BELANGRIJKE TIPS
Gysel: “Ja. De regel is: ga gratis naar voren als het kan, en denk goed na als je ervoor moet betalen. Shorttracken is als gaan jagen met maar drie kogels op zak. Dan moet je ook goed nadenken of je élke vogel die je tegenkomt meteen afknalt.”
Petré: “Een shorttracker heeft tactisch inzicht nodig. En tegelijk moet je wel je verstand op nul kunnen zetten. Niet bang zijn of twijfelen. Be decisive.”
Gysel: “Die inhaalacties zijn erg belangrijk. En ze duren best niet te lang. Je mag je inhaalactie bijvoorbeeld niet telefoneren, want dan word je er gegarandeerd in gedraaid. Als je laatste rijdt in een groep van zes bijvoorbeeld, en ze schaatsen traag, dan moet je natuurlijk niet rustig langs buiten om zes man proberen in te halen. Dan gaan ze van voor sneller beginnen schaatsen en houden ze je een paar rondes aan de buitenkant, wat energie kost.”
De sport staat bekend om de spectaculaire inhaalacties. Doen jullie dat intuïtief of zijn daar technieken voor?
Gysel: “Er zijn maar een paar inhaalacties mogelijk, eigenlijk. En die leren we allemaal aan op training. Na verloop van tijd doen de schaatsers dat dan wel intuïtief. Het is een kwestie van tactiek en logica. Als je in derde positie schaatst en enkel de nummers één en twee gaan door naar de volgende ronde, dan kan je gerust wat risico’s pakken.”
Almey: “Wat je ook vaak ziet, is dat schaatsers ineens een andere lijn kiezen om te kijken of de anderen reageren. Een typische tactiek voor wie tweede schaatst en wil weten wat de man op kop nog in de benen heeft.”
Het lijkt me ook best een vuile sport. Komt er ellebogenwerk aan te pas?
Almey: “Shorttracken is vooral geniepig. Er zijn wel scheidsrechters en tv-beelden ter controle, maar wij schaatsen aan hoge snelheden en dicht tegen elkaar, dus zij kunnen nooit alles zien. Typisch is bijvoorbeeld dat een schaatser met zijn linkerarm de knie van een voorbijstekende achterligger wegduwt.”
Gysel: “In onze sport is het ook vrij normaal om een keer gediskwalificeerd te worden. Dat overkomt iedereen wel eens, en er is ook niks mis mee.” Petré: “Brave schaatsers winnen nooit. En je mag je ook niet laten opjagen door alles wat er om je heen gebeurt.” Het toeval wil dat ze deze ochtend met zeven schaatsers aan het trainen zijn. En een aflossingsploeg telt in het shorttracken vier man. Of ik het team met Hanne Desmet (beste shorttrackster van ons land), Alexandra Danneel en Guilian Vanwaasdijk compleet wil maken? Dat zal wel zijn! Bedoeling is dat Desmet mij als derde man een duwtje geeft, en ik op mijn beurt anderhalve ronde later Danneel in gang duw. Maar al gauw dient uitdaging nummer één zich aan: op het juiste moment op de juiste plaats geraken. Daarvoor Schaats in een diepe positie. Zoek constant druk op je schaatsen. Blijf ontspannen, laat je niet zenuwachtig maken door wat er om je heen gebeurt. neemt Gysel me alvast letterlijk aan het handje. Hij dropt me op de juiste plek, waarna ik door alle commotie - ook de olympiërs zijn aan hun aflossing bezig en er is dus best wat beweging op de baan vergeet mijn rondje uit te schaatsen. Sorry teamlid nummer vier! Bij poging twee blijk ik niet ver genoeg in de baan te staan en knalt Desmet me doodleuk voorbij. Derde keer goeie keer dan maar: ik vang het duwtje deze keer wél goed op en zet met enige vertraging ook teamlid nummer vier in gang. Maar hé? Hoe raak ik nu deftig die baan uit zonder de anderen te storen? Neen. Een shorttracker is aan mij niet verloren gegaan.