Rode loper
De foto van Dieumerci Ndongala deed me denken aan een mop die ik zo’n twintig jaar geleden in muzikantenmiddens hoorde en waarin een zwarte mevrouw, een gynaecologische stoel en een zwarte Porsche met roodlederen bekleding figureerden. Een mop die om tal van redenen nu niet meer zou kunnen. Toen ook al niet, nu ik er zo aan terugdenk. Profvoetballers bestaan in feite slechts in twee verschijningsvormen. Op het veld, waar ze hun duurbetaalde swingende ding doen, en op de parkings van voetbalclubs. In die laatste omgeving vind ik ze het interessantst. De dertig meter die ze op een bemodderd parkeerterrein afleggen van hun oversized & overprized SUV naar de ingang van het clubgebouw, tonen hoe ze tegen de wereld aankijken: met een mengeling van verbazing en jeugdige bohemien chic. Tijdens die korte overbrugging zijn profvoetballers op hun best. Ze weten dat er camera’s zullen staan, en hoe je het ook draait of keert; die wetenschap doet iets met een mens. Zeker wanneer hij op weg is om een contract te tekenen.
Dertig meter verder wacht een draaideur, en eenmaal die deur door is de magie weg. Dat zorgt ervoor dat de star quality amper enkele seconden de kans krijgt om zich ten volle te manifesteren. In het geval van Dieumerci Ndongala (een naam die schreeuwde om een voetbalmakelaar) wil dat zeggen dat hij zich voortbeweegt op knalrode sneakers, terwijl hij zijn uiterste best doet om zowel links als rechts iets weg te steken in z’n jekker. Dat is niet zo, maar het geeft een wandelende sportman tenminste een houding. Moet je eens op letten: vedetten die fotografen bespeuren, steken altijd net iets weg dat er niet is. Verder valt de zwarte outfit op. Die doet hem, in combinatie met z’n dreadlocks, op een uitgeregende versie van Terence Trent d’Arby lijken. De blik die het jonge talent daarbij tentoonspreidt, is de blik van iemand die beseft dat hij, als hij de komende maanden even zijn best doet, gebeiteld zit. In het artikel wordt hij een ‘soldenkoopje’ genoemd. Geen idee of dat bij Dieumerci enigszins goedkoop overkomt, maar iets zegt me dat die definitie hem aan z’n knalrode sneakers mag roesten.
Ik ben verre van een Jani, maar voetballers en knalrode sloffen lijken dit seizoen geweldig goed samen te gaan. Een tijdje geleden doken ze op aan de voeten van de Japanse CEO Takayuki Tataishi, toen hij z’n nieuwe aanwinst STVV kwam bezoeken. Toen viel op dat Taka in z’n sloffen geen sokken droeg – het was toen ook al winter. Voor een sporttak waarin tamelijk veel rond voeten draait, vond ik dat eigenaardig. Dieumerci Ndongala bevond zich op het moment van de foto op een rode loper. Die lag er niet, maar z’n sneakers compenseerden een en ander.