Maaseikenaren geloven in de gangen van de Bokkenrijders
Rocky Grispen zoekt naar fundamenten onder de Markt
“De kelder van de bakkerij waar ik als jongen werkte, had zeker een gang die tot onder de Markt liep”, zegt René Peustjens (67). Hij is, net als veel Maaseikenaren, overtuigd dat het gangenstelsel van de Bokkenrijders meer dan legende kan zijn. Documentairemaker Rocky Grispen ging gisteren onder de Markt op zoek naar mogelijke gangen. Dat deed hij met een bodemradar met elektromagnetische golven, die tot 5 km diep in de grond fundamenten kan waarnemen. “Mijn vader Arnold Grispen organiseerde vroeger de nachtelijke bokkenrijderstochten in Bergerven”, zegt Grispen. “Zo kreeg ik de verhalen met de paplepel binnen. Vandaag ga ik op zoek naar het ware leven van de Bokkenrijders. Er zit een kern van waarheid in de legendes, want het hoofd van de Bokkenrijders in Maaseik was Henri Houben die op de Markt in het pand ’t Vosken woonde. In zijn kelder verzamelden de Bokkenrijders en moesten de bendeleden hun eed aan de duivel zweren. De kapitein van de Bokkenrijders is in 1785 als Bokkenrijder veroordeeld, en rond zijn huis zijn de meeste gangen en gewelfde kelders teruggevonden. In de legendes doen die gangen dienst als vluchtroute.”
Zo’n gangen zouden er dus ook onder de Markt liggen, hoopt Grispen. “Met een radar verzamel ik nu gegevens. Die stuur ik door naar archeologen voor onderzoek.”
Onder de Maaseikenaren zijn er alvast heel wat believers. “Als jongen ging ik op leercontract in het pand Markt 33”, zegt René Peustjens (67). “Het was destijds een bakkerij met een gewelfde kelder en een gang die tot onder de Markt liep. Bij de heraanleg van de Markt in 2001 zakte er zelfs een vrachtwagen door die gewelfde kelder.”
Pater Sangers
“Aan de Markt 35 woonden mijn grootouders”, weet ook Theo Dirks. “Ze waren conciërge van de school. Op de speelplaats waren er trappen die uitgaven in een gang van zeker 10 meter lang. Ik ben er vaak geweest en wandelde dan door het slijk, tot tegen een muur die de gang afsloot”, vertelt de man. “Als kind kregen we mee dat het een gang van de Bokkenrijders was, bedoeld om de stad te ontvluchten. Maar het is altijd bij verhalen gebleven.” Tussen 1740 en 1798 terroriseerden de Bokkenrijders rijke boeren door het leggen van brandbrieven. Arme mensen lieten ze met rust. De brieven waren deels verbrand, maar er stond op te lezen dat de boer florijnen moest leggen onder een steen bij een boom. Zo niet, zou zijn hoeve in vlammen opgaan.
De grootste verteller over de Bokkenrijders blijft wijlen pater Willem Sangers, die de Maaslanders boeide met zijn ‘ware’ verhalen. “We kregen geschiedenisles van pater Sangers, maar na 10 minuten les deed hij de boeken dicht en nam hij zijn pupillen mee naar de Markt”, weet een oud-leerling. “Dan vertelde hij bij meerdere gevels op de Markt een verhaal over de Bokkenrijders. Dat vonden we wel wat interessanter dan wiskunde en chemie.”
Als kind wandelde ik door het slijk van de gang in de kelder, tot tegen een muur die de gang afsloot
Theo DIRKS “We geven Grispen graag de kans om op zoek te gaan naar mogelijke gangen onder de Markt”, zegt burgemeester Jan Creemers. “Wel jammer dat pater Sangers dit niet meer mee kan maken. Ik mis zijn boeiende verhalen.”