Windmolens
Ik had de honden voor hun ochtendboodschap uitgelaten. Buiten was het nat en koud. De oude hond stond al na enkele minuten terug aan de deur, maar de jonge nam, ondanks het ‘hondenweer’, de tijd voor haar dagelijkse inspectieronde van de tuin.
* * *
Het was niet de eerste keer dat mijn vrouw mij in lichte paniek aantrof. Zij weet dat het me angstig stemt wanneer ik op donderdagochtend nog geen columnonderwerp heb gevonden.
Ik had wel enkele losse ideeën – iets over de hond, over winkelzakken. Maar niet genoeg om een column mee in elkaar te timmeren, dacht ik.
Mijn vrouw stelde voor om naast haar op de sofa te komen zitten om tot rust te komen.
Ik verbaasde mezelf dat ik niet protesteerde.
* * *
Tot haar takenpakket als tuininspecteur rekent onze hond het verdrijven van indringers – duiven, katten, luchtballonnen, zelfs voorbijvliegende insecten. Ik heb haar al bijen en hoornaars zien binnenspelen – ze springt naar ze op met haar open muil als vangnet.
* * *
Terwijl ik naast mijn vrouw op de sofa zat, bleef mijn geest naarstig naar een columnonderwerp zoeken. In het slechtste geval kon ik het over de sofa-zittijd hebben, bedacht ik.
Ik voelde hoe mijn ademhaling na een tijdje hetzelfde ritme als dat van mijn vrouw begon te volgen. Daar kon ik misschien ook iets over schrijven.
Ik had duidelijk mijn angst voor het lege computerscherm nog niet laten varen. Deze ochtend ging onze hond harder dan anders tekeer tegen een indringer. Ik riep haar tevergeefs, schudde met de koekjesdoos – een lokmiddel dat anders nooit faalt. Er was duidelijk iets ergers aan de hand.
Na lang zoeken vond ik haar voor een stapel winkelzakken op het gras. Omdat mijn auto in de garage was voor het jaarlijkse onderhoud, had ik de koffer leeggemaakt en alle zakken tijdelijk buiten gelegd.
De hond was buiten zinnen omdat die berg plastic zakken, ondanks haar aanhoudend geblaf en dreigende scherpe tanden, niet van het grondgebied wilde verdwijnen.
De scène herinnerde me aan Don Quichot die windmolens voor reuzen hield, waartegen hij ten strijde wilde trekken.
* * *
Na een poosje op de sofa, verzoende ik me met de gedachte dat er deze week misschien helemaal niets uit de bus zou komen.
Eens de angst voor ‘vandaag geen column’ was weggeebd, begonnen ideeën aan een rotvaart binnen te stromen. Ik moest me inhouden om te blijven zitten en ze niet in m’n notitieboekje op te schrijven.
* * *
Het was eigenlijk een belachelijk gezicht, hoe de hond tegen een hoop levenloze winkelzakken, waarvan geen enkele dreiging kon uitgaan, tekeerging. Belachelijk tot ik bij mezelf de bedenking maakte voor hoeveel zaken ik ook overdreven bang ben. Kleine dingen zoals de angst dat ik geen onderwerp voor een column kan vinden; of dat ik voor m’n examen Zweeds zal falen; of de vrees dat – als er straks meer wolven de grens oversteken – het misschien niet meer veilig wandelen is tussen Tomatenbeek en vijver… Maar ook grotere angsten, zoals ontwaken met het nieuws dat een nucleaire oorlog ontketend werd, of ik door een terroristische aanslag of hongerige vleesetende bacterie om het leven kan komen... Achter deze verschillende verschijningsvormen schuilt dezelfde onredelijke angst voor het leven. De windmolens van Don Quichot staan nog altijd in mijn landschap.
* * * het is een angstaanjagend gezicht, nog erger dan een wolf de binnensijpelende winterregen Issa (1763-1828); vert. David Lanoue
* * *
Na de sofa-zittijd was ik dankbaar voor de overvloed aan onderwerpen – te veel voor een enkele column. Ik bekeek de lijst en begon te schrappen wat ik vandaag niet kon gebruiken. Bijvoorbeeld iets over de passie van de Dalai Lama voor uurwerken, of over Elon Musk die gelooft dat de mens protagonist is in een computerspel; of over de paniekreactie in Hawaï voor een Noord-Koreaanse raket; of over het tsunami-alarm in Alaska…
Uit m’n lijst bleven nog enkel de oorspronkelijke columnonderwerpen over – het blaffen van de hond op de winkelzakken, en de sofa-sessie. Terug waar ik begonnen was… Ik had de honden voor hun ochtendboodschap uitgelaten. Buiten was het nat en koud.
Good luck en tot ziens.
Uw trouwe dienaar, FB