OPNIEUW GOUD VOOR WOUT
WOUT VAN AERT verrast zichzelf met zijn grote voorsprong
2016, 2017, 2018. Het lijstje gaat de veldritgeschiedenis in. Voor het derde jaar op rij heeft Wout van Aert de wereldtitel gewonnen. Een kleine verrassing, de naam van de winnaar, na een seizoen waarin een andere renner haast week na week de beste was. Maar de manier waarop was dat nog veel meer. Gedoodverfd favoriet Mathieu van der Poel strompelde liefst twee en een halve minuut na Van Aert over de meet. “Of ik mezelf verbaasd heb? Absoluut.”
Je kan niet beweren dat hij ons niet gewaarschuwd had. “De beste renner van het seizoen is niet noodzakelijk ook op het WK de beste.” Als een mantra had hij het de weken voor het WK herhaald. Maar dat er in het modderige Valkenburg zo’n wedstrijd zou volgen, gaf Van Aert toe, had ook hij nooit voor mogelijk gehouden.
Eén rondje, zo lang bleven de grote protagonisten van het veldritseizoen in mekaars wiel, maar toen in de tweede ronde er een van beiden helemaal alleen op uit trok, was het ditmaal niet Van der Poel maar wel zijn grote Belgische concurrent. “Ik had op zijn minst een zware strijd verwacht”, sprak Van Aert. “Maar plots had ik al in de tweede ronde een kloofje en zat ik alleen. Dat had ik ook niet zien aankomen.”
De kloof groeide elke ronde. En niet met luttele secondes, maar met reuzensprongen. Tot, na een uur, ruim meer dan twee minuten. Hoe dat kon, na een seizoen waarin de rollen zo vaak andersom geweest waren? Je zag Van Aert ook zelf de puzzelstukken bij mekaar zoeken. “Dit was een van mijn beste dagen ooit op de fiets”, beaamde hij. “Vooral het lopen ging zo goed. Niet te geloven.” Maar dat was niet de enige oorzaak. “Het kan niet anders of Mathieu was niet op zijn normale niveau”, ging Van Aert verder. “Alleen al het feit dat Michael Vanthourenhout hem ook voorblijft, en zelfs Toon Aerts hem nog komt bedreigen voor de derde plek, zegt genoeg. Normaal is hij altijd ver voor hen.”
Maar het meest wezenlijke verschil, leek ook Van Aert te suggereren, zat hem misschien wel in het hoofd. Niet dat hij Van der Poel enige mentale zwakte toedichtte. “Als je 26 wedstrijden op een seizoen wint, is er mentaal niets mis”, sprak Van Aert. “Maar wat wel zo is: eenmaal ik die kloof had, wist ik dat hij zijn focus wel eens kwijt kon zijn. Mathieu is niet gewend om te achtervolgen.” Bovendien: zelf had hij wél heel relaxed naar dit WK toegeleefd. “Omdat ik niets te verliezen had”, benadrukte hij. “Ik had al twee wereldtitels gewonnen. Ik kon met open vizier koersen. En: ik weet gewoon dat een WK een heel aparte koers is. Na drie zeges mag ik wel zeggen dat ik dat onder de knie heb.”
Seizoen van Mathieu
En of. Drie titels op een rij. Van Aert noemde het terecht “een historische prestatie.” Al was hij wel zo eerlijk om ook de grote verliezer mee te laten delen in de complimenten. “Ik ben zelfs oprecht blij dat Mathieu hier nog derde wordt”, besloot Van Aert. “Ik zou niet willen dat hij na zo’n seizoen niet eens op het podium had gestaan. Net zomin als ik mezelf belachelijk ga maken door nu gekke dingen te gaan roepen. Uiteindelijk blijft dit voor eeuwig het seizoen van Mathieu. Over het hele seizoen was hij de sterkste. Maar wat ik zo vaak gezegd heb: het is niet omdat je het hele seizoen de beste bent, dat je ook wereldkampioen wordt.”