Driewerf hoera
Driemaal driewerf hoera, dat is de slotbalans na het wereldkampioenschap modderklieven voor gevorderden.
Wout van Aert pakte in Valkenburg zijn derde wereldtitel op een rij en kroont zich daarmee tot de Sagan van de cross. Met dit verschil dat meerdere veldrijders datzelfde kunstje reeds eerder wisten te flikken. De Fransman Roger Rondeaux won eveneens driemaal op rij, in 1951, ‘52 en ‘53. De Zwitser Albert Zweifel won vier van zijn vijf regenboogtruien tussen ‘76 en ‘79. De Fransman André Dufraisse was nog straffer. Die reeg vijf titels aaneen, van ‘54 tot en met ‘58. De strafste van allen was echter Eric De Vlaeminck. De oud-bondscoach won na zijn eerste wereldtitel in ‘66 zes truien op rij (‘68-’73). U merkt het al, het is decennia geleden dat een crosser nog zo’n trilogie wist neer te zetten als Wout van Aert zondag. Driewerf hoera bis! België pakte op de koude Cauberg driemaal goud en topt zo de medaillespiegel. Qua aantal medailles (vier stuks) moet ons land wel het onderspit delven tegen Nederland dat vijf plakken thuis hield. Onze noorderburen wisten echter geen enkele gouden medaille te bemachtigen. Dan kwamen de Britten - met tweemaal goud snediger voor de dag. Je kunt je bijgevolg de vraag stellen of de UCI-bobo’s British Cycling niet stilaan moeten beginnen opvrijen voor een toekomstige WK-organisatie. Dat zou het nietige veldrijden definitief kunnen lanceren in de Angelsaksische landen. Driewerf hoera tris. Onze gouwgenoten wisten zich driemaal in de top tien te plaatsen. Enkel prof Quinten Hermans greep er nipt naast met een elfde stek. Niettemin mogen we spreken van een bemoedigende slotsom. De selecties van de Limburgers stonden voornamelijk in het teken van de verjonging, van de toekomst. In dat opzicht hebben onze beste elementen punten gescoord met het oog op aanstaande regenboograces. Zaterdagnamiddag, na afloop van het beklijvende duel tussen Sanne Cant en Katie Compton het enige van het weekend trouwens -, verstomde de hoerastemming heel even op de Cauberg. Overijverige securitymensen vonden het nodig om een modderfiguur te - ahum - slaan ten aanzien van de clan Cant. Frictie die ontstaat wanneer de kleine, familiale veldritwereld eenmaal per jaar geconfronteerd wordt met de grootheidswaanzin van een WK.