“Dit is één grote uitputtingsslag”
Belgische selectie verkent zwaarste WK-parcours in 23 jaar
Eén team, één kopman. Eén nachtje teambuilding in een bungalowpark zorgde voor de grootste eendracht in een Belgische WK-selectie ooit. Dezelfde eensgezindheid was er ook na de eerste kennismaking met het loodzware parcours. “Ik denk dat iedereen binnen onze ploeg beseft dat ik Mathieu op dit parcours kan kloppen”, aldus Van Aert. Even wachten. Ik zie niks.” De modder spatte zo fel dat Wout van Aert tijdens zijn vierde en tevens laatste ronde even stopte om zijn besmeurde zonnebril af te nemen. Drie minuten later hield hij zijn eerste verkenning van het WK-parcours voor bekeken: “Eén van de zwaarste parcours die ik al gezien heb. Normaal is Valkenburg een parcours met veel interval, maar deze omloop is onherkenbaar tegenover dat van in de wereldbekers: niet langer explosief met veel draaien en keren, wel één grote uitputtingsslag waarin het erop aankomt om goed te doseren. Ik ben honderd procent tevreden over dit WKparcours.”
De kopman blij, zijn zes ploegmaten blij en dus ook de debuterende bondscoach Sven Vanthourenhout, die ondanks een blakende conditie besloot niet alle rondjes mee te verkennen: “Loodzwaar. Enorm veeleisend. Zowel fysiek door de hoogtemeters en de modder, als technisch door die vele schuine kanten. De laatste 500 meter loopt voortdurend op, inclusief een steile loophelling, een brug en trappen. Dat is bijna drie minuten voluit. Ik draai al enkele jaren mee, maar zo’n moordend WK-parcours heb ik nog nooit gezien. Dit is zelfs zwaarder dan de cross in Namen.”
Eschenbach
Vanthourenhout reed zijn eerste WK in 1998. Hij was toen junior in het Deense Middelfart. Voor een WK-parcours vergelijkbaar met dat van Valkenburg, moeten we nog drie jaar verder duiken in de crosshistorie: “Eschenbach. Tjonge jonge. Ik had dat eigenlijk verdrongen uit mijn geheugen”, zegt Paul Herygers. “Manneke, wij Belgen werden daar helemaal weggereden in Zwitserland. Peter Van Santvliet redde de eer met de zesde plaats. Zwaarder heb ik een WK nooit meer geweten.” Dat Eschenbach zo historisch werd, dankte het mede aan de barre weersomstandigheden. Uitgezonderd plotse vrieskou en sneeuw kan dit parcours binnen
Wout VAN AERT acht dagen nauwelijks nog een andere smoel tonen. “De kleigrond is door en door nat. De weiland van de materiaalpost is één moeras”, zegt Toon Aerts. “Het vocht zit in de grond. Blijft het de komende dagen droog, dan wordt de kleigrond plakkerig. Valt er neerslag, dan wordt het vettig slijk. Maar sowieso wordt dit één grote modderpoel”, vult de wereldkampioen het bodemonderzoek aan. Laurens Sweeck, Ellen Van Loy en Michael Vanthourenhout misten tijdens de verkenning een bocht in de glibberige, schuine afdaling halfweg het parcours. Van Aert kwam er zelfs ten val: “Het wordt niet gemakkelijk om het goede spoor te vinden. Valpartijen en schuivers zullen de toeschouwers genoeg zien. Zeker omdat het parcours zo smal is. Alles gaat op één lint worden ge“Hola.
Valpartijen en schuivers zullen de toeschouwers genoeg zien. Zeker omdat het parcours zo smal is