kunstenares op zoek gaat naar het oorlogsverleden van haar opa. Tijdens haar zoektocht duikt de filosoof Martin Heidegger (1889-1976) op. Hij was lid van de nazipartij NSDAP en sympathiseerde met Hitler. Dat zet haar aan het denken: was haar opa ook een nazi? Tuur Devens werd geboren en getogen in Nederland, maar woont en werkt al twee derde van zijn leven in België. Hij is oud-docent Nederlands, Duits en Theater en publicist met een grote belangstelling voor kunst. Hij schrijft boeken, essays en artikels over projectonderwijs, literatuur, beeldende kunst en theater. Zijn literair debuut was de roman ‘Varda’ uit 2009. De novelle ‘Opa en meneer Martin’ is gebaseerd op de zoektocht van kunstenares Diana Herz naar het verleden van haar grootvader. In het boek staan 23 foto’s van haar beeldend werk uit de tentoonstelling ‘Schnitstellen’. Herz werd geboren in het zuiden van Duitsland tegen de Zwitserse grens, maar woont en werkt al bijna de helft van haar leven in België. Zij studeerde theaterwetenschappen, literatuur en politieke wetenschappen in München en Antwerpen en beeldende kunsten in Gent. Nu is ze programmator voor kinder- en jeugdtheater in Maastricht en werkt ze als kunstenares. Sinds 2004 woont ze in Hasselt.
Berghut
“Enkele jaren geleden ontmoetten we elkaar voor het eerst”, zegt Tuur Devens. “Ik vond Diana’s verhaal zo boeiend, dat ik er snel een boek in zag. Zij liep in haar jeugd vaak langs bij haar opa, die in het Zwarte Woud woonde. Martin Heidegger had in het naburige dorpje Todtnauberg een berghut, waar hij dagenlang kon zitten nadenken en schrijven. Hij schreef er onder meer zijn hoofdwerk ‘Sein und Zeit’. Die berghut is nu een toeristische attractie. Er is zelfs een Martin HeideggerRundweg met plakkaten waarop foto’s en citaten van hem staan.” “Diana Herz ging er op bezoek en praatte met veel mensen over hem. Toen ik erachter kwam dat Heidegger sympathiseerde met de nazi’s, begon ik te fantaseren: stel je eens voor dat haar opa hem had ontmoet tijdens een wandeling, wat zouden ze dan tegen elkaar gezegd hebben? In de schemerzone tussen realiteit en fictie probeert mijn hoofdpersonage Ulrike meer te weten te komen over het oorlogsverleden van haar opa.”
Camus
Heidegger had een grote invloed op het denken van de twintigste eeuw, maar Tuur Devens weerstond aan de verleiding om van zijn novelle een filosofisch boek te maken. “Dat was niet eens zo moeilijk, want in mijn studententijd was ik echt geen fan van hem. Hij was één van die vreselijke filosofen waar je niets van begreep. Zijn existentialisme met abstracte begrippen als ‘Dasein’ en ‘geworpenheid’ gingen er niet zo goed in. Camus was in onze tijd veel populairder.” “Heideggers filosofische ideeën waren ook niet relevant voor de inhoud van mijn novelle, in tegenstelling tot zijn oorlogsverleden. Over zijn nazilidmaatschap wordt op het toeristische pad naar zijn blokhut zedig gezwegen en in Todtnauberg zegt niemand er iets over, maar hij heeft zijn nazisympathieën nooit afgezworen.”