TOP OF SOF?
In deze aflevering van Maestro doen we een poging om u uit te leggen wat de nieuwe Nations League precies is. Een poging, want om de nieuwe landencompetitie écht te doorgronden, dringt een doctoraatsthesis zich op. Dat het zo complex is, heeft zijn reden. De Uefa weet dat een nieuwe competitie niet overal in goede aarde valt en heeft hard gewroet op een uitgebalanceerde formule. De kleinere landen zijn gepaaid met uitzicht op EK-deelname, de grotere met een vangnet om eventuele uitschuivers op te vangen. Het geheel wordt gesmeerd met aanzienlijke geldschijven. Dat het in de wondere wereld van het voetbal om centen draait, zal u niet verbazen. De commerciële rechten op vriendschappelijke interlands waren in handen van de nationale federaties en brachten weinig op. Nu komen de tv-gelden aan de Uefa toe, en die schuift een deel door naar de landen.
Als fan van de Rode Duivels krijg je vier tot zes mooie affiches in het vooruitzicht. Maar de clubs - de werkgevers van de vetbetaalde supervedetten - zitten niet te wachten op nóg meer topwedstrijden.
Of deze Nations League een toekomst heeft, weten we zodra het tornooi van start gaat. Als de grote landen deze wedstrijden als veredelde vriendenmatchen beschouwen en een B-elftal afvaardigen, is dit een doodgeboren kind. Dat deden ze vorig jaar op de Confederations Cup, een ontmoeting tussen de kampioenen van de verschillende continenten in Rusland. Duitsland won, ook al had coach Joachim Löw vijftien van zijn EK-gangers thuis gelaten. De Fifa heeft die Confederations Cup inmiddels zachtjes laten inslapen. Als de toplanden het spel wel meespelen, ligt de rode loper uit voor nog meer. Voorzitter Aleksander Ceferin broedt al op plannen om het tornooi uit te breiden tot een Global Nations League, wereldwijd dus. Merkwaardig: dat initiatief gaat daarbij uit van de Uefa, niet van de Fifa. Om maar te zeggen dat er ook in de coulissen nog wat topmatchen betwist worden...